Instellingen moeten alle internationale samenwerkingen controleren op spionage en beïnvloeding

Nieuws | de redactie
9 februari 2022 | Als het aan de VVD ligt komt er een grote schoonmaak om alle nieuwe en bestaande internationale samenwerkingen bij universiteiten tegen het licht te houden. Minister Dijkgraaf vindt dat dit jaar nog alle instellingen iemand moeten benoemen om de samenwerkingen door te lichten en wil bindende afspraken maken.
Minister Dijkgraaf tijdens de commissievergadering over kennisveiligheid in Nederland.

“We hebben de zuurstof van de internationalisering nodig, maar té open zijn is onwenselijk.” Minister Dijkgraaf wil maatregelen nemen om de kennisveiligheid van Nederlandse kennisinstellingen te vergroten. Hij waarschuwt echter voor het gebruik van de botte bijl, zo werd duidelijk tijdens het debat over internationalisering en kennisveiligheid.  

“Het is een paradox: hoe beter we het doen in kennisontwikkeling, hoe meer we in het zicht komen van anderen. Dat men met ons wil samenwerken kan positieve redenen hebben, maar het kan ook dat men vanwege strategisch, militair of politiek belang in ons geïnteresseerd is”, zei Dijkgraaf. “Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Die gaat niet weg, daartegen moeten we ons wapenen.” 

Dat doet Nederland onder andere door de nationale leidraad kennisveiligheid en het loket voor kennisveiligheid die vorige week zijn gepresenteerd, aldus de minister. Kamerleden stelden echter vragen bij het gebruik van dit loket, de kennisveiligheid en de algemene academische vrijheid in Nederland.  

Zorgen om de vragen die niet worden gesteld 

Hatte van der Woude van de VVD vindt de onlangs gepresenteerde voorstellen van de minister voor een loket voor kennisveiligheid nog te mager en te vrijblijvend. De VVD juicht het toe dat het loket voor kennisveiligheid er is, maar maakt zich zorgen om de vragen die niet gesteld zullen worden. Instellingen lijken zich niet altijd bewust van de risico’s die samenwerkingen kunnen meebrengen; zo werd er bij de VU onder de ogen van het bestuur geld vanuit China aangenomen voor onderzoek naar mensenrechten. 

“Wij maken ons zorgen over de vragen die instellingen niet zullen stellen aan dit loket, over de projecten die ze niet zullen laten toetsen”, zei Van der Woude daarom. “Bovendien is dit loket gericht op nieuwe relaties, terwijl juist ook de al jaren bestaande relaties goed moeten worden afgewogen tegen de meest recente inzichten. Er kunnen nog steeds zaken onder water liggen. Wat de VVD betreft worden dus ook bestaande relaties zorgvuldig getoetst om een grondige risicoanalyse te kunnen maken; anders blijft het half werk.” 

De VVD’er pleitte daarom voor het vier-ogen-principe, oftewel dat externe deskundigen de bestaande samenwerkingen en bijbehorende financiële stromen van kennisinstellingen doorlichten. Daarnaast wil ze dat de minister zich in Europees verband inzet om de kennisveiligheid te vergroten.  

Per instelling iemand verantwoordelijk maken voor kennisveiligheid 

De minister is het met Van der Woude eens dat kennisinstellingen goed zicht moeten hebben op hun samenwerkingen en de financiële stromen die daarbij horen. “Uiteindelijk willen we allemaal dat kennisveiligheid een integraal onderdeel wordt van zowel de procesgang als de rapportage van instellingen. Het zou wat mij betreft integraal onderdeel zijn – net zoals we kijken naar academische resultaten, financiële resultaten, de bedrijfsvoering en cyberrisico’s. Dit komt daar als nieuw onderwerp bij, en daarop moeten we actie ondernemen”, zei hij. 

Vanuit die insteek zal de minister binnenkort een brief naar de bestuurders van kennisinstellingen sturen waarin hij de verwachting uitspreekt dat ze een functionaris zullen belasten met deze portefeuille. “Deze portefeuille moet wat mij betreft verankerd zijn op instellingsniveau. Ik verwacht dat vervolgens de raden van toezicht geïnformeerd worden over deze analyses. Bij vragen kan men bij het loket terecht, waarachter de gehele rijksoverheid met al haar diensten tot hun beschikking staat. Zelf heb ik twee keer per jaar een gesprek met de raden van toezicht, en van hen zal ik willen horen of ze de boel op orde hebben.” 

Van der Woude was echter nog niet tevreden met de beschikbare instrumenten en het toegenomen bewustzijn; ze wil zeker kunnen weten dat er gebruik zal worden gemaakt van die instrumenten. Daarbij kan ze in ieder geval op de goede wil van de minister rekenen, die toezegde om bindende afspraken met instellingen te maken over het gebruik van het loket en de Kamer binnenkort per brief te informeren over deze afspraken.  

Controleren op individueel niveau 

Ook vanuit het CDA werd gepleit voor strikter toezicht op de samenwerkingen die Nederlandse kennisinstellingen aangaan. Het meest recente voorbeeld van ongewenste beïnvloeding van wetenschap, het onderzoekscentrum van de VU dat door China werd gefinancierd en pro-Chinese standpunten innam, laat zien dat men tegelijkertijd zeer intelligent en zeer naïef kan zijn, zei Harry van der Molen (CDA). “Er is academische vrijheid, maar er is ook zoiets als academische verantwoordelijkheid.”  

In een toetsingskader dat dit kabinet hoopt uit te rollen, wil het CDA de doorlichting van individuen centraal zetten, zei Van der Molen. “Het gaat hierbij om de toetsing van individuen die toegang willen tot gebieden waarop de risico’s voor de nationale kennisveiligheid groot zijn”, lichtte hij toe. Daarnaast vroeg hij de minister of dit tevens kan betekenen dat individuen de toegang tot een opleiding wordt ontzegd. 

De minister antwoordde dat het toetsingskader een generieke maatregel is, maar waarschuwde dat men niet met de botte bijl te werk moet gaan. “Ik zie landen die heel botte methodes hebben gebruikt, waardoor het kennissysteem op slot gaat. Daar moeten we voor waken. We moeten alleen de personen eruit filteren die daadwerkelijk een risico vormen voor onze kennisveiligheid.” Op aandringen van Van der Molen zei de minister dat, mocht het nodig zijn, ook gehele kennis- of onderzoeksgebieden kunnen worden afgesloten voor samenwerking met bepaalde landen of partners.  

Modelcontracten zijn te simpel 

Namens D66 pleitte Jeanet van der Laan voor een wettelijke borging van de academische vrijheid bij samenwerkingen van kennisinstellingen. “Kunnen we in de wet niet betere waarborgen voor de academische vrijheid opnemen? Zodat bij samenwerkingsprojecten tenminste altijd de code voor wetenschappelijke integriteit van toepassing is, dat onderzoeksdata open gepubliceerd moeten worden en dat onderzoekers te allen tijde hun resultaten mogen publiceren”, zo vroeg zij. Daarnaast opperde ze dat instellingen wellicht standaard juridisch bindende modelcontracten kunnen gebruiken bij samenwerkingen met andere instellingen of landen.  

Dat is echter naïef gedacht, meende de minister; samenwerkingen kunnen zo divers zijn dat een modelcontract niet volstaat. Wel benadrukte hij dat het goed is om verschillende fundamentele bouwstenen voor goede samenwerkingen te identificeren. Het belangrijkst hierin is echter de onlangs gepresenteerde nationale leidraad voor Kennisveiligheid. 

Als een samenwerking je inperkt, doe het dan niet 

De academische vrijheid wordt niet alleen aangetast door de samenwerkingen op institutioneel of facultair niveau, ook zelfcensuur is een bedreiging van de academische vrijheid, waarschuwde Simone Kerseboom van Forum van Democratie. Daarbij doelde ze vooral op onderzoekers die afhankelijk zijn van China.  

“Aan de ene kant heb je onderzoekers die jarenlang expertise opbouwen over aan China gerelateerde onderwerpen en voor hun carrière afhankelijk zijn van toegang tot China en samenwerking met Chinese partners. Zij moeten dus aan zelfcensuur doen om expert te blijven op dit gebied. Aan de andere kant is er de vraag hoe dierbaar academische vrijheid en integriteit ons is. Ik wil aan de minister vragen hoe we in Nederland ruimte kunnen maken voor het creëren van kennis over China die niet aan de richtlijnen van Peking hoeft te voldoen.” 

We moeten onze eigen principes als uitgangspunt nemen 

De minister erkende dat het een aantasting van de academische vrijheid is wanneer bepaalde onderzoeksgebieden worden vermeden omdat ze gevoelig zijn voor andere landen. “Wij vinden dat zeer onwenselijk”, benadrukte hij. Daaraan voegde hij echter toe dat de verantwoordelijkheid voor de academische vrijheid bij de instellingen zelf ligt, en dat de overheid helpt met de instrumenten van de leidraad en het loket voor kennisveiligheid.  

“De kracht van het Nederlandse hoger onderwijs wordt ondergraven als we ons gaan inperken”, betoogde de minister. “Dat moet de cultuur zijn; we moeten niet vallen voor financieel opportunisme. Mijn eigen insteek zou zijn: als je samenwerkingen alleen kunt aangaan door jezelf in te perken, moet je het gewoon niet doen. We moeten onze eigen principes als uitgangspunt nemen.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK