Onderwijs wordt komend jaar beter dan voor corona
Bij Inholland is het studiejaar van start gegaan met studenten in de schijnwerpers. Vanmorgen vond het sluitstuk van de jaaropening plaats bij de Inholland-locatie te Alkmaar. Die opening was toen namelijk al een etmaal onderweg. Interdisciplinaire teams van studenten namen deel aan Connect to Create, een 24 uur durende Onderwijsbattle of hackathon (een ontwerpwedstrijd) in het AFAS Stadion van voetbalclub AZ Alkmaar. De drie teams die de finale haalden mochten tijdens de officiële opening hun ideeën voorleggen aan een jury bestaande uit Inholland-bestuurder Mieke van den Berg, lector Guido Stompff en Kim Lammers, oud-hockeyer en Inholland-alumnus.
Zoals goed beroepsonderwijs betaamt waren de opdrachten waarmee de teams aan de slag gingen afkomstig van organisaties uit de regio. Zo bevonden de gemeenten van Alkmaar en Hoorn zich onder de opdrachtgevers, alsook The Dutch Weed Burger en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Namens elke opdrachtgever was een begeleider aanwezig die de studenten hielp tijdens het proces.
De Inholland-professional
Voordat de prijzen werden uitgereikt was het woord echter aan Bart Combee, de bestuursvoorzitter van Inholland. “Ik denk dat we ons opmaken voor een spetterend jaar”, voorspelde hij. “Al de hele week voel ik overal de energie; iedereen heeft zin elkaar weer te zien en aan de slag te gaan.” Combee verwacht echter niet alleen nieuwe energie, ook het onderwijs zal volgens hem verbeterd zijn. “We hebben iets geleerd van de afgelopen anderhalf jaar. Sommige dingen blijken online heel goed te werken, dus die kennis gooien we natuurlijk niet weg. Die nemen we mee omdat ze béter zijn. Komend jaar zal het onderwijs daarom beter zijn dan vóór corona.”
Volgens Combee is de hackathon waarmee het studiejaar opent iets dat helemaal bij Inholland past. “Als Inholland zijn wij ook een snelkookpan van experimenten en onderzoeken. Daarnaast proberen wij nauw aan te voelen welke opdrachten vanuit de samenleving komen en moeten studenten leren communiceren en samenwerken met studenten uit andere opleidingen – allemaal dingen die bij een hackathon aan bod komen.”
Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief
De ervaringen die studenten opdeden tijdens de hackathon passen goed bij het concept van de ‘Inholland-professional’, een belangrijk onderdeel van de visie van Inholland. “Een Inholland-professional is iemand die meer beheerst dan alleen een vak – iemand die interdisciplinair kan samenwerken en communiceren”, legde Combee uit. “Hiervoor was ik directeur van de Consumentenbond, en de vraagstukken die je daar tegenkomt zijn altijd internationaal. Dan zit je aan tafel met technici, dataspecialisten, juristen, allerlei bedrijven, instanties en overheden. Allemaal mensen met andere perspectieven, dus. Dat is waanzinnig leuk, maar dan moet je dus meer kunnen dan alleen je eigen vak verstaan. Hoe beter we onze studenten daarvoor toerusten, hoe effectiever ze zullen zijn op de arbeidsmarkt.”
Het probleem begrijpen middels oplossingen
In zowel het ontwerp van als de gedachte achter de hackathon was een belangrijke rol weggelegd voor Guido Stompff, lector Design Thinking bij Inholland. Want design thinking, daar draait zo’n hackathon om, legde hij uit. “Het gaat erom dat je complexe problemen niet probeert op te lossen door ze eerst fundamenteel of theoretisch te doorgronden; het gaat erom dat je mogelijke oplossingen bedenkt en die gaat testen. Op die manier leer je het probleem kennen terwijl je de oplossing uitprobeert.”
Het aanleren van de daarbij behorende vaardigheden is bijzonder belangrijk, weet Stompff uit eigen ervaring. “Ik ben zelf ontwerper, en in die hoedanigheid zat ik eens bij een vergadering met ambtenaren en politici waarin het over ontwikkelingssamenwerking ging. Daar werden steeds twee opties besproken waarvan er maar één kon worden gekozen, ‘of-of’, dus. Zelf zocht ik juist naar een derde optie, maar ik kwam erachter dat ik daarmee als enige bezig was. Vanaf toen ben ik gaan beseffen dat ik Nederland creatiever wil maken, dat ik studenten wil leren om niet in problemen maar in opties te denken.”
Leren denken vanuit verschillende perspectieven
Voordat een student dat als professional in de praktijk kan gaan brengen moet er echter veel geleerd worden, weet Stompff. Wie goed wil zijn in design thinking, moet buiten zichzelf leren denken, legt hij uit. “Je moet bedenken voor wie je iets ontwerpt, wat je doelgroep is. Daarom leer ik studenten aan om te denken in perspectieven; op elke situatie zijn meerdere perspectieven denkbaar. Wanneer je leert om die te achterhalen en te gebruiken, ontwikkel je de vaardigheid om dezelfde situatie te bekijken vanuit een ander perspectief.”
Een hackathon is alvast een mooie manier om daarmee aan de slag te gaan, vindt Stompff. “Daar kunnen studenten spelen en oefenen met die instelling. Ga maar aan de slag, ga het maar proberen, en bevraag ondertussen telkens je plan. Daarnaast heeft het me enorm verrast dat al die verschillende studenten uit verschillende jaargroepen zo goed met elkaar samenwerkten. Ze slaagden er heel goed in om elkaars taal over te nemen. Ik hoop dat studenten de magie van samenwerken meenemen; dat je met mensen, die je eerst helemaal niet kent, tot heel mooie dingen kunt komen.”
Ook bij de studenten beviel de hackathon goed. “Het was een grote ervaring in sneltreinvaart”, vatte één van hen het samen. “Je loopt het hele proces van de planontwikkeling door. Normaal gaan daar misschien maanden overheen, maar nu hebben we dat allemaal in 24 uur gedaan.” Daarnaast waardeerden de studenten dat de teams allen andere opdrachten en opdrachtgevers hadden. “Doordat we allemaal aan een heel ander vraagstuk werkten, voelde het niet als concurrentie. Het was nu juist makkelijker om ook met elkaar mee te denken over betere oplossingen.”
Zeewierburgers en actiesport
Uiteindelijk haalden drie teams de finale. De opdrachtgever van het eerste team was The Dutch Weed Burger, een bedrijf dat veganistische burgers maakt met zeewier. De studenten werden uitgedaagd een plan te bedenken waardoor de wereld duurzaam, lokaal en plantaardig eten zou omarmen. Tijdens hun pitch bleek dat zij dit wilden doen door de jeugd te bereiken met een associatie tussen de Weed Burger en populaire actiesporten. Zo opperden ze het plan om de burgers te verkopen tijdens lokale skateboard- en freerun-wedstrijden. “De Weed Burger moet niet worden geassocieerd met boomknuffelaars, maar met actiesport”, vatten zij samen. Hun plan kon op lof van de jury rekenen. “We kunnen er morgen mee aan de slag”, prees lector Stompff hen. “Het zou me niet verbazen als jullie opdrachtgever morgen belt met de vraag of jullie het willen komen uitwerken.”
Het tweede team in de finale had de gemeente Alkmaar als opdrachtgever; die vroeg het team een nieuwe, integrale inrichting van het Alkmaars kanaal te bedenken. Daarom presenteerden de studenten een plan voor een cultuurcentrum in een bocht van de waterweg waar plaats zou zijn voor een theater, eetgelegenheden, allerlei mogelijkheden voor sociaal contact en zelfs een ‘sail-in’-bioscoop. Daarnaast zagen de studenten ruimte voor educatieve toepassingen binnen het geheel, zoals de mogelijkheid zelf water te zuiveren.
Ook het team dat aan de slag ging voor POCITYF, een door de Europese Unie gefinancierd project dat steden met historische centra helpt de energietransitie te doormaken, haalde de finale. Zij stelden zich tot doel de oude binnenstad van Alkmaar te verduurzamen zonder daarbij de historische gebouwen aan te tasten. Het uiteindelijke plan van de studenten combineerde verschillende deeloplossingen op het gebied van energiebehoud, energieopwekking en energieopslag. Ook dat kon op de lof van Guido Stompff rekenen. “Niet één oplossing, maar een heel pakket – omdat het ook een pakket aan problemen is!”
Hoewel alle gepresenteerde plannen waardering kregen vanuit de jury en het publiek, gingen de opdrachtnemers van de Dutch Weed Burger met zowel de juryprijs als de publieksprijs naar huis.
