Gebruik kennis academische leerkracht voor oplossen leesprobleem

Nieuws | de redactie
30 september 2021 | Academisch geschoolde leerkrachten in het basisonderwijs stromen uit omdat ze hun academische vaardigheden daar te weinig kunnen inzetten. Gebruik de kennis en kunde van deze leerkrachten om de leesproblemen van kinderen tegen te gaan, stelt CDA-Kamerlid René Peters voor.
Pieter-Jan Ruiter en Maaike Radix van de Beroepsgroep Academici Basisonderwijs met leden van de Tweede Kamer. Beeld: Twitter BAB.

Onlangs kreeg de Beroepsvereniging Academici Basisonderwijs (BAB) de gelegenheid een onderzoeksrapport naar het weglekken van academisch geschoolde leerkrachten toe te lichten aan leden van de Tweede Kamer. Namens het BAB vertelden Maaike Radix en Pieter-Jan Ruiter, respectievelijk vicevoorzitter en secretaris van het de beroepsvereniging, dat veel academische leerkrachten het onderwijs verlaten vanwege een gebrek aan loopbaanmogelijkheden. Gezien de reeds bestaande tekorten aan leerkrachten is dat problematisch, hielden zij de Kamer voor. 

Te weinig mogelijkheden en te weinig salaris 

“Academisch geschoolde leerkrachten zijn opgeleid om een voortrekkende rol binnen een school in te nemen, bijvoorbeeld een kritische rol”, legde Radix uit. “Zij hebben kritisch-analytische vaardigheden die scholen kunnen helpen zich verder te ontwikkelen.” Ruim een kwart van de academisch geschoolde leerkrachten is echter niet meer werkzaam in het basisonderwijs. Van hen geeft 71 procent aan dat hun vertrek te maken had met het gebrek aan loopbaan- en ontwikkelmogelijkheden.  

Ook een te laag salaris en een te hoge werkdruk vormen redenen voor vertrek. De meeste academisch geschoolde leerkrachten worden namelijk ingedeeld in de reguliere onderwijssalarisschaal (L10); ook na vijf jaar bevindt een groot gedeelte van deze leerkrachten zich nog in die schaal. Slechts een klein gedeelte stroomt door naar de schaal L11, en slechts tien procent komt in schaal L12 terecht. Daarnaast zegt 65 procent van de academisch geschoolde leerkrachten te weinig tijd te hebben om academische vaardigheden in te zetten buitenom de lestijd, terwijl veertig procent dat wel zou willen. Hoewel het vertrek van deze leerkrachten zorgelijk is, heeft slechts drie procent van de basisscholen beleid dat is gericht op deze groep, vertelde Radix.  

Te weinig geld en te weinig ruimte 

Volgens de vertegenwoordigers van de BAB zijn veel leerkrachten bereid meer uren te gaan werken wanneer ze ook tijd en ruimte krijgen voor het inzetten van hun academische vaardigheden, bijvoorbeeld door onderzoek te doen naar leesonderwijs. Ook toen Lisa Westerveld, Kamerlid voor GroenLinks, hen vroeg wat deze leerkrachten ervan weerhoudt om meer te gaan werken legde Radix uit dat leerkrachten pas meer willen gaan werken wanneer zij meer ruimte krijgen om ook hun academische vaardigheden in te zetten. “En dan niet alleen na kwart over drie”, aldus de vicevoorzitter van de BAB. 

Ook het algemene tekort aan leerkrachten en geld draagt bij aan deze problematiek, lichtte Pieter-Jan Ruiter toe. “Er is nu gewoon te weinig ruimte om academisch geschoolde leerkrachten de tijd te geven om hun aangeleerde competenties te benutten. Er is te weinig ruimte om mensen iets anders te laten doen dan lesgeven.” 

Los de leescrisis op met deze crisis 

René Peters, Kamerlid voor het CDA en voormalig schooldirecteur, zag kansen om deze crisis te gebruiken bij het bezweren van een andere crisis, namelijk de slechte staat van de leesvaardigheid van jongeren. “Als je geluk hebt noemen we je dyslectisch, zeg ik altijd, want dan krijg je bijles. De rest heeft pech. Ondertussen is de kennis over goed leesonderwijs gewoon niet tot in de haarvaten van het onderwijs getrokken. Dat is de reden dat veel leerlingen de school als functioneel analfabeet verlaten – oftewel, ze lezen de Telegraaf, maar weten niet wat er staat.” 

“Stel dat ik weet dat een academisch geschoolde leerkracht de kennis heeft om iedereen binnen een school aan te leren hoe zij kinderen echt goed leesonderwijs kunnen geven, maar dat er geen geld is om die leerkracht iets anders te laten doen dan voor de klas staan,” schetste Peters, “als er dan geld zou komen om die leerkracht twee dagen per week uit te roosteren met de opdracht om de collega’s te helpen met hun leesonderwijs, dan los ik daarmee voor alle kinderen leesproblemen op.”  

Volgens Peters zal de bekostiging daarvan geen probleem hoeven zijn omdat het veel individuele dyslexie trajecten overbodig maakt. “Nu ben ik dat geld kwijt aan individuele trajecten voor kinderen van hoogopgeleide, blanke ouders – want heel toevallig heeft 92 procent van de kinderen met dyslexie zulke ouders. Als dat anders wordt besteed, lost het zowel de leesproblemen van kinderen als de problemen van veel academisch geschoolde leerkrachten op. Ik begrijp dat ik daarmee gruwelijk kort door de bocht ga, maar dat is wel de richting waarin ik denk.” 

De vertegenwoordigers van de BAB beaamden dat de benodigde expertise inderdaad aanwezig is, maar dat het nu nog ontbreekt aan geld en personeel om de academisch geschoolde leerkrachten anders te kunnen inzetten. Daarom gaven zij aan de structurele extra bekostiging graag tegemoet te zien. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK