“Problemen moet je eerst opzoeken en bespreken voordat je oplossingen bedenkt”

Nieuws | de redactie
25 november 2021 | Het praktijkgericht onderzoek van hogescholen kan een grote bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, maar dan moeten er wel grenzen tussen sectoren, onderzoeksgebieden en instellingen worden doorbroken. Dat was de boodschap tijdens het jaarlijkse congres van Regieorgaan SIA.
Presentator Gerrit Heijkoop en jury-voorzitter Ingeborg van der Ven tijdens de uitreiking van de RAAK-Awards op het SIA-congres 2021.

Vandaag vond het jaarlijkse congres van Regieorgaan SIA plaats onder het motto ‘grenzen doorbreken’. Huib de Jong, de bestuursvoorzitter van Regieorgaan SIA, betoogde bij aanvang dat juist het praktijkgerichte onderzoek nodig is bij het aangaan van de uitdagingen waarmee de maatschappij te maken heeft. “Hogescholen hebben de traditie om met hun beroepsonderwijs middenin de maatschappij te staan, vaak in regionale samenwerkingsverbanden. Vanuit die traditie kan ook het onderzoek makkelijk een plaats vinden in zulke verbanden. Dat zorgt ervoor dat de onderzoekers middenin de praktijk staan en zich daarmee diep verbonden voelen.” 

De zichtbaarheid van het onderzoek bij hogescholen neemt toe, en dat stemt De Jong blij. “Die zichtbaarheid vertaalt zich ook naar onze plaats aan de tafels van landelijke samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de Kennis en Innovatie Agenda’s. Ook door onze betrokkenheid bij de ontwikkeling van de Nationale Wetenschapsagenda worden er stappen gezet die belangrijk zijn voor het praktijkgericht onderzoek. Een ander voorbeeld van een mooie vooruitgang is het feit dat we ons richting het professional doctorate, de equivalent van een promotietraject binnen het hbo, bewegen. Daarmee komen we op eenzelfde hoogte als veel andere Europese landen.” 

Er is niet één definitie van ontwerpend onderzoek 

Tijdens één van de themasessies werd stilgestaan bij het recent verschenen boek ‘Beelden van Applied Design Research’, gemaakt door betrokken bij het platform Network Applied Design Research (NADR). “Ons platform is in 2016 opgericht, en één van onze doelen is het vergroten van de zichtbaarheid van ontwerpend onderzoek”, vertelde Karin van Beurden, lector Product Design bij Saxion en voorzitter van NADR. “Zo zijn we jaarlijks aanwezig op de Dutch Design Week in Eindhoven. Natuurlijk spreken we ook veel met elkaar over ontwerpend onderzoeken. Vanuit die gesprekken is dit boek ontstaan.” 

Wie in het boek op zoek gaat naar een eensluidende beschrijving van ontwerpend onderzoek, zal die niet vinden. “We wilden juist niet één definitie van ontwerpend onderzoek geven, maar veeleer een mozaïek van perspectieven aanbieden”, vertelt Peter Joore, een van de samenstellers en lector Open Innovation bij NHL Stenden. “In dit boek proberen we een overzicht van 21 perspectieven te geven en daarmee applied design te duiden.” 

Met data kijken naar grond in de eigen wijk 

Verschillende van die perspectieven kwamen tijdens de deelsessie aan bod. Zo illustreerde Anja Overdiek, van huis uit socioloog en tevens lector Cybersocial Design bij de Hogeschool Rotterdam, hoe ontwerpend onderzoek vaak een idealistische inslag heeft; het wil de wereld veranderen en verbeteren. “In mijn onderzoek probeer ik inhoud te geven aan verantwoordelijke digitalisering. Daarmee willen we platformen maken die interactie tussen mens, natuur en algoritmes faciliteren, om zo een betere, meer duurzame en inclusieve wereld mogelijk te maken.” 

Zo doet Overdiek onderzoek naar een project met een spel waarin groepen mensen zowel hybride als geheel online de toekomst kunnen verkennen. Ook is ze betrokken bij een ontwerpend onderzoek naar biodiversiteit in de stad. Daarbij ziet men de stad als een biotoop van mensen, natuur en data, en wil men onderzoeken hoe data kan worden gebruikt om de biodiversiteit in de directe omgeving van mensen te stimuleren. Door grond meteen rondom een woning te scannen kan worden bepaald welk soort planten daar het best kunnen groeien en in welke samenstelling dat het best kan. “Wij willen onderzoeken of mensen hierin meegaan, hoe ze dan dingen willen veranderen, en of ze hun wijk hierdoor als biotoop gaan zien”, vertelde Overdiek.  

Dergelijk praktijkgericht onderzoek wordt gekenmerkt door het bouwen van bruggen tussen disciplines, merkt de Rotterdamse lector – zowel in het onderzoek zelf als in de samenwerking met belanghebbenden. “Ik ben heel theoretisch ingesteld; vandaaruit heb ik overzicht, maar blijft het wel vaak op afstand van de praktijk. Mijn collega’s kunnen onderzoek juist heel concreet en toegepast maken, en dat moet in de samenwerking met belanghebbenden ook.” 

Zoek de problemen op en stel ze aan de kaak 

Een ander perspectief op ontwerpend onderzoeken werd uiteengezet door Eke Rebergen, werkzaam bij Avans Hogeschool. Volgens Rebergen moeten ontwerpende onderzoekers goed nadenken hoe ze zichzelf positioneren in het onderzoeken van maatschappelijke vraagstukken. Onder de noemer ‘looking for trouble’ betoogde hij dat onderzoekers een vraagstuk daarbij soms verder moeten problematiseren dan ze nu doen. “We moeten een probleem niet altijd meteen proberen op te lossen, we moeten het eerst opzoeken, aan de kaak stellen en bespreekbaar maken.” 

Als voorbeeld daarvan geeft Rebergen de opleiding Medicinal Distribution Management Analytics – een niet-bestaande opleiding over drugs die door studenten van Avans is bedacht als mogelijk antwoord op de drugsproblematiek in Brabant. “Studenten krijgen in hun eigen omgeving veel mee van de drugsproblematiek, een groot maatschappelijk probleem. Als zij als ontwerpende onderzoekers hun houding ten aanzien van dat probleem bepalen, kunnen ze ervoor kiezen om aan onmiddellijke oplossingen zoals preventie te werken. Met het idee voor deze opleiding geven ze echter een ander signaal, waarbij ze het probleem niet schuwen. Drugsproblematiek is onderdeel van de toekomst en dat het onderwijs een verantwoordelijkheid heeft in de voorbereiding daarop.” 

De Frisian Design Factory 

Tijdens een andere themasessie werd expliciet gesproken over ‘grenzen doorbreken’, namelijk door samen te werken over de grenzen van sectoren. In dat kader vertelde Peter Joore over de Frisian Design Factory in Leeuwarden, waar NHL Stenden vormgeeft aan transsectorale samenwerking. “In het gebouw, een oude gevangenis, zitten meerdere kleinere creatieve bedrijven, maar het heeft ook een onderwijsomgeving. Wij proberen daar studenten van verschillende opleidingen bij elkaar te zetten en hen aan de slag te doen gaan rond complexe vraagstukken uit de regio Noord-Nederland – bijvoorbeeld duurzaamheid, circulaire economie en brede welvaart.” 

Ieder vraagstuk dat studenten onderzoeken wordt samen met belanghebbende organisaties of overheden bekeken en verkend. “Zo zorgen we ervoor dat er vanuit verschillende perspectieven naar de vraagstukken wordt gekeken, bijvoorbeeld vanuit de technische hoek, vanuit procesmanagement, vanuit creatieve hoek – daarbij kun je studenten vanuit allerlei verschillende opleidingen gebruiken”, legt Joore uit. Het uiteindelijke doel van de projecten is het werken aan een veelbelovende oplossing, hetzij in de vorm van een product, een dienst of zelfs een nieuw bedrijf. “Natuurlijk eindigt niet elk project in een op de markt gebrachte innovatie, maar het gaat evenzeer om de ervaring met het proces die studenten opdoen.” 

Creatieven gaan niet al onze problemen oplossen 

Joore reflecteerde tevens op het feit dat er bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken steeds vaker naar mensen uit de creatieve sector wordt gekeken – ook in het praktijkgerichte en ontwerpende onderzoek, waarbij steeds vaker mensen uit de creatieve sector worden betrokken. “Ik vind die verwachtingen vaak te hoog. Een deel van die mensen kan dat misschien, maar het feit dat je grafisch ontwerper bent zegt niet dat je daarmee goed bent in het oplossen van maatschappelijke problemen.”  

Volgens Joore lijdt men steeds meer aan wat hij de ‘Rutte-Zijlstra-filosofie’ noemt; creatieven zouden maar eens wat meer moeten bijdragen aan de wereld en de economie, bijvoorbeeld door nieuwe oplossingen in duurzaamheidsvraagstukken te bedenken. “Hoezo moeten zij wat voor de economie doen?”, protesteerde Joore. “Kunst en cultuur hebben hun eigen waarde toe te voegen aan deze wereld. Ik ben dus aan het afstappen van het idee dat de creatieven problemen met bijvoorbeeld duurzaamheid moeten oplossen. Zonder kunst zou de wereld er verschrikkelijk uitzien – hoewel een van onze ministers denkt dat het kijken van een dvd’tje genoeg is.” 

RAAK-awards van noord tot zuid 

Als feestelijk afsluiting van het congres werden de RAAK-awards uitgereikt, de prijzen voor het beste praktijkgerichte onderzoek. Het was een onderzoeksproject rond hybride hergebruik van kunststoffen, geleid door associate lector Albert ten Busschen van Hogeschool Windesheim, dat de eerste prijs kreeg toebedeeld. De tweede prijs ging naar het project ‘het herontwerpen van vragenlijsten voor mensen met neurogene communicatiestoornissen ten gevolge van Niet-Aangeboren Hersenletsel’ van Ruth Dalemans, onderzoeker bij Zuyd Hogeschool. De derde prijs werd gewonnen door het project ‘Meer kansen met Meertaligheid’ van Joana Duarte, lector Meertaligheid bij NHL Stenden Hogeschool. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK