Den Haag heeft onvoldoende aandacht voor behoeftes hoger onderwijs in krimpregio’s
Het Conservatorium Maastricht opende afgelopen maandag het academisch jaar. Luc Verburgh, bestuursvoorzitter van Zuyd Hogeschool, sprak de aanwezigen toe, onder wie zich ook demissionair minister van OCW Ingrid van Engelshoven bevond. Verburgh nam de gelegenheid te baat de minister op te roepen bepaalde dingen te verbeteren. “Ik zou de minister graag willen uitnodigen om te werken naar een meer consistent krimpbestendig perspectief te werken ten opzichte van het financieren van hoger onderwijs”, zei de Limburgse bestuurder. “De regio moet centraal staan, omdat daar zowel het probleem als de oplossing een startpunt vindt.”
Volgens Verburgh wordt in Den Haag te veel gekeken naar algemene en gemiddelde belangen, waardoor de zogenaamde krimpregio’s niet voldoende aandacht krijgen. “In het hoger onderwijs proberen wij ook om ons niet te richten op het gemiddelde. Nee, wij kijken naar individuele belangen en benodigdheden. Bij Zuyd blijven wij werken aan onze publieke en regionale opdracht. Hopelijk blijft u, of uw opvolger, doorwerken aan oplossingen voor dit systeem.”
Pandemie legt structurele problemen bloot
Het feit dat de opening plaatsvindt in het Conservatorium, terwijl juist de kunstsector zo hard getroffen is door de coronacrisis, is voor minister Van Engelshoven aanleiding om deze sector als voorbeeld te gebruiken voor haar antwoord op deze oproep. “Hoewel ik heb gevochten om deze sector en de jonge professionals financieel te ondersteunen, realiseer ik mij dat dit niets afdoet aan de pijn van de afgelopen periode. We moeten dan ook eerlijk zijn. De pandemie is een tijdelijke crisis, maar het heeft knelpunten blootgelegd die structureel van aard zijn. Die problemen vragen om structurele oplossingen.”
Van Engelshoven is het dus eens met de oproep van Verburgh, maar de gevraagde oplossingen zijn er nog niet. “Ik sta volledig achter wat Luc Verburgh zei. Het hoger onderwijs is van levensbelang voor deze regio, en dat betekent dat we anders moeten nadenken over de manier waarop we het financieren. We hebben uitgezocht hoe we dat kunnen doen, en de feiten en cijfers staan allemaal klaar om gebruikt te worden. Dat is een opdracht voor een volgend kabinet.”
Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief
Wel steekt de minister de aanwezige studenten een hart onder de riem. “De kracht van deze sector is dat we als maatschappij niet zonder kunnen. Elk jaar komen studenten vanuit de hele wereld hier om zich te verrijken in muziek, kunst en cultuur. Elk jaar kunnen ze zich hier weer ontwikkelen en blootstellen aan een groot publiek, en elk jaar verrijken alumni uit Maastricht de levens van Nederlanders en mensen ver buiten onze grenzen. We zijn nog niet klaar met de crisis, maar laten we vandaag vieren dat we in ieder geval weer samen kunnen zijn.”
Eerste stap is gezet
De laatste keer dat de minister bij Hogeschool Zuyd op bezoek kwam was het namelijk nog onduidelijk hoe deze periode eruit zou komen te zien. Studenten konden de minister online vragen stellen over de pandemie en de situatie van studenten. “Bijna elke vraag ging over de terugkeer van fysiek onderwijs. Hoe anders is Maastricht vandaag! Overal lopen studenten, die elkaar fysiek tegenkomen. Natuurlijk zijn er nog wat regels, maar vanaf vandaag kunnen meer dan een miljoen studenten en leraren weer in het echt afspreken. Ik ben dan ook erg blij dat we deze stap hebben kunnen nemen. De vooruitgang die we geboekt hebben, het feit dat dit kan, is allemaal dankzij jullie. En laten we vooral zo doorgaan om samen onze hernieuwde vrijheid te bewaren.”
