Staatsburgerschap kan kans op doorstroom naar hoger onderwijs vergroten

Interview | de redactie
10 november 2021 | Hoe jonger kinderen van immigranten zijn wanneer ze worden genaturaliseerd, hoe groter de kans dat ze kunnen doorstromen naar het hoger onderwijs. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Marie Labussière aan de Universiteit Maastricht. Zij onderzocht de invloed van naturalisatie op de onderwijsuitkomsten van kinderen.
“Er bestaat veel literatuur die aantoont dat genaturaliseerde ouders betere toegang tot de arbeidsmarkt en de huizenmarkt hebben, wat hen vervolgens beter toerust om hun kinderen te begeleiden waar het onderwijs betreft”, vertelt Marie Labussière. Beeld: archief Marie Labussière.

“Ik heb een achtergrond in kwantitatieve sociologie”, vertelt Labussière. “Reeds als student was ik geïnteresseerd in vraagstukken rondom migratie en sociale ongelijkheid in het algemeen; vandaar dat ik heb gekozen voor dit promotietraject bij de Universiteit Maastricht. Mijn promotietraject was onderdeel van een breder, met Europees geld gefinancierd onderzoek naar naturalisatie en de levensomstandigheden van immigranten.” 

Het onderzoek van Labussière richtte zich specifiek op de kansen in het onderwijs van migrantenkinderen die niet tot Nederlandse staatsburgers genaturaliseerd zijn. “Het onderwijs is een plaats waar ongelijkheden goed zichtbaar worden; daarnaast kunnen ongelijkheden daar worden versterkt of verkleind.” 

Verkrijgen staatsburgerschap hangt af van ouders 

De eerste stap van het onderzoek betrof het simpelweg descriptief analyseren van de patronen van naturalisatie bij kinderen. Wanneer kinderen van niet-genaturaliseerde immigranten in Nederland worden geboren, hebben zij niet vanzelf recht op het Nederlandse staatsburgerschap, legt Labussière uit. Deze kinderen krijgen hetzelfde staatsburgerschap als hun ouders. Daarnaast kunnen kinderen pas vanaf hun achttiende zelfstandig het Nederlandse staatsburgerschap aanvragen. Hun eventuele naturalisatie als kind is dus afhankelijk van de naturalisatie van hun ouders.  

“Voorafgaand aan mijn onderzoek wisten we eigenlijk niet hoeveel kinderen van immigranten in Nederland worden geboren zonder daarbij Nederlandse staatsburgers te worden en hoe lang ze vervolgens het Nederlandse staatsburgerschap ontberen. Worden ze genaturaliseerd omdat hun ouders worden genaturaliseerd? Moeten ze wachten tot hun achttiende en doen ze het dan?”, vertelt Labussière. 

Haar onderzoek heeft aangetoond dat veel kinderen voor het verkrijgen van het Nederlandse staatsburgerschap inderdaad afhankelijk zijn van hun ouders. “Als ouders het staatsburgerschap maar moeizaam kunnen verkrijgen, geldt dat vanzelf ook voor hun kinderen. Een restrictief beleid ten aanzien van ouders is daarmee ook een restrictief beleid ten aanzien van kinderen. Daarnaast blijkt dat maar weinigen van deze kinderen zelfstandig het Nederlandse staatsburgerschap aanvragen wanneer ze achttien worden. Dat heeft deels te maken met de kosten daarvan. Ook gebeurt dat niet vanzelf; jongvolwassenen moeten er zelf achteraan. Ik schat in dat ze niet allemaal worden geïnformeerd over deze mogelijkheid en de bijbehorende procedure. Het zou goed zijn wanneer daarnaar verder onderzoek wordt gedaan.” 

Staatsburgerschap vóór twaalfde levensjaar 

In het tweede gedeelte van het onderzoek heeft Labussière gekeken naar de invloed van naturalisatie op het onderwijspad van leerlingen. Daartoe heeft ze, aan de hand van cijfers van het CBS, de onderwijstrajecten van niet-genaturaliseerde leerlingen middels kwantitatieve methoden onderzocht. “Ik heb niet zozeer gekeken naar het niveau waarop ze instromen, maar veeleer onderzocht hoe hun mobiliteit tussen de verschillende niveaus is. Bewegen ze zich bijvoorbeeld vaker of makkelijker vanaf het vmbo naar de havo dan kinderen die wel Nederlands staatsburger zijn? Bewegen ze zich daarentegen juist vaker vanaf de havo naar het vmbo? Of vallen ze vaker uit dan andere leerlingen?” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Uit het onderzoek blijkt dat leerlingen vaker van vmbo naar havo of van havo naar vwo bewegen wanneer ze voor hun twaalfde het Nederlandse staatsburgerschap hebben. Daarnaast verlaagt dat de kans dat ze zonder diploma de middelbare school verlaten. Naturalisatie heeft dus een positief effect op de ‘opwaartse mobiliteit’ van kinderen van immigranten in het voortgezet onderwijs, legt Labussière uit. 

Vooral effecten door ontwikkeling ouders 

“Leerlingen met het Nederlandse staatsburgerschap zijn beter in staat zich binnen het Nederlandse onderwijssysteem te bewegen. Vooral hun betere taalvaardigheden, ook die van hun ouders, zouden daaraan kunnen bijdragen. Het systeem van het voortgezet onderwijs is vrij complex; wanneer ouders dat niet goed kunnen doorgronden, is het voor hen lastiger om hun kinderen goed te begeleiden. Als ouders niet goed weten dat een leerling met een havo- of een vwo-diploma wel meteen kan doorstromen naar het hoger onderwijs maar dat dit niet mogelijk is met een vmbo-diploma, zullen ze zich bijvoorbeeld sneller neerleggen bij het feit dat hun kind een vmbo-advies krijgt terwijl een havo-advies beter zou zijn.” 

Uit haar onderzoek is namelijk ook gebleken dat de Cito-score van niet-genaturaliseerde leerlingen in groep acht van de basisschool vaak lager is dan gemiddeld. “De scores van niet-genaturaliseerde leerlingen zijn gemiddeld 0,1 standaarddeviatie lager dan de scores van leerlingen die al in hun kindertijd genaturaliseerd zijn”, vertelt Labussière. “Dat verschil is substantieel en vergelijkbaar met het negatieve effect van het hebben van ouders zonder middelbareschooldiploma. Daarnaast blijkt het uit te maken wanneer een leerling het Nederlandse staatsburgerschap krijgt; hoe eerder dat is, hoe groter het positieve effect daarvan op hun Cito-score. Leerlingen hebben dus vooral profijt van hun Nederlanderschap wanneer dit op jonge leeftijd wordt verkregen.” 

Juist armere gezinnen hebben baat bij naturalisatie 

Naturalisatie is geen toverstok, benadrukt Labussière; vooral de daarmee samenhangende voordelen komen kinderen ten goede. “Er bestaat veel literatuur die aantoont dat genaturaliseerde ouders betere toegang tot de arbeidsmarkt en de huizenmarkt hebben, wat hen vervolgens beter toerust om hun kinderen te begeleiden waar het onderwijs betreft. Het is immers algemeen bekend dat de sociaaleconomische omstandigheden van ouders een positief effect hebben op de onderwijsuitkomsten van hun kinderen.” 

De verbetering van de sociaaleconomische omstandigheden van de ouders werkt door in het leven van kinderen, bijvoorbeeld waar dat hun onderwijsprestaties betreft, legt Labussière uit.  Mijn onderzoek toont zelfs aan dat naturalisatie voor gezinnen met een mindere sociaaleconomische omstandigheid nóg belangrijker is. Zij ondervinden het snelst hinder van aangescherpte regels rondom naturalisatie, terwijl zij degenen zijn die de meeste nood hebben aan naturalisatie, en hun kinderen daarbij meer baat hebben.”  

Het belang van het moment van naturalisatie is iets dat moet worden meegenomen bij het maken van beleid, benadrukt Labussière. “Hoe eerder kinderen Nederlander worden, hoe meer profijt zij daarvan hebben. Als we voor kinderen van niet-genaturaliseerde immigranten het aantal maatschappelijke hindernissen willen verlagen, is vroege toegang tot het staatsburgerschap een goede stap.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK