SURF waakt voor afhankelijkheid van uitgevers en big tech-bedrijven

In de nieuwe strategie voor de periode 2022-2027 identificeert SURF uitdagingen op het snijvlak van digitalisering en het hoger onderwijs. Zo verandert het hoger onderwijs aanzienlijk door de digitale transitie; dat brengt voordelen en mogelijkheden met zich mee, maar noopt ook tot een stevige bezinning op de autonomie van datzelfde hoger onderwijs. De invloed van big tech-bedrijven wordt binnen hoger onderwijsinstellingen snel groter – alsook de afhankelijkheid van deze tech-bedrijven.
Daarnaast hebben deze commerciële techbedrijven andere bedoelingen dan hoger onderwijsinstellingen, bijvoorbeeld waar dat het gebruik van persoonlijke data betreft. “We zien dat een klein aantal grote techbedrijven steeds meer de dienst uitmaken, en andere opvattingen kunnen hebben over de bescherming van privacy. Sommige techbedrijven leven van het verzamelen en verkopen van persoonlijke gegevens”, benadrukt SURF.
SURF waakzaam voor cyberaanvallen
Niet alleen de relatie met leveranciers van digitale diensten vraagt om voorzichtigheid, ook het werken met deze diensten en digitale infrastructuren vraagt om een stevige aanpak. Aanvallen van cybercriminelen op de Universiteit Maastricht, de HAN, Hogeschool Inholland en de Hogeschool van Amsterdam liggen immers nog vers in het geheugen. “Cyberdreigingen vormen een steeds groter risico voor bijna alle processen in onderwijs en onderzoek. Dat komt onder andere doordat we als sector afhankelijker worden van ict. We moeten hier dus veel aandacht voor hebben, en de bijbehorende vraagstukken sectorbreed aanpakken”, aldus de nieuwe strategie van SURF.
Naast de dreiging van een te grote afhankelijkheid van big tech-bedrijven enerzijds en de dreiging van cybercriminaliteit anderzijds ziet SURF de ‘platformisering van diensten’ als een uitdagende ontwikkeling in de markt. “Uitgevers en techbedrijven investeerden in 2020 wereldwijd 5,6 miljard dollar in bijvoorbeeld digitale onderwijstools, kunstmatige intelligentie voor gepersonaliseerd leren, en geavanceerde leermaterialen”, rekent SURF voor. Deze commerciële partijen willen via hun platforms het onderwijs bereiken, maar hoe groter die platforms worden, hoe sneller hoger onderwijsinstellingen afhankelijk worden van commerciële partijen.
Een gezamenlijke Europese vuist
De digitale transitie zal zorgen voor onderwijsveranderingen op het gebied kunstmatige intelligentie en de beschikbaarheid van data. Daarnaast leidt de digitalisering tot de eerdergenoemde platformisering van diensten van commerciële partijen die andere belangen hebben dan publiek bekostigde hoger onderwijsinstellingen. De zorgen over deze ontwikkelingen brengen SURF bij de vraag naar digitale soevereiniteit. “Hoe houden we zeggenschap en eigenaarschap over onderwijs en onderzoek, nu deze steeds meer van digitale zaken doortrokken raken? Hoe houden instellingen en gebruikers regie op de onderliggende digitale infrastructuur en data?”
Daarvoor is een brede blik nodig, blijkt uit de strategie van SURF. Niet alleen de controle op digitale systemen en data moet goed worden geregeld, ook rondom privacy, intellectueel eigendom en toegankelijkheid moeten goede en harde afspraken met leveranciers worden gemaakt. Daarbij blijft het echter niet: ook de nationale en Europese wetgeving zal moeten meebewegen. “De digitale transformatie is een internationale ontwikkeling. Het vindt in alle landen plaats; commerciële partijen zijn internationaal actief, evenals de SURF-leden. Relevante wetgeving moet internationaal geregeld worden”, bepleit SURF.
Daarnaast kan worden nagedacht over exit-strategieën, aldus SURF. Zo vertelde SURF-bestuurder Ron Augustus eerder aan ScienceGuide dat het hoger onderwijs niet aan de hand van de grote spelers hoeft te lopen. “Mijn insteek is: werk met hen samen, maar ontwikkel ondertussen ook alternatieven, zodat je op een meer gelijk niveau in de relatie komt te staan”, vertelde hij over de afhankelijkheid van grote spelers zoals Elsevier. “Ik denk dat wij in dit geval als sector moeten kijken of we een open alternatief kunnen ontwikkelen.”
Inzet op flexibel onderwijs
Op het gebied van onderwijs wordt flexibilisering een van de kernpunten. In de komende jaren moet het onderwijs flexibeler worden, concludeert SURF. Zo leiden de snelle veranderingen op de arbeidsmarkt ertoe dat werknemers steeds vaker om- en bijgeschoold moeten worden. “Het type onderwijs dat voor een leven lang ontwikkelen gewenst is moet beter aansluiten bij de reeds opgedane ervaring van werkenden én bij hun overige leefomstandigheden”, aldus SURF. Daarnaast willen instellingen zelf meer keuzevrijheid en maatwerk bieden binnen de reguliere onderwijspaden. “Zowel binnen instellingen als over instellingen heen moet het gemakkelijker worden voor studenten om hun eigen route te kiezen, passend bij hun ambitie en mogelijkheden.”
Om aan die wensen te kunnen voldoen moet er een basisinfrastructuur komen die het uitwisselen van onderwijsinformatie zoals studentgegevens vergemakkelijkt. Daarnaast zal men zich bezighouden met het ontwikkelen van een eduID waarmee studenten zich kunnen identificeren, en met de ontwikkeling van een infrastructuur voor microcredentials.
Online onderwijs en digitale toetsing vormen een tweede innovatiezone binnen het domein ‘onderwijs’. In 2027 moeten studenten op een tijd- en plaatsonafhankelijke wijze onderwijs kunnen volgen en toetsen kunnen maken. Docenten moeten daarbij de benodigde digitale gereedschappen tot hun beschikking hebben. Wat deze innovatiewerkplaats concreet moet opleveren, bijvoorbeeld een visie op het gebruik van proctoring, wordt uit de strategie niet duidelijk.
De twee overige innovatiezones die het onderwijs betreffen zijn ‘digitale leermaterialen stimuleren’ en ‘studiedata verantwoord benutten’.
Open Science versterken
De innovaties die betrekking hebben op de onderzoekskant van het hoger onderwijs betreffen ten eerste het verantwoord omgaan met data; zowel gevoelige als niet-gevoelige data moet volgens de FAIR-principes gedeeld en hergebruikt kunnen worden. In een tweede innovatiezone wil SURF ervoor zorgen dat onderzoekers de vaardigheden aanleren die ze nodig hebben bij de digitalisering van onderzoek.
De meest opvallende innovatiezone voor het domein ‘onderzoek’ betreft het versterken van Open Science. Daarbij is de inzet van SURF dat de regie over het delen, vinden en evalueren van publiek gefinancierd onderzoek bij de onderzoeksgemeenschap zelf ligt. “SURF-leden werken daarvoor samen aan voorwaarden die door de markt worden gerespecteerd”, aldus de coöperatie.
Daarnaast moet de innovatiekracht in open access worden versterkt. Zo zullen bibliotheken en onderzoeksgroepen aan de slag gaan met publicatieplatformen waarop open access gepubliceerd kan worden.
Nergens concreet
Hoewel de strategie van SURF voor de periode 2022-2027 grote lijnen uitzet en ambities vertolkt, wordt nergens concreet hoe deze strategie zal worden uitgevoerd. Dat is bewust, aldus SURF; de kwesties zijn dermate complex dat het noodzakelijk is om zowel het maken als het uitvoeren van de plannen in nauwe samenspraak met de aangesloten hoger onderwijsinstellingen te doen.
Meest Gelezen
Bekostiging per student in het hbo en wo gaat dalen
NS onderzoekt financiële prikkels om studenten uit de spits te weren
VVD ruilt kennisgeld Groeifonds in voor fossiel belastingvoordeel
‘Kennis van zwaktes ChatGPT helpt voorkomen van fraude bij schrijfopdrachten’
‘Universiteiten zijn niet chique door achteraf te klagen over afgesloten cao’
