Glazen plafond dikker in door vrouwen gedomineerde wetenschapsdomeinen

Nieuws | door Janneke Adema
30 maart 2022 | Vrouwen die werken in niet-exacte wetenschapsvelden ervaren een dik glazen plafond – ondanks het hoge aandeel vrouwen in die sectoren. Dat blijkt uit onderzoek van Ruth van Veelen en Belle Derks van de Universiteit Utrecht. In veel niet-exacte wetenschappen zijn vrouwen wel in de meerderheid op student-niveau, maar slinkt hun aandeel hogerop de academische ladder, waardoor ze uiteindelijk op hoogleraar-niveau in de minderheid zijn.
Foto: Lehel Mozgai

Vrouwen zijn sterk ondervertegenwoordigd in de exacte wetenschappen, maar bij de niet-exacte wetenschappen zoals sociale of geesteswetenschappen. Daar vormen ze juist de grote meerderheid. Echter, de man/vrouw-verhouding in deze door vrouwen gedomineerde velden verschilt sterk per spurt van de academische ladder, schrijven de onderzoekers.  

Zo is meer dan zeventig procent van de pyschologiestudenten vrouw, tegenover ongeveer vijftig procent van de universitair docenten in dat domein. Op het niveau van hoogleraar is de verhouding zelfs volledig omgeslagen en zijn de vrouwen in de minderheid (minder dan dertig procent). Ondertussen lijkt de man/vrouw-verhouding bij de exacte wetenschappen veel stabieler; hoewel maar dertig procent van de studenten vrouw is, verschilt dat veel minder met het aandeel vrouwelijke hoogleraren (ongeveer 25 procent). 

Academische wereld is up-or-out 

Volgens de onderzoekers is er daarom sprake van een dik glazen plafond bij de niet-exacte wetenschappen. Er is sprake van een glazen plafond als vrouwen ongelijke kans maken op promotie, een fenomeen dat steeds duidelijker wordt naarmate men hoger komt op de carrièreladder van de niet-exacte wetenschappen. Vanwege het hoge aandeel vrouwen bij niet-exacte wetenschappen is er nochtans weinig aandacht voor ongelijke kansen in deze velden, schrijven de onderzoekers.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Hun onderzoek richtte zich daarom op het effect van het glazen plafond op het carrièreperspectief van vrouwen in de niet-exacte wetenschappen. De waarneming dat mannen vaker leidinggevende posities bekleden en vrouwen vaker op lagere posities blijven hangen creëert de impliciete norm dat mannen beter bij de leidinggevende functies passen, schrijven de onderzoekers. Hierdoor kunnen vrouwen zich gedemotiveerd of oneerlijk behandeld voelen. De academische wereld is bovendien een up-or-out wereld, waarbij niet-promoveren vaak betekent dat men afhaakt en een baan zoekt in een ander veld. Op die manier veroorzaakt het glazen plafond zelf ook meer ongelijkheid. 

Het effect van het glazen plafond 

In het onderzoek werden ruim tweeduizend deelnemers ondervraagd. Alle deelnemers waren Universitair Docent of Universitair Hoofddocent, iets meer dan de helft van de deelnemers was werkzaam in een niet-exact veld (52 procent) en iets minder dan de helft was vrouw (43 procent). De deelnemers gaven eerst aan hoe hoog ze hun kansen schatten om hoogleraar te worden, waarna ze de man/vrouw-verhouding op hun niveau inschatten. Tot slot werd hun inschatting van de man/vrouw verhouding op het hoogste niveau gevraagd.  

Door direct te vragen naar de verhoudingen en niet naar de opvatting van de deelnemer over het al dan niet bestaan van een glazen plafond omzeilt het onderzoek eventuele persoonlijke opvattingen, schrijven de onderzoekers. Deelnemers met negatieve persoonlijke ervaringen zijn eerder geneigd om te bevestigen dat er een glazen plafond is, terwijl andere deelnemers eventuele beschuldigingen van seksisme misschien liever wegwuiven.  

De onderzoekers ondervroegen de deelnemers ook naar hun directe ervaringen om eventuele verschillen in percepties tussen mannen en vrouwen zodoende objectief weer te geven. Vervolgens koppelden ze deze percepties aan de verschillen in carrièreperspectief van de deelnemers. Zo werd vastgesteld wat het effect van het glazen plafond is. 

Het glazen plafond doorbreken 

Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen uit de niet-exacte velden een groter verschil in de man/vrouw-verhouding tussen de niveaus waarnemen dan hun mannelijke collega’s. Bovendien schatten de vrouwelijke deelnemers hun kansen om hoogleraar te worden lager in. Daarnaast blijkt dat de vrouwelijke docenten in de exacte wetenschappen een minder dik glazen plafond ervaren en hun carrièrekansen hoger inschatten dan vrouwen in niet-exacte wetenschappen. Die laatste groep ervaart dus een dikker glazen plafond dan hun mannelijke collega’s en de vrouwen uit de exacte wetenschappen, waardoor ze negatiever zijn over hun carrièrekansen – wat hun daadwerkelijke kansen om hoogleraar te worden negatief beïnvloedt.  

De onderzoekers wijzen erop dat vrouwen vaak persoonlijk verantwoordelijk gehouden worden voor hun ondervertegenwoordiging. Volgens velen is het academische systeem namelijk meritocratisch; promoties zijn het directe gevolg van iemands prestaties, dus de ongelijke kansen van vrouwen zouden te wijten zijn aan een gebrek aan motivatie of competentie hunnerzijds. Uit het onderzoek blijkt echter dat vrouwen in exacte wetenschapsvelden – die een minder dik glazen plafond ervaren – hun carrièrekansen hoger inschatten. Het onderzoek suggereert daarom dat de professionele context van vrouwelijke academici een belangrijke oorzaak is van ongelijke kansen. 

Om het glazen plafond te breken is het niet genoeg als maar een paar vrouwen succesvol zijn, schrijven de onderzoekers. Soms besluiten vrouwen zelfs om zich te distantiëren van andere vrouwen, zodat ze beter bij de assertieve rol passen die van een leidinggevende wordt verwacht. In deze gevallen wordt de status-quo gehandhaafd en blijven ongelijke kansen voor vrouwen bestaan. Pas als de carrièrekansen van alle vrouwen worden verbeterd, kan het glazen plafond worden gebroken. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK