Studentuitwisseling vergroot kloof tussen rijk en arm

Nieuws | de redactie
7 december 2021 | Niet-Europese studenten die in Europa studeren komen vaak uit sociaaleconomisch welvarende kringen. Daarmee vergroot het Europese beleid voor studentmobiliteit de kloof tussen verschillende sociaaleconomische klassen, schrijven onderzoekers van de HAN en de Plekhanov Russian University of Economics. Ook Nederlandse regelgeving draagt daaraan bij.
“Als Nederland meer studenten van buiten de EER wil aantrekken, zou het er goed aan doen als het de restrictieve regelgeving aanpast.” Beeld: Brateevsky (CC BY-SA 4.0)

De ervaringen van studenten zijn belangrijk in het transparant maken van beleid in het hoger onderwijs, schrijven onderzoekers van de HAN en de Plekhanov Russian University of Economics. Zij voerden daarom onderzoek uit, bestaande uit theorie-onderzoek en gesprekken met studenten van beide instellingen, naar de ervaringen van studenten met studeren in het buitenland en de barrières die zij daarbij tegenkomen.  

Financiële en sociale kosten grootste drempels studentmobiliteit 

Uit theorie-onderzoek van de auteurs blijkt dat de financiële kosten van een uitwisseling de barrière is die het vaakst wordt genoemd. Studenten kunnen beurzen aanvragen, bijvoorbeeld de Erasmus-beurs, maar voor een deel van hen is die beurs te klein om alle kosten te dekken. Ook sociale kosten, bijvoorbeeld het moeten achterlaten van familie en vrienden, vormen vaak een drempel voor studenten die op uitwisseling willen.  

Volgens eerder onderzoek hangt de keuze om op uitwisseling te gaan niet alleen samen met financiële mogelijkheden, schrijven de onderzoekers. Veel studenten die al dan niet tijdelijk in het buitenland studeren komen uit een milieu waarin een studeren in het buitenland als normaal wordt gezien. “Als iemand uit zo’n milieu komt, kan dat de ervaren sociale kosten verlagen. (…) Studeren in het buitenland hangt niet alleen samen met toereikende middelen, maar ook met houding en afkomst”, aldus de onderzoekers. 

Andere drempels met betrekking tot uitwisselingen zijn een gebrek aan informatie, een gebrek aan taalvaardigheid, problemen die met instellingen te maken hebben en onzekerheid betreffende de baten van een uitwisselingstraject.  

Wisselkoersen en economische sancties hinderen mobiliteit Russische studenten 

Vooral voor studenten uit Rusland of voormalige Sovjet-staten is de Erasmus-beurs niet toereikend om de kosten van het studeren in een ander Europees land te dekken, schrijven de onderzoekers. Dat heeft vooral te maken met de koers van de euro ten opzichte van nationale munteenheden in die landen. Hoger onderwijsinstellingen proberen dat te compenseren door ruimere beurzen aan te bieden, maar de groei van de beurzen loopt nog steeds achter bij de relatieve vermeerdering van de waarde van de euro.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Daarnaast wordt de uitgaande mobiliteit van Russische studenten geremd door economische sancties die de Europese Unie jegens Rusland heeft ingesteld. “In eerste instantie leidden die vooral tot een verminderde mobiliteit van medewerkers en een vermindering van onderzoekssamenwerking. Later werd ook een negatieve invloed op studentmobiliteit zichtbaar”, aldus de onderzoekers.  

Zo daalde het aantal Europese studenten aan Russische universiteiten met vijftien tot vijfentwintig procent. Daarnaast was de uitgaande mobiliteit van Russische studenten richting Europa voor de uitbraak van het coronavirus al gedaald met bijna dertig procent. Tegelijkertijd nam het aantal studenten uit China, Kazachstan en andere Centraal-Aziatische landen toe met zestig tot vijfentachtig procent, blijkt uit data van de Plekhanov Russian University of Economics. 

In Nederland is studeren duur en bijverdienen moeilijk 

In het onderzoeksrapport worden ook enkele obstakels besproken die Russische studenten (en andere studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (ERR)) ervaren als ze in Nederland willen studeren. De voornaamste drempel is de hoogte van het collegegeld. Waar Nederlandse studenten en studenten uit de EER iets meer dan tweeduizend euro per jaar betalen voor een bacheloropleiding, ligt de prijs daarvan voor studenten van buiten de EER tussen de zesduizend en de vijftienduizend euro. Masteropleidingen kosten hen zelfs tussen de achtduizend en twintigduizend euro. Volgens de onderzoekers zijn die kosten in andere Europese landen significant lager. 

Mocht een Russische student toch in Nederland willen studeren en de hoge studiekosten willen opbrengen door te werken naast de studie, dan wacht daar de volgende drempel. Studenten van buiten de Europese Unie mogen namelijk (met uitzondering van de maanden juni, juli en augustus) niet meer dan zestien uur per week betaald werken. Russische studenten en andere studenten van buiten de EER hebben zelfs eerst een werkvergunning nodig 

Tijdens gesprekken die de onderzoekers voerden met internationale studenten van de HAN werd dit vaak genoemd als een brandend probleem. Velen van hen gaven aan graag te willen werken, maar de restrictieve regelgeving, taalbarrières en bureaucratische zaken maken dat heel moeilijk of zelfs onmogelijk.  

Uitwisseling privilegieert reeds geprivilegieerde studenten 

De hoge studiekosten en de kleine kansen op werk voor studenten van buiten de EER kunnen ertoe leiden dat alleen studenten uit gegoede kringen van buiten de EER naar Nederland kunnen komen, waarschuwen de onderzoekers. Als Nederland meer studenten van buiten de EER wil aantrekken, zou het er goed aan doen als het de restrictieve regelgeving aanpast. 

Daarnaast wijst eerder onderzoek er al op dat de internationale studenten die gebruikmaken van het Erasmus+-programma vaak uit sociaaleconomisch welvarende kringen komen. Internationale uitwisseling van studenten privilegieert bepaalde groepen studenten die sowieso al geprivilegieerd zijn. Zodoende wordt de bestaande kloof tussen studenten uit verschillende sociaaleconomische klassen door internationale uitwisseling verdiept – iets wat juist niet de bedoeling is van de Europese mobiliteitsprogramma’s en daarom onmiddellijke aandacht verdient, schrijven de onderzoekers.  

In het Yerevan Communiqué van 2015 is namelijk vastgelegd dat de Europese Hoger Onderwijs Ruimte stappen zal nemen om het geheel van internationale mobiliteit beter toegankelijk te maken voor studenten met een minder kansrijke achtergrond. De huidige verdieping van de kloof tussen studenten uit verschillende sociaaleconomische klassen is daarmee in directe tegenspraak, benadrukken de onderzoekers. “Zolang de binnen het huidige systeem onontkoombare ongelijkheden niet worden gladgestreken, kan het potentieel van internationale uitwisseling niet volledig worden benut”, schrijven ze.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK