Politiek mag geen rol spelen in wetenschappelijke samenwerking met China

Nieuws | de redactie
9 november 2021 | Europese en Chinese universiteiten kunnen veel met en van elkaar leren, mits nationale overheden of de EU duidelijke richtlijnen opstellen om Chinese politieke inmenging tegen te gaan.
De poort bij de ingang van de Shanghai Jiao Tong University, waarvan een decaan ook aanwezig was op de bijeenkomst. Beeld: Peter Potrowl via Wikimedia Commons.

Op een internationale conferentie over de relatie tussen Europese en Chinese universiteiten, georganiseerd door de Universiteit Utrecht, klonk veel lof over het niveau van Chinese universiteiten. Volgens de aanwezigen komt er veel excellent onderzoek uit die hoek van de wereld, en Europese universiteiten kunnen dan ook eigenlijk niet anders dan samenwerken met ze. Hier komen echter wel politieke problemen bij kijken, waar duidelijke richtlijnen voor moeten komen.

Chinese en Europese wetenschap hebben elkaar nodig

Zo vertelde Ágota Révész, Chinadeskundige van de TU Berlijn, over de problemen die inmenging van de Chinese staat kan veroorzaken in Europa. Een duidelijk voorbeeld is de Chinese universiteit in Boedapest. Deze wordt betaald met Hongaars belastinggeld, vertelt Révész, en in ruil daarvoor zal Hongarije goede scores krijgen in het sociaal kredietsysteem van China. Dit betekent dat Hongaarse bedrijven makkelijker zaken kunnen doen met China. Er is volgens de Chinadeskundige maar één manier om hieruit te komen en dat is kennis. Kennis over de angst die Europa en China van elkaar hebben, en daarvoor is juist openheid nodig.

Want wat krijgen we voor kennis over China als het land het zelf aanlevert? Europees onderzoek over China is noodzakelijk om onze eigen kennis creëren, is een belangrijke conclusie uit de conferentie. Daarnaast kan Europa op sommige onderwerpen veel leren van China, en andersom kan China ook veel leren van Europa.

Daarnaast zullen Europa en China moeten samenwerken op gebied van belangrijke maatschappelijke thema’s. De Chinese overheid investeert veel in wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkelingen. Daarmee investeert het land ook in wereldwijde problemen, en levert het volgens meerdere sprekers excellente wetenschap op.

Ik geef niet zoveel om politiek

Die balans tussen excellente wetenschap en politieke belangen maakt de uitdaging wel spannend, vonden de aanwezigen. Zo moet continu nagedacht worden over de relatie tussen Chinese universiteiten en de staat. Is het mogelijk om een goede relatie te hebben met een universiteit als je die niet hebt met de staat? Peter Lievens, vice-rector van de KU Leuven, bepleitte dat dit wel zou moeten. “De wetenschap heeft altijd gedraaid om mensen die elkaar opzoeken om hun eigen kennis te vergroten; we moeten dat niet laten vallen door wat politiek. Ikzelf ben een natuurkundige, ik geef niet zoveel om politiek, ik lees gewoon af wat de machines zeggen.”

Ook overheden weten soms niet hoe ze het beste met deze discussie kunnen omgaan, en die onwetendheid kan het voor wetenschappers soms onzeker maken om met of over China onderzoek te doen. Daarom moeten wetenschappers ook meer samenwerken en communiceren met overheden, luidde de oproep op de conferentie. Zo moeten meer duidelijke richtlijnen gemaakt worden voor de omgang met Chinese universiteiten. Hierin moet in ieder geval besproken worden waaraan onderzoekers moeten voldoen als ze ooit in China onderzoek willen doen en wat allemaal besproken mag en kan worden.

Europese richtlijnen moeten Koude Oorlog-situatie voorkomen

Volgens Simon Marginson, hoogleraar in onder andere internationale educatie van de Oxford University, is de dominante gedachte aan universiteiten dat het samenwerken met China vooral door moet blijven gaan. De argumenten die er zijn om het niet te doen, die er volgens de hoogleraar toch best veel zijn, kunnen in zijn ogen opgelost worden met duidelijke en goede richtlijnen en regels. “Maar dat moeten uitzonderingen blijven; de openheid moet het uitgangspunt zijn. De situatie tussen de VS en China doet mij in dit opzicht terugdenken aan de Koude Oorlog, maar zo’n werksfeer waarin samenwerking juist de uitzondering is moeten we met z’n allen voorkomen. We kunnen veel leren van elkaar, en dat moeten we vooral blijven doen.”

Echter komen de richtlijnen rondom problemen met China, zoals academische vrijheid, nu nog vooral uit initiatieven van universiteiten zelf.  Zo vertelde Xiaoyong Zhang, China coördinator voor de Wageningen Universiteit, dat een speciale webpagina is opgericht rondom het samenwerken met Chinese universiteiten. Daarnaast zijn in Nederland ook wel platformen waarin wetenschappers met elkaar overleggen over het omgaan met Chinese universiteiten, maar volgens Zhang is er nog een gebrek aan officiële richtlijnen vanuit overheden of de EU. Voor een toekomst met open science en open samenwerkingen met China, wat volgens Zhang uiteindelijk toch wenselijk is, zijn deze richtlijnen wel nodig.

Marijk van der Wende, hoogleraar faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie aan de Universiteit Utrecht, hoopt en denkt dat deze Europese richtlijnen ervoor kunnen zorgen dat wetenschap en politiek gescheiden kunnen worden, zelfs met China. Ook in de Nederlandse politiek wordt kritisch gekeken naar de rol van China in het hoger onderwijs en het bedrijfsleven, maar de hoogleraar vindt dat wetenschappers elkaar moeten kunnen vertrouwen. Het is volgens Van der Wende aan de EU om Europese bedrijven te beschermen en de balans tussen China en Europa gezond en duurzaam te houden.

Ook vanuit Chinese universiteiten moeten initiatieven komen

Om dat te bewerkstelligen moet de openheid van twee kanten komen. Zo zegt Marginson uit Oxford dat de verhouding tussen China en Europa qua studentuitwisseling scheef is. Er komen veel meer Chinese studenten hierheen dan dat Europese studenten naar China gaan. Als dat meer gebeurt, komen we in Europa automatisch meer te weten over de wetenschap en technologie die op Chinese universiteiten ontwikkeld wordt.

Een ander probleem dat hiermee deels opgelost kan worden is de kennis van de Chinese taal. Veel wetenschappelijke artikelen die uit China komen worden niet in het Engels vertaald. Dit komt de transparantie van Chinese wetenschap niet ten goede. Marginson wijst erop dat er ook al tools voorhanden zijn om die artikelen te vertalen, maar dat die te weinig ingezet worden.

Dat Chinese universiteiten hier ook zeker voor openstaan bleek uit het verhaal van Liu Niancai, decaan van de faculteit Educatie van de Shanghai Jiao Tong University. Chinese universiteiten moeten in zijn ogen meer samenwerken met Amerikaanse en Europese universiteiten, want alleen zo kunnen Chinese universiteiten beter worden. Wel erkent Niancai dat samenwerken lastig is, onder andere door de politieke situatie in China. Hij oppert voor bijvoorbeeld meer personeelsuitwisselingen tussen internationale universiteiten, om dankzij alle nieuwe inzichten en het begrip voor elkaar samenwerking te stimuleren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK