OCW wil meer grip op internationalisering door Nuffic en Neth-ER

Nieuws | de redactie
1 september 2021 | Het kabinet wil met een wetsvoorstel de taken van internationaliseringsorganisaties Nuffic en Neth-ER wettelijk borgen. De Raad van State en de Rekenkamer waarschuwen voor belangenverstrengeling en oneigenlijke staatssteun.
Hoofdkantoor Nuffic in Den Haag foto: Chris Hopley

Uit een kritisch rapport van de interne Auditdienst Rijk (ADR) in 2018 bleek dat het ministerie van OCW, ondanks de ruim 50 miljoen euro aan subsidie voor Nuffic, onvoldoende greep heeft op de taken van de organisatie die internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs wil stimuleren.  

Nuffic bracht OCW in moeilijk politiek vaarwater 

Nuffic opereerde eigenstandig zonder afstemming met OCW en dat bracht politieke risico’s met zich mee, bleek uit de evaluatie van de ADR. De ambtelijke top wilde daarom meer grip op het handelen van Nuffic – zeker gezien de maatschappelijke en politieke discussies over de rol van internationalisering in het hoger onderwijs. Het is zelfs een ambtelijke overweging geweest om Nuffic over te hevelen naar het ministerie, maar dit paste niet in het beeld van een kleine en sobere overheid. 

Het kritische rapport van de Auditdienst Rijk was aanleiding om met een nieuw wetsvoorstel te komen dat de taken van Nuffic wettelijk moet verankeren. Met deze nieuwe wet wordt ook geregeld dat ook Neth-ER, de organisatie die in Brussel lobbyt namens de studentenbonden, de koepels VH, VSNU en de KNAW, een wettelijke taak krijgt.  

Wetsvoorstel met taken voor Nuffic en Neth-ER 

Afgelopen vrijdag heeft het kabinet ingestemd met het wetsvoorstel dat Nuffic met een aantal wettelijke taken bedeelt en ook het Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) een wettelijke taakopdracht geeft de Nederlandse kennispositie van het hoger onderwijs en onderzoek in de Europese Unie te versterken. Veel details waren afgelopen vrijdag nog niet bekend, maar inmiddels heeft de demissionair minister een wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd waarin staat wat Neth-ER moet gaan doen. 

Neth-ER is in 2006 opgericht en heeft acht leden waaronder de KNAW, de VSNU, de VH, het ISO, de LSVb en de MBO Raad. De 1,2 miljoen euro aan inkomsten van Neth-ER komt voor de helft van de leden en commerciële activiteiten; de andere helft is subsidie van OCW. 

 Het doel van Neth-ER is om het Nederlandse kennisveld over Europese ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie te informeren. In het Nederlandse hoger onderwijs en het debat over internationalisering en de Europese Unie is Neth-ER in de afgelopen jaren echter niet erg prominent aanwezig geweest.  

Mogelijkheden kunnen maximaal worden benut 

Met de nieuwe wettelijke verankering van Neth-ER beoogt het kabinet de kennispositie van het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek beter te borgen zodat instellingen en onderzoekers uit ons land gemakkelijker in aanmerking komen voor Europese subsidies. “Door de juiste informatie op het juiste moment te krijgen kan het Nederlandse kennisveld zich op Europees niveau optimaal positioneren. Hierdoor kunnen de mogelijkheden die zich voordoen maximaal worden benut”, zo schrijft demissionair minister Van Engelshoven in de toelichting op het wetsvoorstel. 

De wettelijke taak van beide organisaties gaat uitsluitend over het informeren van de Nederlandse kennissector over Europese subsidies zoals de structuurfondsen en het Europese onderzoeksprogramma Horizon Europe. De wettelijke verankering wordt echter vooral gedaan omdat de huidige subsidie aan Neth-ER kan worden aangemerkt als ongeoorloofde staatssteun.  

Onafhankelijkheid staat op het spel 

In een advies aan de minister van OCW heeft de Rekenkamer gewaarschuwd dat de onafhankelijkheid van Neth-ER op het spel kan komen te staan omdat er, naast een gesubsidieerde taak, ook nog een lobbytaak overblijft. Die valt niet onder de verantwoordelijkheid van OCW, maar wordt bekostigd door de leden van Neth-ER. In de aansturing en verantwoording van de subsidie wordt het belangrijk om deze taken te scheiden, zo zegt het Hoge College van Staat.   

Het wetsvoorstel beoogt ook de taken van Nuffic te voorzien van een juridische en wettelijke basis. Niet alleen vindt ambtelijk OCW dat Nuffic te eigenstandig opereert, ook heeft de Rekenkamer er meermaals voor gewaarschuwd dat de jaarlijkse miljoenensubsidie voor Nuffic een vorm van oneigenlijke staatssteun is. Taken zoals diplomawaardering voor buitenlandse studenten kunnen ook door marktpartijen worden uitgevoerd.   

Nuffic is de enige partij die diploma’s kan waarderen 

Om het verwijt van het schenden van Europese aanbestedingsregels door OCW te pareren, heeft het departement nu wettelijk vastgelegd dat Nuffic de enige partij is die de kennis heeft om buitenlandse diploma’s te waarderen. Bovendien krijgt Nuffic de wettelijke taak om een kenniscentrum op te richten en zodoende de informatie over internationalisering te ontsluiten.  

Omdat de subsidie die Nuffic altijd al kreeg nu wordt voorzien van een wettelijke basis, heeft OCW in het wetsvoorstel opgenomen dat de subsidie kan worden stopgezet wanneerNuffic zich niet voldoende aan deze taken houdt. Het ministerie kan taken zoals diplomawaardering dan alsnog in eigen beheer gaan uitvoeren. Dat zal echter pas het geval zijn aan het einde van de escalatieladder, zo zegt de minister. 

Risico op oneigenlijke staatssteun niet weggenomen 

De Raad van State is er in haar advies allerminst gerust op dat de oneigenlijkheid van de staatssteun aan Nuffic met deze juridische vondst van OCW de wereld uit is. “Met alleen een wettelijke verankering van de taken zijn de staatssteunrisico’s, zonder nadere rechtvaardiging, niet weggenomen. Een aantal van de wettelijk te waarborgen taken kunnen aangemerkt worden als economische diensten, die ook door marktpartijen (zouden kunnen) worden aangeboden. Van de aanwijzing van Nuffic als partij die (exclusief) met dergelijke taken is belast kunnen daarom concurrentieverstorende gevolgen voor deze marktpartijen uitgaan,” zo waarschuwt Thom de Graaf, de vice-president van de Raad van State, in het advies aan de regering.  

Bovendien stelt de Raad van State dat het wetsvoorstel niet duidelijk maakt waarom deze juridische verankering is doorgevoerd. En verwijst ook naar het rapport van de ADR uit 2018, waaruit bleek dat de sturingsrelatie tussen OCW en Nuffic niet op orde was. De RvS stelt vast dat de bevindingen en aanbevelingen uit dat rapport niet terugkomen in dit wetsvoorstel. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK