Vrijheid en enthousiasme bèta-docent vergroot doorstroom in techniek

Nieuws | door Ramon van Doorn
3 juni 2021 | Om meer jongeren met een technisch profiel richting technische opleidingen te begeleiden, moeten middelbare scholen meer praktijkonderwijs geven en meer aandacht geven aan het individu. Dat blijkt uit gesprekken met docenten van scholen met een hoge doorstroom naar techniek.
Beeld: Rico Robinson via Pixabay

Volgens Platform Talent voor Technologie (PTvT) is de doorstroom van scholieren met een technisch profiel naar een technische opleidingen de afgelopen jaren gedaald. Adviesbureau Youngworks heeft daarom 28 docenten van 25 bovengemiddeld presterende scholen geïnterviewd om uit te zoeken waar het verschil vandaan komt. De resultaten van dit onderzoek en de adviezen die PTvT hieruit wil meenemen zijn gebundeld in de rapportage ‘Scholen met hoge doorstroom naar bèta & techniek – de succesfactoren’.

Uitstraling is belangrijk

Uit het onderzoek komen drie belangrijke inzichten over de reden dat de doorstroom bij deze scholen groter is. De eerste is selectie voor de poort, waarmee alles wordt aangeduid dat al voor de middelbare schoolperiode gebeurt. Hierbij bracht het onderzoek naar voren dat de verschillen per regio groot zijn doordat techniek in de ene regio zichtbaarder is dan in een andere. Zo hebben landelijke gebieden vaak meer industrieterreinen en agrarische bedrijven dan stedelijke gebieden hebben. Dit biedt scholieren meer herkenning met techniek, maar ook meer toekomstige baankansen in de regio wanneer ze besluiten een technische opleiding te gaan doen.

Daarnaast zijn in deze regio’s vaak technische onderwijsinstellingen waar ouders van de nieuwe generatie scholieren wellicht hebben gestudeerd. De ouders zijn dan ook het tweede punt van de selectie voor de poort; ouders die zelf in de techniek zitten, adviseren hun kinderen vaker om die richting te volgen. Verder hebben scholen die zich specifiek als bèta-school profileren ook een hogere doorstroom van scholieren richting technische opleidingen, voornamelijk omdat daar vooral scholieren komen die al weten dat ze verder willen met techniek.

Meld u hier aan de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Profileren leidt tot profiteren

De regio is echter maar één van de drie bepalende factoren voor een hogere doorstroom, blijkt uit het onderzoek. De tweede factor heeft te maken met de invulling van het techniekonderwijs, de zogenaamde onderwijsorganisatie. Scholen die meer investeren in techniekonderwijs zullen ook betere resultaten wat betreft de doorstroom behalen, doordat het geld bijvoorbeeld ingezet wordt voor beter praktijkonderwijs. De kwaliteit van het techniekonderwijs gaat daardoor omhoog, wat leidt tot een betere profilering als bèta-school. Zodoende wordt zowel de instroom als de doorstroom hoger.

Een goed voorbeeld hiervan is het Dendron College in Horst, een school met een bovengemiddelde of zelfs hoge doorstroom naar techniek. Tien jaar geleden heeft Bas Kessels, de techniekcoördinator van die school, met collega’s de zogenaamde vakmanschapsroute opgezet, waarvan de school nu de vruchten plukt.

Tijdens de presentatie van het rapport vertelde Kessels dat scholieren in deze route eerder kennismaken met de verschillende leerrichtingen. “We laten scholieren al in de onderbouw kennismaken met in mijn geval techniek, en ze reageren daar enthousiast op. Daarin is ook een grote rol weggelegd voor Loopbaanoriëntatie en –begeleiding. Zo laten we ook de ouders kennismaken met wat hun kinderen doen en krijgt de mentor meer een coachende rol.”

Doordat de scholieren al eerder in aanraking komen met techniek, raken ze volgens Kessels meer geïnteresseerd, waardoor ze later op hoger niveau les kunnen krijgen. “Daar hoort onder andere bij dat er meer praktijkgericht onderwijs aangeboden kan worden, waarin we scholieren prikkelen en uitdagen.”

Bestuur, vertrouw uw docenten

Dat deze route door docenten is opgezet, maakt meteen de derde belangrijke factor voor een hoge doorstroom duidelijk: bottom-up verantwoordelijkheid. Docenten en vakgroepen van bijvoorbeeld het Dendron College worden gestimuleerd om vooral zelf dingen uit te proberen en te innoveren, en krijgen daar ook daadwerkelijk tijd en geld voor. De docenten zijn immers de experts op het gebied van hun vak en hun leerlingen. Een voorbeeld van de extra vrije ruimte is dat docenten meer gebruik maken van toepassing van techniek, wat leerlingen meer kan motiveren dan enkel theoretisch onderwijs.

Als er meer verantwoordelijkheid bij docenten komt te liggen, moeten die ook op de toppen van hun kunnen presteren. Docenten moeten hun leerlingen enthousiast kunnen maken voor hun vak, en hebben daarvoor enthousiasme voor hun vak, didactische vaardigheden en een band met de leerling nodig.

Een docent die sterk is in enthousiasmering, didactiek en verbinding met leerlingen zorgt ervoor dat leerlingen vanzelf enthousiast worden over techniek, denken de geïnterviewde docenten. “Als je vertelt over een vak of onderwerp waar je ogen bij gaan glunderen, trekt dat enthousiasme als een wolk door het lokaal”, vertelt één van de docenten bijvoorbeeld. Voorbeelden laten zien uit de praktijk, zorgen voor leuke opdrachten en het creëren een vrije sfeer worden ook genoemd als enthousiasmerende methoden. In de rapportage wordt daarnaast ook genoemd dat docenten enthousiasme bij leerlingen belangrijker vinden dan hun prestaties. Ze zeggen dat die prestaties vanzelf komen als het enthousiasme er eenmaal is.

Elke school kan het goede voorbeeld volgen

Op basis van de gevonden factoren volgen in de rapportage een aantal adviezen voor scholen die dit pad willen volgen. Het eerste advies is gericht op directies, namelijk om prioriteit te geven aan techniekonderwijs. “Erken het belang, en investeer gericht op materiaal, lesomgeving en mankracht. Dit leidt tot beter praktijkonderwijs en meer uitstraling richting leerlingen”, is de boodschap.

Het tweede advies is gericht op dit praktijkonderwijs. Vooral op de havo en het vwo is er weinig ruimte voor praktijkonderwijs en ligt de focus op theoretisch onderwijs. Hoewel dat ook belangrijk is, maakt het de bèta-vakken wel minder interessant voor leerlingen, is te lezen in de rapportage. “Met multidisciplinaire toepassingsvakken en met technische opdrachten op projectdagen bieden scholen hun leerlingen een mogelijkheid om kennis en vaardigheden uit verschillende bètavakken toe te passen in concrete projecten. Ook binnen de reguliere bètavakken is het mogelijk om met kleine aanpassingen meer ruimte voor toepassingsgericht onderwijs te scheppen, door bijvoorbeeld het praktijkwerk te beoordelen en mee te laten tellen in de eindcijfers.”

Het toetsen komt ook terug in het derde advies, namelijk aandacht voor het individu. Dit kan volgens het rapport door middel van “afstemming op tempo, leerstijlen en interessegebieden”, aangezien dit “leidt tot meer enthousiasme onder leerlingen en een hoger leerrendement.” Daarnaast wordt ook gepleit voor beoordelingen gericht op vooruitgang in plaats van het huidige niveau, omdat dit het zelfvertrouwen van leerlingen zou verhogen. Als laatste advies noemt het rapport individuele begeleiding, want dit “stimuleert een persoonlijke band tussen docenten en leerlingen, waardoor de school meer zicht heeft op de interesses en talenten van haar leerlingen en daarop in kan spelen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK