Toets voor academische woordenschat helpt bij studentbegeleiding in het hbo

Nieuws | de redactie
25 oktober 2021 | Omdat eerstejaars hbo’ers academische teksten moeten kunnen lezen en verwerken, is hun academische woordenschat belangrijk, schrijven onderzoekers van de Vrije Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam. Zij ontwikkelden een academische woordenschattoets voor het hbo die door studieloopbaanbegeleiders in het hbo als bruikbaar en informatief is ervaren. De toetsresultaten hielpen hen met het identificeren van studenten die mogelijk ondersteuning op het gebied van taal kunnen gebruiken.
Na afloop gaven zowel studenten als studiebegeleiders aan dat ze tevreden waren over de toets, melden de onderzoekers. Beeld: 123rf.com

Om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet een student tussen de 95 en de 98 procent van de woorden kennen. Aangezien hbo-studenten academische teksten moeten kunnen begrijpen en verwerken, zou hun woordenschat dus een behoorlijk aantal academische woorden moeten bevatten, schrijven onderzoekers van de Vrije Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam in een onderzoeksartikel over een door hen ontwikkelde academische woordenschattoets.  

In Nederland is echter nog geen onderzoek gedaan naar de academische woordenschat van hbo-studenten, aldus de onderzoekers. Wel blijkt uit eerder onderzoek dat studenten met een kleinere woordenschat minder studiepunten halen, dat eentalige Nederlandse scholieren wo-studenten een grotere Nederlandse woordenschat hebben dan scholieren en wo-studenten voor wie Nederlands een tweede taal is, en dat de woordenschat van mensen toeneemt naarmate ze ouder worden.   

Lijst met 480 academische woorden 

Teneinde ook inzicht te krijgen in de academische woordenschat van hbo-studenten met verschillende vooropleidingen, taalachtergronden en leeftijden, hebben de onderzoekers in samenwerking met Cito een academische woordenschattoets ontwikkeld. Als basis daarvoor is een lijst van 1484 Nederlandse academische woorden gebruikt, die door een van de onderzoekers teruggebracht is naar 652 woorden door op elkaar lijkende of niet academisch bevonden woorden te verwijderen. Nadat hieraan 68 Nederlandse equivalenten van Engelse woorden zijn toegevoegd, is de lijst door tien beoordelaars van CITO, die uit groepjes van drie woorden telkens het minst relevant geachte woord lieten afvallen, teruggebracht tot 480 woorden. Deze uiteindelijke lijst vormt de Cito Woordenschatlijst Academisch Nederlands (Cito-WAN). 

De academische woordenschattoets op basis van de Cito-WAN kent drie soorten opgaven, waarvan de eerste twee soorten de kennis van een woordbetekenis testen, lichten de onderzoekers toe. Bij het eerste type vraag krijgen studenten drie omschrijvingen en zes academische woorden voorgelegd, waarbij ze de juiste woorden bij de omschrijvingen moeten zoeken (zie item A1). De woordenschattoets kent vier of zes van deze opgaven. Bij het tweede type vraag krijgen studenten vier korte beschrijvingen van een academisch woord; daarbij moeten ze de juiste omschrijving kiezen (zie item B1). Dit type vraag komt 18 of 22 keer terug in de toets. 

Het derde soort opgave betreft de zogenaamde diepte van woordkennis. “Denk hierbij aan weten hoe woorden moeten worden uitgesproken, vervoegd, met welke woorden ze vaak samengaan en kennis over gebruikscontexten”, leggen de onderzoekers uit. Bij dit type vraag krijgt een student een academisch woord voorgelegd met daarbij acht andere academische woorden. Uit deze acht woorden moet de student vier woorden kiezen die als synoniem of anderszins in verband kunnen worden gebracht met het eerste woord (zie item C1). Dit type vraag komt vier of zes keer terug in de academische woordenschattoets. 

Bron: Welie, C., Walet, L., Bernhards, S., de Koster, M. (2021). De Academische Woordenschattoets (AWT): een diagnostische toets bij de start van het hoger onderwijs. Levende Talen Tijdschrift, 22(3), 30-40.

Testen van betrouwbaarheid en resultaten 

De betrouwbaarheid van de toets is tijdens drie momenten van afname getest. Tijdens het eerste moment in werd gekeken naar de invloed van de achtergrond van studenten op hun prestaties bij de academische woordenschattoets. Daarnaast keken de onderzoekers tijdens het tweede moment naar de correlatie tussen de toets en leesvaardigheid, en tijdens het derde moment naar de bruikbaarheid van de toets bij talenopleidingen. 

De eerste afname vond in oktober 2019 plaats onder 209 eerstejaarsstudenten van de lerarenopleidingen Duits, Engels, Frans en Nederlands aan de Hogeschool van Amsterdam, schrijven de onderzoekers. Uit de toetsresultaten bleek, in overeenstemming met geraadpleegde literatuur, dat de woordenschat van studenten toeneemt naarmate ze ouder zijn. Zo presteerden studenten onder de dertig jaar in het algemeen significant slechter dan studenten van dertig jaar en ouder; daarnaast was hun diepe woordenschat significant slechter dan de diepe woordenschat van studenten van veertig jaar of ouder, schrijven de onderzoekers.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Daarnaast bleek uit de toetsresultaten dat doorstromers vanuit het mbo in alle gevallen slechter presteerden dan studenten met een andere vooropleiding. Tevens bleken instromers vanuit de havo lager te presteren dan studenten met een vooropleiding in het hbo, vwo of wo. Ook de thuistaal bleek, zoals verwacht, van invloed te zijn op de toetsresultaten. Deelnemende studenten met het Nederlands als thuistaal presteerden in alle categorieën beter dan deelnemende studenten met een andere thuistaal. 

Zwakke correlatie tussen academische woordenschat en leesvaardigheid 

De tweede afname, die tussen februari en juli 2020 plaatsvond onder potentiële hbo-studenten op mbo-4- en havo-niveau, viel vanwege de coronacrisis enigszins in het water. Slechts 36 laatstejaars havisten en 21 mbo-studenten op niveau 4 namen deel – waarbij deelname van de mbo-studenten vanwege de lockdown ook nog eens digitaal moest plaatsvinden. De meeste havisten maakten de toets wel in de klas.  

Tijdens de tweede afname werd tevens een eindexamen Nederlands voor havisten gebruikt om de relatie tussen een resultaten van de woordenschattoets en de leesvaardigheid van studenten te verkennen. Dat correlatie tussen leesvaardigheid en woordenschat bleek zwak te zijn. De onderzoekers vermoeden dat de ongewone toetsomstandigheden daaraan debet hebben, evenals de mogelijkheid dat examenteksten op havo-niveau te weinig academische woorden bevatten om tot een sterke correlatie met de academische woordenschat te leiden. 

Eenvoudig bruikbaar en diagnostisch betrouwbaar 

Tijdens de derde afname, die plaatsvond in september 2020, bleek dat de academische woordenschattoets gemakkelijk kan worden afgenomen bij talenopleidingen. De toets werd digitaal afgenomen onder 322 eerstejaars studenten van de Hogeschool van Amsterdam die een tweedegraads lerarenopleidingen Duits, Engels, Frans of Nederlands volgden. Na afloop gaven zowel studenten als studiebegeleiders aan dat ze tevreden waren over de toets, melden de onderzoekers. De toetsresultaten hielpen studieloopbaanbegeleiders namelijk met het identificeren van studenten die mogelijk ondersteuning op het gebied van taal kunnen gebruiken.  

“Een academische woordenschattoets kan ook interessant zijn als diagnostisch instrument voor hoger onderwijsinstellingen. Die instellingen willen namelijk zo snel mogelijk eerstejaarsstudenten in het vizier krijgen met een te lage academische taalvaardigheid, een specifieke vorm van taalvaardigheid die nodig is tijdens een opleiding voor lees- en luisterbegrip en om zich mondeling en schriftelijk adequaat te kunnen uitdrukken”, aldus de onderzoekers. “Van een aantal studieloopbaanbegeleiders hoorden we dat studenten de adviezen ter harte namen om zelfstandig aan hun woordenschat te werken”.  

De onderzoekers schrijven daarnaast dat het relevant is om middels later onderzoek te weten te komen in hoeverre de academische woordenschattoets studiesucces voorspelt. Uit eerder onderzoek onder eerstejaars wo-studenten bleek de correlatie tussen de resultaten van een taaltest en studiesucces laag te zijn. De onderzoekers opperen dat de academische woordenschattoets voor hbo-studenten wellicht een betere voorspellende waarde heeft voor studiesucces. 

Ook de betrouwbaarheid van de toets stemt de onderzoekers tevreden. Na de drie afnames concluderen zij dat de academische woordenschattoets voor hbo-studenten een goede diagnostische betrouwbaarheid heeft. De vragen die betrekking hebben op de diepe woordenschat van studenten lieten echter niet altijd een voldoende betrouwbaarheid zijn; bij het tweede moment van afname bleek de betrouwbaarheid daarvan te laag te zijn.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK