Leer beoordelingscommissies om te selecteren zonder publicatielijsten

Nieuws | de redactie
2 juli 2021 | Jonge wetenschappers worden te weinig betrokken bij het ontwikkelen van nieuwe manieren van erkennen en waarderen van wetenschappers. Bovendien is het veranderen van beoordelingscriteria niet genoeg: ook de beoordelaars moeten getraind en begeleid worden om op nieuwe manieren te selecteren.
Foto: ZonMw (Bron: Flickr CC BY-SA 2.0)

Dat blijkt uit een bijeenkomst van Young Science in Transition (YSiT), een werkgroep van jonge onderzoekers van het UMC Utrecht die zich bezighoudt met de professionele ontwikkeling van jonge onderzoekers. Tijdens deze bijeenkomst spraken vertegenwoordigers van universiteiten, beursverstrekkers en netwerken van jonge onderzoekers elkaar over het erkennen en waarderen van het werk van jonge onderzoekers.

Jonge onderzoekers moeten een plek aan tafel krijgen

Het anders erkennen en waarderen van academisch werk, waarbij medewerkers van universiteiten niet meer alleen op hun individuele onderzoeksprestaties beoordeeld worden voor hun volgende aanstelling of beurs, wordt op verschillende universiteiten in stuurgroepen uitgedacht. Om als jonge wetenschapper mee te kunnen denken over manieren van erkennen en waarderen die passen bij de situatie van de promovendi en postdocs, moet men echter wel toegang hebben tot de werkgroepen die zich hierover buigen.

Uit eerder onderzoek van YSiT bleek al dat dit lang niet altijd het geval is. YSiT-lid Ines Koopman stelt dat jonge wetenschappers al wel meedoen aan dialoogsessies met de erkennen en waarderen-commissies, maar ook in de commissies zelf moeten zitten. De aanwezige vertegenwoordigers van de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit beamen dat er geen promovendi en postdocs in hun commissies zitten. Sara de Rijcke, aanwezig namens de Universiteit Leiden, vertelt dat er in de Leidse commissie één postdoc zit, maar benadrukt dat jonge wetenschappers die in dergelijke commissies zitten vaak degenen zijn die toch al een comfortabelere posities hebben. Juist de jonge wetenschappers in lastigere posities zijn echter degenen die representatie nodig hebben.

Maaike Verbree, aanwezig namens de commissie voor erkennen en waarderen aan de VU, vraagt zich af of het niet beter voor jonge wetenschappers is als zij zichzelf organiseren en vanuit die positie met de commissies samenwerken. Meerdere vertegenwoordigers van de jonge academici zijn het hiermee echter oneens. Jonge wetenschappers moeten eerder bij het proces betrokken worden, vinden zij. Sterker nog, voegt een vertegenwoordiger van Promovendi Netwerk Nederland (PNN) toe, het is niet voldoende om één vertegenwoordiger van jonge wetenschappers in de commissies te hebben. In dat geval zal de promovendus of postdoc zich immers minder vrij voelen om tegen de stroom van de commissie in te gaan wanneer dat eigenlijk wel in het belang is van de groep die gerepresenteerd moet worden.

Gebrek aan uniforme evaluaties zorgt voor ongelijk speelveld

Er bestaan grote verschillen in de manier waarop het werk van jonge wetenschappers aan verschillende universiteiten, onderzoeksvelden en afdelingen beoordeeld wordt. “Nu we het hebben over erkennen en waarderen zou het de perfecte tijd zijn om een duidelijkheid te scheppen over wat mensen moeten doen om hun graad te halen”, aldus het PNN. De regels zijn namelijk niet voor iedereen hetzelfde. Juist voor promovendi is het belangrijk dat duidelijk wordt gemaakt welke activiteiten naast het onderzoek zelf meegenomen worden in de jaarlijkse evaluaties.

Meld u hier aan de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Er moet bij het beoordelen van promovendi ruimte zijn voor werkzaamheden naast het onderzoek, voegt Verbree toe. Twee derde van de promovendi gaat na de promotie buiten de wetenschap werken, dus moet er binnen het promotietraject ook aandacht zijn voor onderwijs, managementtaken, en maatschappelijke impact. Werkzaamheden van promovendi die hen voorbereiden op een toekomst buiten de wetenschap moeten daarom ook een plaats kunnen krijgen in het proefschrift. Promovendi worden niet genoeg gestimuleerd om na te denken over een loopbaan buiten de wetenschap, voegt ze eraan toe. Het PNN onderschrijft dat en voegt eraan toe dat veel promovendi niet eens weten dat er voor de meesten van hen geen plek meer in de wetenschap is na de promotie.

Trainen van beoordelingscommissies

Niet alleen bij kennisinstellingen, ook bij financiers buigt men zich over de vraag hoet het nieuwe erkennen en waarderen gestalte kan krijgen. Guillaume Macor, programmamanager bij de het veni-programma van ZonMw, legt uit hoe men bij ZonMw omgaat met de beweging richting het anders erkennen en waarderen. Enkele jaren geleden is ZonMw bij het beoordelen van veni-aanvragen overgegaan naar een nieuw systeem waarin er in de vooraanmelding wordt gevraagd om een ‘narratief cv’ en een korte lijst van ‘key output’. De aanvrager beslist daarmee zelf wat hij of zij het belangrijkst vindt om aan de beoordelingscommissies te melden.

Hoewel er meer aandacht is voor de verschillende mogelijke loopbanen van onderzoekers, zal de academische carrière bij het toekennen van NWO-beurzen altijd centraal blijven staan, voorspelt Macor. “Want uiteindelijk geven we geld aan wetenschappers voor wetenschappelijk onderzoek.” Hij ziet een duidelijk verschil tussen een groep academici, meestal jonge wetenschappers, die graag verandering ziet in de evaluatiecriteria, en de commissieleden en externe referenten die al heel lang gewend zijn onderzoekers op een bepaalde manier te beoordelen en het moeilijk vinden dat te veranderen.

De commissieleden krijgen in het eerste stadium van de aanvraag nu de narratieve cv’s, maar willen liever de houvast van lijsten met publicaties en eerder verkregen beurzen. Er moet dus nog een cultuurverandering plaatsvinden, meent Macor. Om het erkennen en waarderen op financieringsniveau te veranderen, moeten de referenten en beoordelingscommissies beter getraind en begeleid worden, besluit de programma-manager.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK