Lage drempels tussen hbo en wo goed voor de Limburgse regio

Nieuws | de redactie
4 oktober 2021 | Zuyd Hogeschool en Universiteit Maastricht gaan een intensievere samenwerking aan. Deze week ondertekenden Luc Verburgh en Martin Paul, bestuursvoorzitters van Zuyd en UM, de overeenkomst die ervoor moet zorgen dat studenten makkelijker tussen de twee instellingen kunnen stromen en dat opleidingen op elkaar aansluiten. Het zal hierbij vooral gaan om de thema’s ICT, gezondheid, en natuurwetenschappen.
De samenwerking tussen de kennisinstellingen moet heel Limburg gaan helpen. Beeld: quemalque via Pixabay.

“Dit formaliseert en bevestigt zowel intern als extern alles wat we al met elkaar doen”, reageert Verburgh in gesprek met ScienceGuide. “In die zin verandert er niet zo heel veel, anders dan dat wij met elkaar zeggen hoe mooi het is wat wij in de afgelopen jaren allemaal hebben opgepakt. Die samenwerking is niet vrijblijvend, niet toevallig, niet opportunistisch, maar daar zit structuur in. Dat maakt dat we hebben besloten om dat ook op die manier op papier te zetten. Zo kunnen we ook naar buiten het signaal geven dat wij serieuze partners zijn in de regio Zuid- en Midden-Limburg.”

Toch is het niet alleen maar een verankering van eerdere samenwerkingen, benadrukt Verburgh. “Er zit natuurlijk ook een ambitie achter. Wij zien mogelijkheden om dat ook verder uit te bouwen. Wij zitten bijvoorbeeld samen op de Chemelot Campus met de combinatie mbo, hbo en wo, en dat willen we ook ontwikkelen op de Smart Services Campus in Heerlen. Daar willen we de samenwerking op het gebied van Artificial Intelligence handen en voeten geven. Daarnaast willen we dit ook doen op andere domeinen, zoals gezondheid. Zo zien we bijvoorbeeld al dat een lector verloskunde van ons ook bijzonder hoogleraar wordt bij de UM.”

Onderwerpen die bij de regio passen

Deze onderwerpen zijn niet zomaar gekozen. “Het zijn onderwerpen waar we allebei druk mee bezig zijn, maar wat daar achterligt is dat het natuurlijk ook thema’s zijn die voor de regio heel relevant zijn. We werken bijvoorbeeld ook al binnen de kunsten met elkaar samen, maar voor deze samenwerking hebben we echt voor deze drie domeinen gekozen.”

Het domein gezondheid ligt volgens Verburgh bijvoorbeeld erg voor de hand. “Die faculteit is bij de UM enorm groot, met daarbij ook het Maastricht UMC+, en wij doen binnen dat domein ook veel met opleidingen als verpleegkunde, verloskunde, fysiotherapie, et cetera. Als je dan kijkt naar het regionale thema, met bijvoorbeeld de stijgende zorgkosten en vergrijzing, dan is dat een logische keuze. Bij die andere twee domeinen, ICT en natuurwetenschappen, zijn enorme campussen hier in de buurt, die inspelen op wat wij allebei doen en die relevant zijn voor de provincie.”

Samen tegen krimp

Enkele weken geleden deed Verburgh tijdens de opening van het academisch jaar nog een oproep aan demissionair minister Van Engelshoven om het hoger onderwijs in krimpregio’s anders te financieren. “De regio moet centraal staan, omdat daar zowel het probleem als de oplossing een startpunt vindt”, zei hij toen. Deze samenwerking zal daar ook een rol in hebben, hoewel het niet het centrale thema is.

“Op het gebied van ICT willen we daar wel op inspelen”, aldus de bestuurder. “We hebben geconstateerd dat er meer vraag is op de regionale arbeidsmarkt naar goed opgeleide ICT’ers dan dat wij uit de regio kunnen halen. Wij gaan dus nu samen met de UM kijken of we een Engelstalige hbo-opleiding ICT kunnen aanbieden. Dan zie je dat de UM veel meer ervaring heeft met het opzetten van een Engelstalige opleiding, en dat zij een geweldige partner kunnen zijn op dat gebied. Dit zal niet de krimp oplossen voor ons als hogeschool, maar het kan wel een manier zijn om een bijdrage te leveren voor het oplossen van de krimp op de arbeidsmarkt.”

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Een andere oplossing die Verburgh noemt heeft te maken met de doorstroom en afstroom tussen de UM en Zuyd, en dan vooral met aanmeldingen die de UM uit het buitenland krijgt. “Daarvan kunnen ze soms niet goed inschatten of die nu een havo-niveau of vwo-niveau hebben. Daar zou je ook in de samenwerking naar kunnen kijken of we die een op maat gemaakt advies kunnen geven. Dan zouden we ze bijvoorbeeld kunnen aanraden om te starten op het hbo, waar ze met een jaartje langer studeren alsnog klaargestoomd kunnen worden voor een universitaire master. En dat haakt ook in op het probleem met de ICT’ers in de regio. Want ook op dat gebied worden soms studenten om wat voor reden dan ook afgewezen bij de UM, en het zou voor zowel Zuyd als de regio fantastisch zijn als we die toch een plek kunnen geven.”

Doorstroom en afstroom wordt ook makkelijker

Ook de doorstroom van Zuyd naar de UM wordt met de samenwerking makkelijker. “Wij hebben al op een aantal domeinen afspraken staan met de UM daarover, en die afspraken willen we uitbreiden naar andere domeinen. Ten eerste hebben we afgesproken dat onze studenten met een bachelordiploma meer dan welkom zijn bij masterprogramma’s van de UM. Ze moeten wel tot de betere studenten horen dan, maar wij hebben ook een minormodule ontwikkeld die studenten klaarstoomt voor een master op universitair niveau.”

Op deze manier hoeft er geen dure premaster aan te pas te komen om te stapelen, vertelt Verburgh. “En je krijgt daarmee studenten met praktische vaardigheden én een theoretische component. Daar hebben we nu ervaring mee opgedaan, en dat werkt erg goed. De studenten die van Zuyd komen doen het zeker niet slechter en soms zelfs beter dan studenten die van de UM zelf komen. Gelukkig zijn er nog steeds mensen die na hun bachelor gewoon gaan werken, en dat is maar goed ook want niet iedereen hoeft een master te doen.”

Ook andersom wordt de zogenaamde afstroom makkelijker dankzij de samenwerking. “Een rotwoord vind ik dat trouwens”, zegt Verburgh. “Bij afstroom gaat het om studenten die uitvallen bij een universiteit en die uiteindelijk toch goed op hun plek terecht kunnen komen op het hbo. De samenwerking maakt dat echter nog soepeler door de vakken die zo’n student wél gehaald heeft ook mee te laten tellen op het hbo. Op die manier wordt ook de vertraging in de afstroom zoveel mogelijk beperkt. Dat is echter nog in ontwikkeling, maar daar willen we echt stappen in zetten.”

Grenzen blijven, maar drempels worden lager

Verburgh is echter niet bang dat de grenzen tussen hbo en wo door dit soort samenwerkingen zullen vervagen. “Ons uitgangspunt is nog steeds dat wij de toegevoegde waarde van de beide instellingen willen bewaren. Wij hebben bijvoorbeeld niet de ambitie om veel masterprogramma’s aan te bieden, omdat wij denken dat we de kwaliteit daarvan niet kunnen waarborgen. Wij geloven er veel meer in dat we de masterprogramma’s bij de UM toegankelijker kunnen maken voor onze studenten met een goede voorbereiding, want dan ben je complementair en heb je toegevoegde waarde voor elkaar.”

Dat geldt overigens niet alleen voor studenten, vertelt de bestuurder, maar ook voor docenten. “Soms merk je dat een docent of lector na een aantal jaar toe is aan een nieuwe uitdaging, maar die willen wij dan graag voor de regio behouden. Een oplossing daarvoor is om een soort constructie te maken waarbij ze naast hun werk bij ons buitengewoon hoogleraar worden op de UM of de Open Universiteit. We zijn niet op weg naar een model waarin hbo en wo samensmelten, maar wel naar een model met zo laag mogelijke drempels voor studenten, docenten en onderzoekers. En dat is denk ik alleen maar goed voor de regio.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK