Geesteswetenschappen zijn onderdeel van de menselijke natuur

Nieuws | de redactie
1 december 2021 | De geesteswetenschappen staan onder druk op universiteiten, maar in een alsmaar veranderende wereld zijn deze vakgebieden noodzakelijk om als maatschappij de juiste keuzes te maken. Dat vertelde Willem B. Drees tijdens een lezing over zijn boek “What are the Humanities for?”
Bronzen beeld van Aristoteles, een van de meest invloedrijke filosofen uit de geschiedenis, bij de Universiteit van Freiburg. Beeld: Couleur via Pixabay.

Willem B. Drees, emeritus hoogleraar filosofie van de geesteswetenschappen aan de Tilburg University, heeft het boek “What are the Humanities for?” geschreven. Dit boek gaat over de rol van de geesteswetenschappen op universiteiten en in de maatschappij. Onlangs gaf hij een lezing over zijn boek, georganiseerd door de Vrije Universiteit.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Drees begon zijn verhaal met de vraag die in zijn ogen vaak gesteld wordt over de geesteswetenschappen: wat houdt het eigenlijk allemaal in? “Geesteswetenschappen is een verzamelnaam voor universitaire opleidingen die de producten van de menselijke geest bestuderen”, zo staat in de studiegids van onder andere het ministerie van OCW. “Voorbeelden van geesteswetenschappen zijn geschiedenis, taalkunde, letterkunde, filosofie, kunstgeschiedenis, filmwetenschap en theologie.” 

In tegenstelling tot een vakgebied waarin duidelijk overlap zit als STEM, waaronder natuurkunde, techniek en wiskunde vallen, overlappen de geesteswetenschappen volgens sommige wetenschappers minder duidelijk met elkaar. Hierdoor zouden ze op politiek en financieel gebied minder sterk hun gezamenlijke belang duidelijk kunnen maken. Volgens Drees is het opsommen van voorbeelden dan ook niet voldoende om te duiden wat de geesteswetenschappen nu precies zijn. 

Door mensen, over mensen 

Het is ten eerste belangrijk om onderscheid te maken in de meerdere manieren die er volgens Drees zijn om de geesteswetenschappen te benaderen. De hoogleraar denkt dat mensen onderzocht kunnen worden vanuit de visie van honden, aliens of mensen; vanuit de visie van een hond zou erg basaal zijn, puur kijkend naar functionele signalen. Aliens zouden aan de andere kant juist op een zoölogische manier naar mensen kijken, op dezelfde manier dus als hoe wij naar dieren kijken. Dit kan een interessante benadering zijn, denkt Drees, maar zo mis je de unieke kracht van geesteswetenschappen; mensen onderzoeken vanuit de eigen menselijke gedachte. 

Drees beargumenteert in zijn boek dan ook dat de geesteswetenschappen wel een duidelijk overlap bezitten. In zijn definitie beslaan de geesteswetenschappen alle wetenschappelijke disciplines waarin mensen zelfbegrip en zelfexpressie onderzoeken, en de manier waarop mensen deze inzichten gebruiken in het ervaren en opbouwen van hun eigen leefwereld. 

Dit is volgens Drees uniek aan dit vakgebied. De geesteswetenschappen zijn erop ingericht om andere mensen te begrijpen, en om het begrijpen van de eigen persoon zelf. Als voorbeeld noemt Drees een auteur die een boek schrijft, waarna een student jaren later dit boek onderzoekt. Uit de lessen die in het boek staan kan de student – of iemand anders die het onderzoek leest – zelf weer nieuwe ideeën ontwikkelen, die daarna ook weer doorgegeven en doorontwikkeld kunnen worden. Zo wordt in feite een feedbacksysteem gevormd binnen de geesteswetenschappen; nieuwe kennis kan het zelfbeeld en het handelen van mensen aanpassen. 

Geesteswetenschappen zijn persoonlijk 

Dit benadrukt echter ook het duale karakter van de geesteswetenschap. Aan de ene kant is het een wetenschap waarbij objectief naar feiten gezocht wordt, zoals in het onderzoek naar structuren van een taal of naar specifieke gebeurtenissen in de geschiedenis. Aan de andere kant kunnen onze eigen identiteit en relaties met anderen een ander perspectief bieden, wat onder andere voorkomt in studies naar theologie of filosofie. Waar natuurkundigen in hun studies de zwaartekracht niet kunnen ontwijken, kunnen wetenschappers in de geesteswetenschappen hun eigen onderzoek vormen.  

Zo is in de filosofie vaak het doel om universele argumenten te kunnen samenstellen, vanuit logische gedachtes of ethische waarden die voor heel de mensheid gelden. Drees haalt echter de Amerikaanse filosoof Susan Wolf aan, die beschreef hoe het bezoeken van haar broer in het ziekenhuis niet uit een egoïstische of ethische overweging kwam. Zulk soort acties komen voort uit liefde, een puur individueel belang. Geen andere filosoof kan voor haar bepalen of deze actie belangrijk is of niet. 

Wetenschapper als scheidsrechter 

Dit kan een uitdaging zijn, omdat nieuwe inzichten het zelfbeeld van anderen kunnen aanpassen. Zo kan historisch of cultureel onderzoek in sommige gevallen religieuze verhalen of gebruiken tegenspreken. Dit kan ervoor zorgen dat kennis uit de geesteswetenschappen niet altijd gewaardeerd wordt. Zo ook wordt onderzoek naar geschiedenis vaak gedaan door mensen die de geschiedenis van hun eigen volk belangrijk vinden, wordt dit bekeken vanuit hun huidige wereldbeeld, of worden lessen uit het verleden vertaald naar de hedendaagse wereld. Om geen verkeerde conclusies te trekken is het belangrijk dat een geesteswetenschapper probeert zo neutraal mogelijk te acteren, en Drees geeft hiervoor de metafoor van een scheidsrechter in de sport. 

Toch kan het volgens Drees zo zijn dat een geesteswetenschapper zelfs dan het onderwerp van de studie beïnvloedt. Als de wetenschapper de bevindingen deelt met de onderzoeksgroep, kan de onderzoeksgroep het gedrag aanpassen aan de bevindingen. Zo bestaat het risico dat een geesteswetenschapper een self-fulfilling of self-denying prophecy creëert.  

Geesteswetenschappen zijn onmisbaar 

Juist dankzij deze uitdagingen zijn de geesteswetenschappen onmisbaar voor de maatschappij, beargumenteert Drees. De wereld is alsmaar aan het veranderen, en het reflecterende karakter van de geesteswetenschappen is belangrijk om te bepalen hoe de maatschappij omgaat met deze veranderingen. Zo zorgt de snelle technologische vooruitgang voor andere relaties tussen mensen, en voor een ander zelfbeeld van mensen. De geesteswetenschappen kunnen helpen om de juiste keuzes te maken in het gebruik van alle nieuwe technologie. 

Daarnaast zijn er ook meer praktische waarden van de geesteswetenschappen. Zo wordt het door de steeds sterkere internationalisering belangrijk om voldoende mensen met talenkennis te hebben, of met kennis over het omgaan met en begrijpen van andere culturen. Dit geldt voor zowel internationale bedrijven als voor maatschappelijke problemen, aangezien ook die vaak een internationale aanpak vereisen. Daarnaast is fundamenteel onderzoek nog steeds belangrijk, omdat daarvan soms de echte toegevoegde waarde pas later bekend wordt. Zo heeft kennis over de structuur van talen geholpen om computertalen te ontwikkelen, iets wat tegenwoordig onmisbaar is. 

Tot slot vertelde Drees dat de geesteswetenschappen misschien wel verwikkeld zit in alles wat we doen als mensen. “Het is onze natuur om te reflecteren. We communiceren niet alleen, we reflecteren op onze communicatie. We hebben niet alleen cultuur, we herzien en creëren cultuur. Dus, geesteswetenschappen zijn natuurlijk voor mensen en onmisbaar voor een complexe en alsmaar veranderende maatschappij. Niet alle reflectie is vanzelfsprekend academisch, maar de studie van mensen is zowat het meest menselijke en humane wat we kunnen doen als mensen.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK