Hogescholen moeten de regio helpen ontwikkelen

Nieuws | door Ramon van Doorn
21 juli 2021 | Hogescholen moeten naast het opleiden van studenten ook de regio helpen ontwikkelen. Hybride leeromgevingen en leven lang ontwikkelen zijn twee manieren waarop dit gebeurt, en volgens onderzoekers van Fontys worden deze principes in de toekomst alleen nog maar belangrijker voor zowel hogeschool als regio.
Beeld: Fontys Hogeschool (CC BY-SA 4.0)

Onderzoekers van Fontys Hogescholen hebben in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Future of Learning’ kennis uit de praktijk en wetenschappelijk onderzoek gebundeld in een kennisbundel. Voor deze bundel zijn kennissyntheses geschreven; inventarisaties van kennis uit theorie en praktijk, waaruit vaak ook weer nieuwe onderzoeksvragen ontstaan. Onderwerpen als leven lang ontwikkelen en hybride leeromgevingen werden voor de kennisbundel multidisciplinair bekeken, wat heeft geleid tot nieuwe inzichten over de rol van een hogeschool in de regio.

“We zijn binnen dat thema al drie of vier jaar bezig met onderzoek”, vertelt Marian Thunnissen, lector bij Fontys en één van de vele auteurs, aan ScienceGuide. “We doen als lectoren natuurlijk al langer onderzoek, maar in deze bundel proberen we echt grensoverschrijdend en samen te werken binnen Fontys. Daarom zijn de kennissyntheses geschreven door onderzoekers uit verschillende instituten. We vonden het een mooi moment om al onze kennis op een aantal thema’s te bundelen en te delen met anderen.”

Hybride leeromgeving heeft vele namen

Als lector Professionele Werkplaatsen weet coauteur Miranda Snoeren veel over multidisciplinaire samenwerkingen. De kennissynthese waaraan zij heeft meegewerkt is gericht op hybride leeromgevingen: omgevingen waar onderwijs en praktijk samen leren, werken en innoveren. In zo’n omgeving leren studenten de beroepspraktijk kennen en kunnen beroepsprofessionals op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Wel denkt Snoeren dat er nog veel meer onderzoek nodig is op het gebied van hybride leeromgevingen. “Door te doen en ervaren, wordt in lokale praktijken kennis opgedaan over wat wel en niet werkt. Maar deze kennis is versnipperd en niet altijd toegankelijk. In hybride leeromgevingen wordt daardoor vaak het wiel weer opnieuw uitgevonden.”

Zo zijn er in de praktijk ook veel verschillende benamingen voor, vertelt Snoeren. “Die betekenen allemaal net iets anders, waardoor het lastig is om met meerdere partijen op één lijn te zitten. In de samenwerking met partners is het dus heel belangrijk om duidelijk te hebben wat precies je doel is.” Zo wordt in het hbo vaak gekeken hoe hybride leeromgevingen extra uitdagingen kunnen bieden aan studenten, terwijl er vanuit de maatschappij juist meer gevraagd wordt naar het oplossen van grote vraagstukken.

De kennis over hybride leeromgevingen is altijd in beweging, omdat de praktijk sneller verandert dan het onderzoek aankan. Daarom denkt Snoeren dat de kennissynthese een goede aftrap is voor het opbouwen van een theoretische kennisbasis. “Er staan bijvoorbeeld weer nieuwe onderzoeksvragen in. Wat je heel vaak ziet is dat hybride leeromgevingen spontaan ontstaan. Later in het proces, als er bijvoorbeeld iets misgaat, wordt vaak pas kennis opgedaan over de juiste inrichting van de leeromgeving. In de kennissynthese hebben we geprobeerd om lessen te verzamelen die al in het begin meegenomen kunnen worden zodat het proces later soepeler verloopt.”

Partners moeten gelijkwaardig zijn

Hybride leeromgevingen zijn volgens Thunnissen één van de strategische prioriteiten binnen Fontys. “Vooral omdat ze studenten de gelegenheid bieden om veel meer met de praktijk in aanraking te komen. Maar die samenwerking met de praktijk wordt nog belangrijker in de toekomst, ook voor het verder scholen van werkenden. Als je kijkt naar krapteberoepen, zoals dat veel voorkomt in de IT, de zorg of het onderwijs, werken we daarin steeds meer samen met het bedrijfsleven om kortere scholingstrajecten aan te bieden. Zo kun je veel sneller inspelen op tekorten in die sector.”

Snoeren benadrukt dat dit soort trajecten goed ingericht moeten worden. “Zodat je gelijkwaardige partners bent. Als dat zo is draait het niet alleen maar om studenten, maar ook om de bijdrage aan maatschappelijke vraagstukken en het oplossen van vraagstukken in het werkveld. Daarin zijn we als hogeschool een kentering aan het maken. Door daarnaar onderzoek te doen zorg je dat het aandacht krijgt, wat helpt om de verschillende opleidingen daarin mee te krijgen.”

Daarnaast creëren de lectoren en onderzoekers van Fontys volgens Snoeren ook praktische gereedschappen die opleidingen helpen om hybride leeromgevingen te ontwikkelen. “Je probeert kennis in praktische handvatten te vertalen zodat de praktijk en het onderwijs dat kunnen gebruiken. Die praktische vertaalslag maakt het ook leuk om als onderzoeker binnen het hbo te werken.”

Snoeren denkt dat deze aanpak kenmerkend is voor het veranderende onderzoek binnen Fontys. “We zijn begonnen met projecten die gerelateerd waren aan de vraagstukken in het onderwijs, maar nu richten we ons veel meer op leren in de regio en in netwerken, en ook op de professional. Toch heeft alles uiteindelijk invloed op het onderwijs, dus we zijn eerder aan het opschalen dan aan het opschuiven.”

Informeel leren krijgt niet genoeg aandacht

Ook Thunnissen is vanuit het thema leven lang ontwikkelen heel nieuwsgierig naar de manieren waarop hybride leeromgevingen kunnen worden ingezet voor professionals in de praktijk. “Stel,” oppert ze, “dat die professionals ook kunnen blijven leren in zo’n hybride omgeving, en je kunt dat verzilveren door middel van bijvoorbeeld microcredentials, dan zou je een paar flinke stappen zetten. Dan kun je informeel leren eigenlijk als formeel leren weergeven.”

In de kennissynthese wordt vermeld dat maar vijf procent van de werknemers het gevoel heeft dat ze kennis of vaardigheden tekortkomen; er lijkt dus maar weinig behoefte te zijn aan leven lang ontwikkelen. Volgens Thunnissen komt dit echter doordat er bij dit thema vooral gedacht wordt aan formele leeractiviteiten zoals cursussen, opleidingen en trainingen. “Zelf denk ik dat informeel leren, dus leren tijdens de uitvoering van je werk, net zo belangrijk is. Voor veel beroepen heb je wel een diploma nodig, maar dat is niet het eindpunt. Je leert zoveel meer als je gewoon bezig bent.”

Bij sommige beroepen is het werk echter niet goed ingericht op het informeel leren, en daar zit dus een belangrijke rol voor werkgevers. Alleen zijn die zich daar volgens Thunnissen niet vaak van bewust. Als voorbeeld noemt ze een verhaal van een fabriek waar een techneut de werkplek inricht. Deze techneut bepaalt welke machines en robots op de werkvloer gebruikt worden, maar HR is hier niet bij betrokken waardoor er onvoldoende wordt nagedacht over de impact die deze machines en robots hebben op de werknemers. Kunnen zij wel met deze apparaten overweg?

Volgens Thunnissen kunnen onderzoekers ervoor zorgen dat er meer bewustwording komt over manieren waarop werknemers leren tijdens hun werk. “De vraag is daarna echter hoe we dat als onderwijsinstelling willen vormgeven. Gaan we een cursus opzetten voor de werknemers? Of kunnen we ook een bijdrage leveren aan het informele leren, met bijvoorbeeld het gebruik van microcredentials? We moeten daar nog veel over leren, dus het is nog een lange weg. Als onderzoeker brengt dat echter leuke vraagstukken met zich mee.”

Een hogeschool is meer dan opleidingen

Volgens Snoeren kan dit soort praktijkonderzoek ook iets voor de hogeschool zelf opleveren. “Het geeft studenten contact met partners uit het werkveld en het levert nieuwe partners en samenwerkingen op. We kunnen in de regio niet zonder elkaar, dus daaraan moeten ook wij ons steentje bijdragen. Misschien worden we op het gebied van leven lang ontwikkelen juist nog niet genoeg opgemerkt in de regio. Er wordt toch vaak gekeken naar ons als opleider van studenten, toekomstige professionals. Dat is echter niet onze enige opdracht.”

Snoeren denkt dus dat een hogeschool niet alleen om cursussen en trainingen draait. “Wij delen in onze samenwerkingen ook onze kennis met partners, en wij helpen om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Eigenlijk is dat hét voorbeeld van zowel een hybride leeromgeving als van leven lang ontwikkelen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK