Digitale toepassingen verbeteren begeleiding bij stages

Nieuws | de redactie
5 oktober 2021 | Wanneer de begeleiding van stagelopende studenten wordt uitgebreid met digitale hulpmiddelen en leeromgevingen, kan dat zowel de begeleiding als de leerresultaten van de studenten verbeteren, bleek tijdens een webinar over het online leren en begeleiding van stages. Het webinar werd georganiseerd door SURF, het Comenius Netwerk, het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) en het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT.
“Je kunt op een werkplek wel allerlei dingen doen, maar als er dan geen feedback wordt gegeven of geen reflectie is, wordt er nog steeds heel weinig geleerd.” Beeld: Samantha L. Bower (CC BY-NC-ND 2.0)

“Tijdens de coronacrisis bleek online onderwijs lastig te zijn, maar online onderwijs in vaardigheden is nog veel ingewikkelder”, vertelt Esther van der Linde, adviseur Leren met ICT bij de HAN. Zij is tevens voorzitter van de werkgroep Digitaal Onderwijs in Praktijkvaardigheden binnen het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT, waarmee zij zich richt op de rol van digitaal onderwijs in het aanleren van complexe vaardigheden die nodig zijn in de beroepscontext. “Dat kan iets algemeens zijn zoals presenteren, maar ook heel beroepsspecifiek, zoals het pipetteren van vloeistof, het bedienen van machines of het behandelen van patiënten.” 

Blend kan aanleren praktische vaardigheden verbeteren 

De werkgroep heeft mogelijkheden en voorbeelden geïnventariseerd en daaruit geconcludeerd dat er reeds veel mooie voorbeelden van digitaal onderwijs in praktijkvaardigheden zijn, vertelt Van der Linde. “We hebben echter ook gemerkt dat het moeilijk is om de gehele leercyclus van praktijkvaardigheden vorm te geven in digitaal onderwijs.” Deze leercyclus bestaat uit instructie het voordoen door een expert, begeleid oefenen, oefenen in een veilige situatie, toepassen in een andere context, en uiteindelijk de evaluatie.  

“Tijdens de coronacrisis is geprobeerd om deze gehele cyclus online vorm te geven, maar dat is best ingewikkeld. De instructie kan bijvoorbeeld goed worden aangevuld met een online component, maar studenten leren niet alleen in contactonderwijs of online.” Ook het leren op de werkplek is belangrijk in het aanleren van praktische vaardigheden, benadrukt Van der Linde. “Het is daarom een uitdaging de beste blend te vinden tussen contactonderwijs, online leren en het leren op de werkplek. Niet elke stap in de leercyclus speelt zich immers op de werkplek af. De instructie en het oefenen kunnen bijvoorbeeld online of in het contactonderwijs plaatsvinden.”  

Feedback vanuit zowel de hogeschool als de stagepraktijk 

Monique Engelbertink , onderzoeker en docent Social Work bij Saxion Hogescholen, heeft de afgelopen jaren geëxperimenteerd met het toevoegen van digitale componenten aan de begeleiding van stagelopende studenten. Het project, dat het gezamenlijk online kritisch reflecteren door de praktijkbegeleider, de stagiair en de supervisor vanuit de onderwijsinstelling ten doel had, hoorde bij het Versnellingsplan en paste goed bij Saxion, vertelt ze tijdens het webinar van SURF.  

“Wij zijn bezig met de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn ‘kritisch denken’ bij de opleiding Social Work. In het derde studiejaar, waarin studenten stagelopen, miste daarin echter nog de verbinding met de praktijk”, vertelt Engelbertink. Het project diende daarom om te achterhalen hoe studenten in de praktijk worden ondersteund in kritisch reflecteren, om praktijkpartners uit te leggen hoe die ondersteuning binnen Saxion zelf plaatsvindt, en om praktijkbegeleiders en begeleidende docenten samen feedback te laten geven op de kritische reflectie in de verslagen van studenten. 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Het uitgangspunt van het gezamenlijk online kritisch reflecteren wordt gevormd door een verslag dat een student schrijft over een betekenisvolle ervaring in de stagepraktijk. Dat verslag kan met de begeleiders worden gedeeld in een Teams-omgeving, die zowel daar als op andere contactmomenten feedback konden geven. Wat betreft de betrokkenheid van de praktijkbegeleiders daarbij heeft Engelbertink gemerkt dat het goed is om hen van tevoren middels een workshop te informeren over de opzet en de werking van de leeromgeving. “Het gaat sneller lopen wanneer zij ermee bekend zijn of erover horen via de student. Een workshop en een digitale leeromgeving is dan een goede combinatie.” 

Significante verbetering resultaten studenten 

Tijdens het project is onderzocht wat de invloed op het cijfer van een student is wanneer niet alleen de supervisor maar ook de praktijkbegeleider feedback geeft op het kritisch reflecteren van de student. Die invloed bleek significant te zijn. Studenten die van zowel hun praktijkbegeleider als hun supervisor feedback kregen, behaalden gemiddeld een 7,2. Studenten voor wie dit niet gold haalden gemiddeld een 5,6.  

De significant betere resultaten zijn wellicht niet alleen te verklaren door de extra feedback, vermoedt Engelbertink. “Het kan ook zo zijn dat studenten simpelweg beter hun best doen als ze weten dat hun praktijkbegeleider meeleest.” De betrokken studenten, die de opzet goed waardeerden, gaven middels een enquête aan dat beide factoren een rol speelden. 

Een stage-app om de begeleiding efficiënt te maken 

Een ander voorbeeld van de integratie van online componenten in de begeleiding van stagelopende studenten is te vinden bij de Hogeschool Utrecht. Esther van der Stappen, tegenwoordig lector Digitale Didactiek bij Avans maar voorheen werkzaam bij de Hogeschool Utrecht, vertelt tijdens het SURF-webinar over een stage-app die al in 2017 door ICT-studenten is ontwikkeld en waaraan elk semester door een nieuwe groep studenten verder is gebouwd. Aan de hand van didactische inzichten is de app uitgebreid, getest en geëvalueerd. De app bevat een model waarin studenten en begeleiders tijdens de stage vier stappen doorlopen waarbij de leerdoelen en de succescriteria van de stage centraal staan.  

In de eerste fase staat het gesprek tussen de student en de docent alsook het opstellen van leerdoelen centraal; de app biedt dan nog weinig ondersteuning. In de tweede fase is de student druk met stagelopen en leren; tijdens die fase kan de student het leer- en werkproces registreren in de app, die learning analytics, automatische feedback en de mogelijkheid tot het stellen van gerichte begeleidingsvragen biedt.  

De docent kan deze vragen in de derde fase alvast beantwoorden. In de vierde fase kunnen de student en de docent, eventueel online, uitgebreider met elkaar in gesprek aan de hand van de informatie die in de app is verzameld. “Vaak heeft een docent weinig tijd voor de begeleiding. Omdat zowel de student als de docent het gesprek kunnen voorbereiden aan de hand van informatie uit de app, kan de beschikbare tijd goed benut worden”, aldus Van der Stappen. 

Meer inzicht in het leren tijdens stages 

“Het leerpotentieel van werkplekken is enorm,” reflecteert Van der Linde op beide voorbeelden, “maar voor veel opleidingen is het een black box; het blijft vaak onduidelijk wat en hoe een student daar leert. Deze voorbeelden proberen daar, middels de inzet van online toepassingen, zicht op te krijgen en dat potentieel beter te benutten. Dat is een voorbeeld van een mooie blend in het leren; je kunt de meerwaarde van het leren op de werkplek verhogen door er een online component aan te voegen.” 

Beide voorbeelden geven daarnaast het belang aan van goede feedback en een goede evaluatie, zegt Van der Linde. “Je kunt op een werkplek wel allerlei dingen doen, maar als er dan geen feedback wordt gegeven of geen reflectie is, wordt er nog steeds heel weinig geleerd. Als je weet te stimuleren dat men daarmee juist wel aan de slag gaat, maakt dat het leren op een werkplek alleen maar krachtiger.”  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK