Engelstalig onderwijs laat meertaligheid studenten onbenut

Nieuws | de redactie
29 september 2021 | Wanneer het Engels als voertaal wordt gebruikt in een klas met internationale studenten, blijven de vaardigheden van deze studenten in andere talen vaak onbenut, schrijven onderzoekers van de Universiteit Maastricht. Studenten met een andere moedertaal dan het Engels missen vaker de nuances in discussies en theorie. De onderzoekers opperen daarom om ook andere talen dan het Engels in het onderwijs te betrekken en studenten die eenzelfde taal beheersen te laten samenwerken.

Een aanzienlijk deel van de opleidingen in het Nederlandse hoger onderwijs gebruikt Engels als voertaal. Daarmee trekken hoger onderwijsinstellingen, naast Nederlandse studenten, ook grote aantallen internationale studenten aan met een grote variatie aan moedertalen (L1). Daarnaast beheersen deze internationale studenten in meerdere of mindere mate tweede (L2) of derde (L3) talen. Het gebruik van slechts één taal als voertaal bij vakken of opleidingen kan ertoe leiden dat studenten vaardigheden in andere talen verliezen, schrijven onderzoekers van de Universiteit Maastricht. Daarnaast kan de onderwijskwaliteit van Engelstalige cursussen lager worden beoordeeld door studenten wier moedertaal niet Engels is, aangezien deze studenten zich wellicht minder goed kunnen uitdrukken tijdens lessen en minder informatie uit de Engelstalige literatuur kunnen halen.  

De onderzoekers hebben daarom bekeken wat de relatie is tussen de talige vaardigheden van studenten en hun oordeel over de kwaliteit van de Engelstalige opleiding. Daartoe is eerst onderzocht hoeveel talen studenten beheersen en in welke mate zij dat doen. Daarnaast is onderzocht in welke mate studenten wisselen van taal tijdens het Engelstalige onderwijs, hoe studenten de academische kwaliteit van dit Engelstalig onderwijs beoordelen, en wat het verband is tussen de moedertaal of de tweede taal van een student en diens oordeel over academische kwaliteit. 

Groep met 67 verschillende moedertalen 

Het onderzoek is uitgevoerd onder studenten van de Universiteit Maastricht die in één van de drie opeenvolgende cohorten (2017, 2018 en 2019) deelnamen aan het Engelstalige keuzevak ‘Power and Democracy’.  Daarin werd gedurende twaalf werkcolleges van twee uur nagedacht over zaken rondom macht en democratie. De meeste deelnemende studenten volgden een opleidingen binnen de geesteswetenschappen of de sociale wetenschappen.  

Elk cohort bestond uit gemiddeld 140 studenten. Uiteindelijk is de data van 342 studenten gebruikt in het onderzoek. Binnen deze groep waren er 67 verschillende moedertalen, en een derde van de participerende studenten is tweetalig grootgebracht.  

Enquête en focusgroepen 

De benodigde data zijn verzameld middels een enquête en gesprekken met focusgroepen. In de enquête werd studenten gevraagd een of meerdere moedertalen aan te geven alsook een eventuele tweede, derde, vierde of vijfde taal. Daarbij werd hen gevraagd zelf te beoordelen in welke mate zij deze talen beheersen op basis van het Europees referentiekader, strekkend van niveau C2 tot niveau A1. De onderzoekers veronderstellen dat studenten hun moedertaal op niveau C1 of C2, de hoogste niveaus, spreken. 

Daarnaast werd de studenten gevraagd op een schaal van één tot vijf aan te geven in welke mate zij instemden met 78 stellingen betreffende hun taalvaardigheden. De respons op negen van deze stellingen werd gebruikt in het onderzoek. Vier van deze stellingen betroffen het gebruik van andere talen dan Engels; de andere vijf betroffen opvattingen over de academische kwaliteit van Engelstalige onderwijsprogramma’s. 

Vrijwel alle studenten spreken een tweede taal 

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat 97 procent van de ondervraagde studenten een tweede taal spreekt; de uitzonderingen daarop waren allen Engelssprekende studenten. Daarnaast sprak 73 procent een derde taal. Tussen de zestig en de tachtig procent van de studenten gaf aan de tweede taal te beheersen op niveau C1 of C2, de twee hoogste niveaus. Slechts tien procent gaf aan een derde taal op dat niveau te beheersen.  

Hoewel de groep ondervraagde studenten een grote talige diversiteit kent, worden maar weinig talen op niveau C1 of C2 beheerst, schrijven de onderzoekers. Slechts het Engels en de moedertaal van studenten vormen daarop een uitzondering. Deze bevinding lijkt daarom weinig aansporing te geven om het onderwijs in andere talen dan het Engels te verzorgen. Er zijn echter grotere groepen die ofwel dezelfde moedertaal hebben ofwel een taal als tweede of derde taal beheersen. Daarbij gaat het voornamelijk om de talen Nederlands, Frans en Duits. Dat biedt kansen om studenten ontwikkeling in die talen aan te bieden en hun repertoire aan taalvaardigheden zodoende uit te breiden, aldus de Maastrichtse onderzoekers.  

Negatieve invloed op beheersing eigen moedertaal 

Binnen het Engelstalige onderwijsprogramma vielen studenten regelmatig terug op een andere taal dan het Engels, blijkt uit de antwoorden van de ondervraagde studenten. Zo gebruikten Nederlandse studenten hun moedertaal relatief vaker dan andere studenten en wisselden Frans- en Duitssprekende studenten relatief gemakkelijk van taal. Engelstalig onderwijs blijkt minder ‘English-only’ te zijn dan formeel kan lijken, schrijven de onderzoekers. Verder vielen studenten met Engels als moedertaal juist minder vaak terug op een andere taal; gezien het feit dat Engels de voertaal was bij de onderzochte cursus, vinden de onderzoekers dat niet opvallend.  

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

In de focusgroepen gaven studenten aan dat het gebruik van Engels als voertaal negatieve invloed heeft op hun beheersing van de eigen moedertaal. Zo spraken internationale studenten van verval en een gebrek aan talige flexibiliteit bij het gebruik van hun moedertaal. Ze hadden daarnaast meer moeite om in de eigen taal een discussie te voeren of nuances te verwoorden. Nederlandse studenten waren minder negatief over de invloed van het Engels als voertaal. Zo gaven sommigen van hen aan het lastig te vinden om op academisch niveau in het Nederlands te schrijven, hoewel anderen aanvulden dat hun gewenning aan het Engels daartoe de grootste reden was.  

Tevens bleek uit de gesprekken binnen de focusgroepen dat studenten zich gedurende sociale interacties wel bedienden van meerdere talen, maar inzake het onderwijsprogramma alleen Engels gebruikten – ook wanneer in hun moedertaal aanvullende of andere literatuur beschikbaar was.  

Engels als voertaal leidt niet tot lagere onderwijskwaliteit 

Het gebruik van Engels als voertaal beïnvloedt niet alleen de taalvaardigheden van studenten, het heeft ook invloed op het taalgebruik tijdens colleges, blijkt uit de onderzoeksresultaten. Bijna de helft van de respondenten geeft aan dat studenten voor wie Engels niet de moedertaal is vaker kiezen voor simpel taalgebruik in de klas. Echter, slechts zo’n tien procent van de respondenten meent dat de onderwijsstandaard daalt wanneer Engels de voertaal is. Zo’n achttien procent van de studenten meent dat Engelstalig onderwijs oppervlakkiger is dan onderwijs in de eigen moedertaal.  

Uit de gesprekken binnen de focusgroepen bleek dat studenten vooral tijdens het eerste en het tweede studiejaar moeite hadden met het Engels als voertaal. Zo meenden meerdere studenten dat ze een betere kennisbasis zouden hebben wanneer het onderwijs in die studiejaren in hun moedertaal was geweest. In een later stadium van de opleiding stelde hun gewenning aan het Engels hen echter in staat om meer en bredere informatie te vinden. Nederlandse studenten waren in het algemeen kritischer dan studenten met andere nationaliteiten; de Nederlanders hekelden vooral het feit dat ze in Engelstalige klassen minder diepgaande gesprekken konden voeren. 

Koppel studenten op basis van beheerste taal 

Het onderzoek laat zien dat er potentie is om vaardigheden in andere talen dan het Engels te ontwikkelen in Engelstalig onderwijs, stellen de onderzoekers. Zo zou men studenten die Frans als tweede taal beheersen kunnen laten samenwerken met studenten wier moedertaal Frans is; zij zouden samen artikelen of relevante onderwerpen kunnen bestuderen in het Frans. Wanneer de resultaten vervolgens in het Engels worden gepresenteerd, kunnen ook studenten die geen Frans spreken profiteren van de opgedane kennis, opperen de onderzoekers.  

Daarnaast kan het wenselijk zijn om binnen Engelstalige onderwijsprogramma’s ook in een aantal andere talen instructies te geven, schrijven de onderzoekers. Veel nuances in taal en theorie, die veel niet-Engelstalige studenten missen in het Engelstalig onderwijs, kunnen dan alsnog op vrijwel alle studenten worden overgebracht. Zo krijgen ook zij de nuances mee die voor studenten met het Engels als moedertaal al vanzelfsprekend zijn.  

Talige diversiteit stimuleert culturele homogeniteit 

De internationale studenten die Engelstalig onderwijs volgen bezitten veel taalvaardigheden die in dat onderwijs niet worden benut, concluderen de onderzoekers. Wanneer deze meertalige studenten ook literatuur of hulpbronnen in andere talen dan het Engels zouden gebruiken en ook in andere talen dan het Engels zouden worden onderwezen, kan dat de onderwijskwaliteit verhogen.  

Bij hun aanbevelingen plaatsen de onderzoekers wel de kanttekening dat het moeilijker wordt om een talig divers onderwijsprogramma op te zetten naarmate de diversiteit aan moedertalen van studenten groeit. Hoe meer verschillende talen de studenten gebruiken, hoe groter de druk wordt om het onderwijs te beperken tot één taal. Paradoxaal genoeg kan een grotere diversiteit aan taalvaardigheden bijdragen aan culturele homogeniteit binnen een universiteit, aldus de onderzoekers.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK