Niet-westerse student behaalt minder studiesucces

Nieuws | de redactie
20 september 2021 | Het relatief grote aandeel studenten met een niet-westerse achtergrond zorgt er mede voor dat de rendementen in het Hoger Economisch Onderwijs (HEO) lager zijn dan gemiddeld. De Vereniging Hogescholen komt daarom met een verdiepingsdocument om grip te krijgen op de kwestie en het studentsucces binnen het HEO te vergroten.
“Het lagere rendement binnen het HEO is mede veroorzaakt door het gebrek aan een integrale aanpak wat betreft het succes van de student, aldus de onderzoekers.”

Het rendement binnen het Hoger Economisch Onderwijs (HEO) ligt lager dan in andere sectoren, schrijven onderzoekers van Fontys Hogescholen en de HAN in het ‘Verdiepingsdocument Studentsucces’ van de Vereniging Hogescholen. Het lagere rendement binnen het HEO is mede veroorzaakt door het gebrek aan een integrale aanpak wat betreft het succes van de student, aldus de onderzoekers. Studentsucces gaat namelijk niet alleen over rendement en betreft meer dan alleen het afronden van een studie; het behelst ook het welzijn, de motivatie, en de eigen ontdekking en ontwikkeling van de studenten.  

Aandacht voor een dergelijke integrale aanpak lijkt binnen het HEO hard nodig te zijn. De sector trekt namelijk veel studenten aan met een lagere kans op studentsucces. “Het gemiddelde percentage jongens, mbo-instromers, eerstegeneratie-instromers en niet-westerse instromers ligt hoger dan in andere sectoren”, schrijven de onderzoekers. Juist jongens en mbo’ers hebben echter meer kans op uitval.  

Kans op uitval veel groter  

Ook de relatief hoge instroom van studenten met een niet-westerse migratieachtergrond draagt bij aan het lagere rendement binnen het HEO. “Niet-westerse studenten doen langer over hun studie, halen lagere tentamencijfers, vallen vaker uit en switchen vaker”, aldus de onderzoekers. De kans dat een student met een niet-westerse migratieachtergrond uitvalt of wisselt van opleiding is zelfs 75 procent hoger dan die kans voor een student zonder een dergelijke achtergrond.  

Daarnaast maken studenten met een niet-westerse migratieachtergrond hun studiekeuze vaak op basis van extrinsieke motivatie zoals arbeidsmarktperspectieven. Ook hebben zij vaker te maken met druk vanuit de thuisomgeving. Beide factoren vergroten de kans op uitval van de student.  

Veertien factoren voor studentsucces 

Hoewel het volgens de onderzoekers onmogelijk is een algemene definitie van studentsucces te geven, wordt het begrip volgens hen gekenmerkt door een centrale rol voor de student, een waarderende en inclusieve onderwijscultuur, en een duurzame relatie tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Daarvan uitgaande hebben zij het ‘Model Studentsucces’ gemaakt, een model met veertien beïnvloedbare factoren die het succes van een student kunnen verhogen.  

De eerste groep factoren betreft de oriëntatie en aansluiting van studenten. Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat studenten van tevoren realistische verwachtingen hebben en reële ervaringen met de studie; dit verkleint de kans op uitval. Een duurzame relatie met het mbo en het voortgezet onderwijs kan de aansluiting vergemakkelijken; daar zou men studenten reeds vaardigheden kunnen bijbrengen die ze nodig hebben in het hbo. Daarnaast is het zaak dat een student verbondenheid met en betrokkenheid op de studieomgeving gaat voelen, aangezien ook dat tot minder uitval leidt.  

Ook het ontwerp en de ontwikkeling van het onderwijs bij hogescholen heeft invloed op studentsucces, schrijven de onderzoekers. Zo is het belangrijk dat het onderwijs geheel gericht is op de student, dat alle onderdelen van de leeromgeving op elkaar zijn afgestemd, dat er regelmatig getoetst wordt om de studievoortgang te volgen en dat deze toetsen bijdragen aan een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt. Daarnaast is aandacht voor het welzijn van álle studenten, niet alleen studenten die studeren onder bijzondere omstandigheden, van belang. Verder is een student volgens de onderzoekers gebaat bij autonomie; dat is een voorwaarde voor intrinsieke motivatie, en intrinsiek gemotiveerde studenten vallen minder vaak uit dan extrinsiek gemotiveerde studenten. 

Leergemeenschappen voor studenten met een niet-westerse achtergrond 

Wat betreft het onderwijsontwerp zien de onderzoekers ook een grote rol weggelegd voor blended onderwijs, aangezien het onderwijs daarmee beter kan worden afgestemd op de individuele voorkeuren en behoeftes van studenten. Mede door de opkomst van blended onderwijs zijn de verwachtingen van docenten veranderend, terwijl juist docenten de grootste invloed hebben op het succes van studenten, schrijven de onderzoekers. Daarom is ook docentprofessionalisering één van de factoren die belangrijk is in het vergroten van studentsucces.  

In de nieuwe rol is de docent vaker dan voorheen actief als coach van de student. Ook decanen en studentpsychologen vervullen die rol. Hierbij merken de onderzoekers op dat studenten met een niet-westerse achtergrond wegens schaamte minder snel naar een studentpsycholoog of een decaan gaan. Aangezien het daarbij vaak om eerstegeneratiestudenten gaat, zijn juist zij echter gebaat bij dat soort hulpverlening. Daarom is afstemming tussen docenten, decanen en studentpsychologen in de coaching van een student erg belangrijk, aldus de onderzoekers. 

“Om het studentsucces van studenten met een niet-westerse migratieachtergrond te bevorderen, wordt aanbevolen om leergemeenschappen te ontwerpen waarin het leren intensief wordt begeleid door docenten”, schrijven de onderzoekers tot slot. “Begeleiding, persoonlijk contact, kleinschaligheid en een gevoel voor culturele diversiteit is daarbij uiterst belangrijk.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK