Ook de witte Nederlandse man kan zich bedreigd voelen op de universiteit

Nieuws | door Frans van Heest
2 maart 2022 | Door een groeiend diversiteitsbeleid kan de Nederlandse witte man zich op de universiteit bedreigd voelen. Daar moet ook aandacht voor zijn, zegt de Chief Diversity Officer van de Rijksuniversiteit Groningen in een hoorzitting over discriminatie in het hoger onderwijs in de Senaat.
Foto: Ingang van de tijdelijke Eerste Kamer in Den Haag

De Eerste Kamer is momenteel bezig met een parlementair onderzoek naar anti-discriminatiewetgeving. Daarvoor zijn ook een reeks gesprekken georganiseerd, waaronder een gesprek over discriminatie in het hoger onderwijs (pdf). Voor dit gesprek was Gerry Wakker, de Chief Diversity Officer van de Rijksuniversiteit Groningen, uitgenodigd. Wakker stelde opgelucht vast dat het diversiteitsbeleid in het hoger onderwijs, ondanks tegenwerking vanuit de Tweede Kamer, vaker op de agenda staat dan ooit tevoren.  

Makkelijker gezegd dan gedaan 

Door twee senatoren werden vragen gesteld aan de Chief Diversity Officer uit Groningen, die ook in een landelijk overleg zit met collega’s van andere universiteiten. De eerste vraag ging over free speech aan de universiteit. Kunnen alle onderwerpen nog wel besproken worden?  

“Ik denk dat de universiteit en ik ernaar streven dat je alle onderwerpen moet kunnen bespreken. Maar dat je er ook naar streeft dat de omgeving veilig is voor alle gesprekspartners. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan”, schetste Wakker. “Op zich zou elk thema bespreek moeten zijn. Je hebt ook te maken met academische vrijheid waar dat ook een principe van is. Daar moeten we met z’n allen een goede weg in weten te vinden.” Onlangs bleek dat de EU met verbazing naar het debat rond diversiteit in Nederland kijkt.

De Groningse Diversity Officer zei dat uit gesprekken met College van Bestuur blijkt dat het lastig is om discriminatie in het hoger onderwijs op de juiste manier te agenderen. “Ik denk dat het een thema is dat door de gebeurtenissen van de laatste tijd meer aandacht krijgt. Hoe verhoudt diversiteit en inclusie zich tot de academische vrijheid? Hoe zorg je dat iedereen zijn eigen standpunt kan bespreken en dat anderen daar met respect mee omgaan? Misschien moeten we discussies in de hele universiteit organiseren of moeten we een bestuursdag wijden aan dit thema? Eerlijk gezegd zijn we niet verder gekomen dan deze bespiegelingen.” 

Witte man voelt zich niet veilig 

Uit gesprekken die Wakker voert blijkt dat ook witte mannen zich bedreigd voelen op de universiteit. “Ik sprak deze week een wat oudere, Nederlandse witte man die student bij ons is en die zich niet op zijn plaats voelde. Omdat hij vond dat zijn eigen positie steeds bedreigender werd, juist omdat er zoveel aandacht was voor andere groepen.” 

Volgens Wakker zijn er meer van deze mannen te vinden op de universiteit. “Hij is een van de studenten en ongetwijfeld niet de enige die zich nu niet op zijn gemak voelt. Dat is niet goed, daar moeten wij ook aandacht voor hebben, naast al onze aandacht voor de groepen die wij als maatschappij geïdentificeerd hebben als de groepen die we moeten ondersteunen. Je moet je realiseren dat er ook een groep is van witte Nederlandse mannen die zich bedreigd voelt. En daar moet je net zo goed aandacht voor hebben.” 

Problemen minder zichtbaar 

Uit de landelijke overleggen met andere Diversity Officers blijkt dat er rondom diversiteit en inclusie ook regionale verschillen zijn. “Ik denk dat alle thema’s overal spelen, maar in verschillende gradaties. Onze gemeenschap, zowel in de stad als op de universiteit, is wel degelijk divers, maar minder divers dan in het westen van het land. Dat maakt problemen minder zichtbaar. Als ik spreek met stafmedewerkers van kleur, zeggen die dat zij er veel vaker alleen voorstaan. Het is ook niet helder waar in Groningen bondgenoten en hulpstructuren te vinden zijn. Ik denk dat die situatie in het westen van het werkelijk land anders is; in Groningen zijn zij vaak alleen.” 

Afgelopen najaar werd er door de Jonge Akademie Groningen een rapport gepresenteerd waarin stond dat het slecht gesteld was met de sociale veiligheid aan de RUG. Er was sprake van intimidatie, machtsmisbruik, verbaal geweld en discriminatie in het hoger onderwijs. “Wat is er aan de hand in Groningen?”, zo wilde Paul Frentrop van FvD weten.  

Witte mannen die oude tradities koesteren 

“Dit was wel een Gronings rapport, maar ik denk niet dat het een typisch Gronings fenomeen is”, zei Wakker. “Ik denk dat dit komt door de hiërarchische organisatie van de universiteit, waar de opbouw naar de top steeds meer uit traditioneel westerse, Nederlandse witte mannen bestaat die deels de oude traditie blijven koesteren. Daardoor is het voor andere groepen moeilijker om naar boven te klimmen, terwijl ze wel die ambities hebben. En daar zie je vaak dat dingen verkeerd gaan.”  

De Eerste Kamer wilde ook weten of er specifieke wet- en regelgeving moet komen om discriminatie in het hoger onderwijs tegen te gaan. Wakker dacht aan praktische zaken, bijvoorbeeld rondom de Basiskwalificatie Onderwijs. “Ik denk dat het echt essentieel is dat diversiteit en inclusie verplicht wordt opgenomen in de modules voor een Basiskwalificatie Onderwijs. Als dat met wetgeving kan worden afgedwongen, lijkt mij dat heel goed. Daarnaast moeten ook alle docenten een verplichte cursus ‘Unconscious bias’ volgen. Wanneer er dan iets gebeurt in een groep studenten weet wat je kunt doen als docent. Ik denk dat veel docenten wel iets willen doen, maar nu niet weten hoe.” 

Handreiking over discriminatie in het hoger onderwijs

Een ander voorstel vanuit de Diversity Officer betrof het afspreken van een gemeenschappelijke taal voor diversiteit en inclusie. “Waar ik wel eens over nadenk is bijvoorbeeld de taal die je met elkaar spreekt. Zou je daar niet een kader voor moeten afspreken? Zodat de overheid en wij als universiteiten één gemeenschappelijk kader gebruiken. Nu probeert iedereen dat een beetje voor zichzelf uit te vinden.” 

De senatoren vroegen nog naar de handreiking voor diversiteit en inclusie die onder vorige minister van onderwijs is opgesteld. Die is door de Tweede Kamer op een aantal essentiële punten afgezwakt, en dat vindt men in Groningen een gemiste kans. “Het stuk was samen met de VSNU en de Vereniging Hogescholen geschreven. Het werd ook volop door ons omarmd, wij waren daar heel blij mee. Het was mooi dat er een expertisecentrum zou komen. Vervolgens is het in de discussie in de Tweede Kamer gestrand. Die vonden dat er geen extra geld moest komen, en diversity officers zag men eigenlijk ook niet zitten. Er is nu wel een adviesraad, maar met minder mogelijkheden dan wij hoopten.” 

Na de uitkomst van dat politieke debat is wel met de Colleges van Besturen in gezamenlijkheid besloten om volop achter het diversiteitsbeleid te blijven staan. “Wij hebben deze politiek uitkomst allemaal met onze CvB’s besproken. En die zeiden allemaal: ‘als er dan geen geld komt, dan gaan wij het zelf doen.’ Zij vinden diversiteit en inclusie wel belangrijk. En je ziet ook dat het overal eerder wordt uitgebouwd dan ingekrompen.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK