OCW baseert experiment met studentpromovendi op bedenkelijk onderzoeksrapport

Nieuws | door Frans van Heest
14 september 2021 | Het experiment met studentpromovendi is door minister Van Engelshoven uitgebreid op basis van een rapport dat nu door het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit op het onderdeel transparantie als ‘bedenkelijk’ wordt geclassificeerd – het op een na zwaarste oordeel – omdat er druk is gezet op de geïnterviewde promovendi.

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) vindt dat de onderzoekers van de Universiteit Twente onvoldoende transparant zijn geweest over de aard en ernst van de bestuurlijke beïnvloeding vanuit de Rijksuniversiteit Groningen op het onderzoek naar studentpromovendi. Dat de Twentse onderzoekers daar niet transparant over zijn geweest, heeft effect op het vertrouwen in de wetenschap, zo stelt het LOWI. Los van het oordeel van het LOWI zijn er inmiddels ook zorgen over de onafhankelijkheid van de eindevaluatie die nu uitgevoerd wordt door ResearchNed. 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

In 2019 is, in opdracht van het ministerie van OCW, een tussenevaluatie van het experiment met studentpromovendi uitgevoerd door het Center for Higher Education Policy Studies (CHEPS) van de Universiteit Twente. Deze evaluatie voldoet echter niet aan de wetenschappelijke gedragscode zoals die is vastgesteld door NWO, de KNAW en de VSNU in 2018, concludeert het LOWI. Het zijn met name de ernst en de aard van de druk die de leiding van de Graduate School van de Rijksuniversiteit Groningen heeft uitgeoefend op de door CHEPS geïnterviewde student-promovendi die de onderzoekspraktijk van CHEPS bedenkelijk maken; zij hadden transparanter moeten zijn over deze beïnvloeding, zo stelt het LOWI vast.  

Promovendi kunnen hun eigen onderwerp kiezen 

Het experiment met studentpromovendi is in 2016 gestart met als doel het aantal promovendi in Nederland flink te laten stijgen. Promovendi zouden geen dienstverband meer krijgen, maar een beurs van de universiteit. Dat is goedkoper voor de universiteit; in ruil voor het mislopen van een vast dienstverband zouden de deelnemers aan het experiment betere begeleiding krijgen in de vorm van onderwijs.  

Bovendien zouden de studentpromovendi ook vrijer zijn in hun keuze voor een onderwerp. De Rijksuniversiteit Groningen (RUG), met inmiddels bijna achthonderd studentpromovendi, en de Erasmus Universiteit, met enkele tientallen studentpromovendi, besloten deel te nemen aan dit experiment. De tussenevaluatie was bedoeld om voortijdig grote nadelige effecten te kunnen zien. Mocht dit het geval zijn, dan zou het experiment worden gestopt. 

Vanuit linkerflank van de Tweede Kamer is er altijd flinke kritiek geweest op dit experiment; het zou de arbeidsvoorwaarden van promovendi flink uitkleden. Ook demissionair minister Van Engelshoven is niet altijd gelukkig geweest met deze erfenis van haar voorganger. Vorig jaar bepleitte Jan Paternotte (D66) zelfs nog om het experiment per direct te stoppen en de studentpromovendi te compenseren voor gederfde inkomsten.  

Toen in 2016 het experiment wetsvoorstel werd aangenomen, is besloten om in 2019 een tussenevaluatie uit te voeren. Deze is uitgevoerd door CHEPS, het Center for Higher Education Policy Studies van de Universiteit Twente. Reeds gedurende die tussenevaluatie kwam er veel kritiek op dit rapport; volgens het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) zou het namelijk niet onafhankelijk zijn. De RUG had zelf mensen gerekruteerd voor de interviews die CHEPS zou moeten afnemen, en die rekrutering was volgens PNN weinig onafhankelijk.  

Minister is negatief, daarom is een goede evaluatie belangrijk 

“Ik weet dat de huidige minister negatief lijkt te staan ten opzichte van het door de vorige minister gestarte programma promotieonderwijs. Daarom is het extra belangrijk dat deze tussentijdse evaluatie goed verloopt”, zo luidde de uitnodigingsbrief van decaan Lou de Leij aan de nog te interviewen studentpromovendi. 

Toen het onderzoek van CHEPS af was, bleek de kritiek van het PNN op bovenstaande praktijk niet te zijn meegenomen in de onderzoeksrapportage. CHEPS rapporteerde dan ook positief over het experiment met de studentpromovendi. De hoofdconclusie van de tussenevaluatie was dat er ten aanzien van het experiment geen grote negatieve gevolgen werden geconstateerd die noopten tot bijsturing, opschorting of beëindiging van het experiment. De verzameling van de data onder die conclusie is echter op een bedenkelijke manier tot stand gekomen, zegt het LOWI nu. 

Ook critical review was positief 

De kritiek vanuit PNN, maar ook vanuit een deel van de Kamer, hield echter aan en deed de minister besluiten een critical review uit te laten voeren door de Leidse hoogleraar onderwijskunde Wilfried Admiraal en zelfstandig onderzoeker Nel Verhoeven. Ook zij kwamen tot de conclusie dat het onderzoek van CHEPS gedegen was uitgevoerd.  

In november 2019 is daarom door het PNN bij de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de Universiteit Twente een klacht ingediend. Het CWI heeft het eigen College van Bestuur vervolgen geadviseerd om dit onderzoek op een aantal punten te classificeren onder de term ‘bedenkelijk gedrag’. De bestuurders van de Universiteit Twente legden dit advies echter naast zich neer; zij waren van mening dat het onderzoek slechts door lichte tekortkomingen werd getekend. Voor het PNN was dit reden om naar het Landelijke Orgaan Wetenschappelijke Integriteit te stappen en daar het gelijk te zoeken.   

Uitgesproken voorstander 

Ook bij het LOWI concentreert de uitspraak zich op het feit dat de Twentse onderzoekers zich onvoldoende bewust zijn geweest van de beïnvloeding van het wetenschappelijk onderzoek door de RUG – in het bijzonder wat betreft de interviews. “Verzoeker heeft erop gewezen dat de geïnterviewde door een direct belanghebbende bij de uitkomst van het onderzoek zijn uitgenodigd voor deze interviews en voor een belangrijk deel ook door hem zijn geselecteerd. Omdat deze persoon uitgesproken voorstander is van het experiment, betwist Verzoeker de representativiteit van de geselecteerde personen”, schrijft het LOWI 

“Verder wijst PNN erop dat de direct belanghebbende vanuit de RUG de lijst met gespreksonderwerpen voorafgaand aan de interviews heeft toegestuurd aan bestuurders en beleidsmedewerkers en niet aan de groep wiens belangen. Hierdoor was de groep minder goed voorbereid op de interviews dan de bestuurders en beleidsmedewerkers”, luidt het vervolg. 

In het oordeel van het LOWI staat dat het hier gaat “om een indringende poging van een [direct belanghebbende bij het onderzoek] om de uitkomst van het beleidsonderzoek te beïnvloeden. Van een dergelijke poging tot beïnvloeding van de resultaten van een onderzoek door een van de direct belanghebbenden bij de uitkomst daarvan, dienen onderzoekers melding te maken.” 

Dit heeft effect op het vertrouwen van de wetenschap 

“Hoewel deze poging tot beïnvloeding niet aan Betrokkenen is toe te schrijven, heeft het gebrek aan transparantie over de gang van zaken tijdens het onderzoek wel effect op het vertrouwen in de wetenschap. Bij de kwalificatie van de normschending acht het LOWI dus niet zozeer de politiek-maatschappelijke context waarbinnen het onderzoek heeft plaatsgevonden relevant, maar de aard en ernst van de poging tot beïnvloeding”, zo licht het LOWI toe.

Vanuit CHEPS wordt erop gewezen dat geen enkel onderzoek perfect is, zeker niet in een politiek krachtenveld. Het College van Bestuur van de Universiteit Twente heeft tijdens de hoorzitting bij het LOWI echter laten weten dat de politieke context waarbinnen dit onderzoek is uitgevoerd niet extra mee moet wegen; het Twentse bestuurscollege lijkt het politieke krachtenveld waarbinnen het onderzoek plaatsvond dus niet te beschouwen als excuus. 

Het is niet opzettelijk wel nalatig geweest 

CHEPS was ervan op de hoogte dat er vanuit de RUG druk werd gezet op de geïnterviewden; het LOWI constateert dat om die reden CHEPS extra interviews heeft afgenomen nadat zij lucht kregen van het feit dat er druk was gezet op de geïnterviewden. Dat er extra mensen zijn geïnterviewd vanwege beïnvloeding is niet vermeld in het uiteindelijke onderzoek. Het LOWI gaat echter niet mee in het verwijt van de PNN dat CHEPS opzettelijk niet transparant is geweest. 

Het LOWI is wel van mening dat deze beïnvloeding door de RUG van de geïnterviewden had moeten terugkomen in het onderzoek. Daarbij verwijst het orgaan naar de discussie die daarover ontstond op ScienceGuide, in de uitspraak aangeduid als ‘platform’. Het LOWI vindt dat CHEPS niet met opzet informatie heeft weggelaten, maar wel nalatig is geweest. “Dat Betrokkenen de poging tot beïnvloeding op [een platform] hebben gebagatelliseerd, acht het LOWI onvoldoende overtuigend om opzet aan te nemen in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen over de remediërende maatregelen van Betrokkenen. Aan de conclusie dat Betrokkenen nalatig zijn geweest doet dat niet af.” 

Nodeloos beschadigend 

De leiding van de Graduate School van de RUG heeft vorig jaar september in een anders stuk op ScienceGuide beklaagd dat het PNN naar het CWI is gestapt vanwege deze kwestie. “Het is onbegrijpelijk dat PNN ook een klacht heeft ingediend tegen CHEPS bij de wetenschappelijke integriteitscommissie van de Universiteit Twente. Dit is nodeloos beschadigend en zal hopelijk snel ongegrond verklaard worden, zodat dit hoofdstuk afgesloten kan worden.” Inmiddels is  echter door zowel het CWI van de UT als door het LOWI in het ongelijk gesteld. 

Eind deze maand moet demissionair minister Van Engelshoven naar de Tweede Kamer komen om uitleg te geven over een eerlijke beloning van deze studentpromovendi. Ook de eindevaluatie van het experiment, die al in voorbereiding is, zal dan ter sprake komen. Vanuit de Kamer is men bij voorbaat scherp op de eindevaluatie. Zo gaf het CDA al aan dat de onafhankelijkheid van de eindevaluatie beter moet worden geborgd. Omdat de minister volgens de christendemocraten wil dat het experiment geen vervolg krijgt, is die borging meer dan nodig, zo stelt het CDA.  

De eindevaluatie, die eind november klaar moet zijn, wordt niet uitgevoerd door CHEPS. Via bronnen heeft ScienceGuide vernomen dat het ministerie van OCW richting CHEPS heeft aangegeven dat de fouten bij de tussenevaluatie daarvoor de reden zijn. De eindevaluatie wordt nu uitgevoerd door ResearchNed. Daarnaast heeft het ministerie van OCW, in het kader van de onafhankelijkheid van het onderzoek, nu ook een klankbordgroep opgetuigd met daarin vertegenwoordigers van de VSNU en het PNN.  

Inmiddels lijkt echter ook de eindevaluatie een schaduw van bedenkelijkheid te dragen. Aan ScienceGuide is gemeld dat er zorgen zijn bij onderzoekers van ResearchnNed; die mochten namelijk niet zelf een enquête uitzetten. In plaats daarvan moesten zij hun vragen inpassen in een bestaande enquête van de RUG. ScienceGuide heeft vernomen dat de eerste resultaten van de eindevaluatie volgende week intern bekend zullen worden. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK