Kamer wil hybride onderwijs behouden voor kwetsbare studenten

Nieuws | de redactie
19 augustus 2021 | Nu het hoger onderwijs weer helemaal open mag wil de Kamer dat studenten zowel online als fysiek onderwijs kunnen volgen. Ook wil het kabinet dat het onderwijs het gesprek aangaat met docenten die les moeten geven voor een klas vol niet-gevaccineerde studenten.
Minister Van Engelshoven in de tijdelijke Tweede Kamer in de Ridderzaal

Gisteren debatteerde de Tweede Kamer over versoepelingen die het kabinet vorige week vrijdag had aangekondigd. Een belangrijk onderdeel daarvan was de openstelling van het hoger onderwijs vanaf 30 augustus. Behalve mondkapjes in de gangen en maximaal 75 mensen in een collegezaal is er geen enkele restrictie meer. Toch had de Kamer ook wel zorgen: hoe zit het met de ventilatie en kunnen kwetsbare studenten niet toch gewoon thuis online onderwijs blijven volgen? 

Hoe zit het met medisch kwetsbare studenten? 

Attje Kuiken van de PvdA was allereerst blij dat het onderwijs weer open kan, maar had nog wel een aantal vragen. “Blijft hybride onderwijs ook mogelijk voor de medisch kwetsbare studenten, die niet verplicht kunnen worden om zich te laten vaccineren? Is het dan ook niet logisch om hen niet verplicht naar het onderwijs te sturen in deze kwetsbare fase?” 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

Ook wil Kuiken dat bij tentamens meer studenten aanwezig kunnen zijn dan 75. “Maximaal 75 studenten in een klas zorgt ervoor dat de toetsen die op korte termijn afgenomen moeten worden wellicht in gevaar komen voor mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten. Grotere complexen, bijvoorbeeld de RAI, kunnen meer studenten huisvesten, want daar kan de afstand van 1,5 meter worden gewaarborgd. Is het dan niet logisch om voor deze complexen het maximum van 75 leerlingen te laten vallen?” 

Het OMT had nog wel het kabinet geadviseerd om met de volledige opening van het hoger onderwijs te wachten tot 20 september, aangezien dat de datum is waarop alle studenten de mogelijkheid hebben gehad om volledig gevaccineerd te zijn. Nu heeft 65% van de leeftijdscategorie 18-25 jaar de eerste prik gehad en dat percentage neemt de laatste weken nauwelijks meer toe. 

Het OMT waarschuwt dat er nu nog clusterbesmettingen kunnen ontstaan, die leiden tot de nodige onrust. Het kabinet heeft een andere prioriteit en wil vanaf het begin van het collegejaar het hoger onderwijs openen.  

Hoe denkt de minister clusterbesmettingen te voorkomen? 

Lisa Westerveld van GroenLinks wilde van het kabinet weten hoe zij clusterbesmettingen tegengaan in het hoger onderwijs nu nog niet alle studenten gevaccineerd zijn. “Het OMT zegt: als we het nu al openen, leidt dat tot clusterbesmetting. Dat roept bij mij de volgende vraag op. Hoe denkt de minister te voorkomen dat die clusterbesmettingen zullen plaatsvinden? Zijn er nog andere maatregelen die genomen kunnen worden?” 

Net als de PvdA wilde Westerveld ook weten wat er nu gedaan is om het ook veilig te maken voor studenten met een kwetsbare gezondheid. “Lang niet alle studenten zijn opgelucht, want er zijn ook studenten die, bijvoorbeeld vanwege hun gezondheid of vanwege een handicap, juist heel veel baat hadden bij het online onderwijs. Ik wil de minister vragen wat er nu geregeld is voor deze groep.” 

Dit klinkt mij veel te stroperig 

Ook andere partijen zoals de Partij voor de Dieren en de ChristenUnie hebben zorgen over de veiligheid van studenten. Mirjam Bikker van de CU had zorgen om de veiligheid en de ventilatie. “In de kabinetsreactie staat dat er een praktische handreiking gaat komen omtrent ventilatie door een nader te bepalen partij. Dat klinkt me eerlijk gezegd veel te stroperig, want de scholen gaan in het noorden al zo’n beetje open, in ieder geval de mbo’s.” 

In de termijn van regering filosofeerde de minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge eerst nog over een vaccinatieverplichting voor docenten in het onderwijs. De VVD vond namelijk dat bedrijven en het onderwijs daarover moeten nadenken. De Jonge hield nog wat slagen om de arm, maar beloofde met handvatten te komen. “Mag je als werkgever aan je gevaccineerde docent vragen om voor een ongevaccineerde klas te gaan staan? Dat is eigenlijk het gesprek dat werkgevers in het onderwijs te voeren hebben. Ik vind dat we met al die sectoren dit gesprek moeten voeren, want al die dilemma’s komen overal terug. We zullen daar toch handvatten voor moeten bieden. Laten we hopen dat dat kan.” 

Instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor ventilatie  

Minister Van Engelshoven benadrukte allereerst dat instellingen zelf verantwoordelijk zijn voor de ventilatie van gebouwen in antwoord op vragen van de CU en GL. “In mbo en hoger onderwijs zijn echt de instellingen zelf verantwoordelijk. Daar worden ze ook volledig voor bekostigd. Een inventarisatie die wij het afgelopen jaar hebben gedaan, leidde dan ook niet tot grote vraagtekens of grote zorgen over de ventilatie in deze onderwijssectoren.” 

De minister roept studenten en docenten wel op om instellingen te bevragen of zij voldoen aan de normen die het RIVM stelt. “Ik heb in mijn brief aan de onderwijsinstellingen van afgelopen vrijdag expliciet gevraagd om naar die adviezen te kijken om te bezien of ze eraan voldoen. We zullen dat in het servicedocument ook nog een keer opnemen, zodat docenten of studenten die zich daar zorgen over maken heel goed kunnen zien waaraan men moet voldoen en of dat gebeurd is, zodat ze de leiding daarop kunnen bevragen.” 

Bij clusterbesmettingen de GGD inschakelen  

Met betrekking tot de risico’s op clusters van besmettingen waar het OMT voor waarschuwde, daar zag de minister ook de opdracht voor de instellingen. Als veel studenten afwezig blijken dan moet de instelling kijken of er niet sprake is van een cluster en dan is het zaak om de lokale GGD in te schakelen. 

Op de vraag vanuit de Kamer of er toch niet hybride onderwijs mogelijk blijft voor kwetsbare studenten kon de minister geen harde toezegging doen. “Wat wij van instellingen verwachten, is dat zij voor kwetsbare studenten en voor kwetsbare docenten die zich zorgen maken om hun gezondheid, gaan kijken wat zij gezamenlijk aan maatwerk kunnen leveren. Natuurlijk vinden we dit allemaal belangrijk, maar u snapt ook dat ik van docenten en instellingen het onmogelijke vraag als ik zou zeggen dat we beide vormen in de lucht houden.” 

Instellingen hebben enorm veel geld gekregen voor maatwerk 

De term maatwerk vond Frank Wassenberg van de PvdD wat te vaag en die wilde extra geld voor het mbo en het hoger onderwijs om hybride onderwijs goed te organiseren. De minister was resoluut in haar antwoord, verwijzend naar het Nationaal Programma Onderwijs. “Wanneer instellingen bij mij komen en vragen om extra middelen voor zaken die leiden tot extra kosten, dan denk ik: u heeft de afgelopen tijd juist enorme hoeveelheden extra geld gekregen, juist om die begeleiding op een goede manier vorm te geven.” 

De PvdA diende een motie in om bij tentamens meer dan 75 studenten toe te laten. De minister zei toe om hier zowel in het kabinet als ook met instellingen in gesprek te gaan om te kijken wat hier mogelijk is.  

Bikker van de ChristenUnie vroeg de minister via een motie om in gesprek te gaan met de koepels VSNU en VH om hybride onderwijs ook na 30 augustus mogelijk te maken, nu voor chronisch zieke studenten het onderwijs nog niet veilig is. De minister moest hier wel een kanttekening bij plaatsen. “Ik lees de motie zo dat dat gesprek er niet toe moet leiden dat in alle gevallen voor al die studenten die hybride vorm er is. U wilt ook niet dat wij van docenten het onmogelijke gaan vragen wat betreft de werkdruk. In sommige werkgroepvormen is het nog best een uitdaging om daar een hybride vorm naast te zetten. Dat gaat gewoon niet altijd lukken.” 

Beide moties van de PvdA en de ChristenUnie werden met een grote Kamermeerderheid aangenomen.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK