Hoger onderwijs mag uitzien naar vele miljoenen uit Nationaal Groeifonds

Nieuws | de redactie
20 april 2022 | Het hoger onderwijs lijkt te kunnen rekenen op honderden miljoenen uit de tweede ronde van het Nationaal Groeifonds. De beoordelingscommissie adviseert het kabinet te investeren in meerdere projecten rond digitalisering, open leermaterialen en Leven Lang Ontwikkelen. Een plan voor de opschaling van Publiek-Private Samenwerkingen wordt nog als te algemeen bevonden.
Op het gebied ‘onderwijs’ adviseert de commissie om meerdere voorstellen ten minste een deel van het gevraagde geld te geven. Beeld: Jeroen Musch (CC0)

Na de tweede ronde van het Nationaal Groeifonds adviseert de beoordelingscommissie het kabinet om 6,3 miljard euro uit te trekken voor de ingediende plannen, blijkt uit het recent gepubliceerde rapport. Uit een Kamerbrief van de ministers Adriaansens (EZK) en Kaag (Financiën) blijkt dat het kabinet dit advies overneemt.  

Onder die goedgekeurde voorstellen bevinden zich meerdere voorstellen op de gebieden ‘onderwijs’ en ‘leven lang ontwikkelen’ die het hoger onderwijs aangaan. Van de 6,3 miljard euro wordt 1,3 miljard meteen toegekend; het overige geld wordt pas toegekend nadat aan bepaalde voorwaarden is voldaan (3,7 miljard euro) of staat gereserveerd voor toekomstige voorstellen van consortia waarin de commissie veel vertrouwen heeft (1,3 miljard). 

De commissie die de voorstellen voor het Nationaal Groeifonds heeft beoordeeld wordt voorgezeten door Jeroen Dijsselbloem en heeft ook Rianne Letschert, bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht, in haar gelederen. Zij zat zelfs de subcommissies voor die bogen over voorstellen op de gebieden van ‘onderwijs’ en ‘leven lang ontwikkelen’. Om belangenverstrengeling of de schijn daarvan te voorkomen nam zij echter geen deel aan het bespreken en beoordelen van plannen waarbij zij vanuit haar functie bestuurder van de Universiteit Maastricht belang kon hebben. Zo hield ze zich afzijdig bij het plan ‘Einstein Telescope’, het ‘Groeiplan Watertechnologie’, het plan ‘MedtechNL’ en het plan voor de ‘Nationale LLO Katalysator’.  

Nationaal Groeifonds en geld voor onderwijs 

“Nederland heeft kwalitatief goed onderwijs, maar kent een aantal zorgelijke trends en serieuze uitdagingen”, schrijft de commissie. “De negatieve trends betreffen dalende prestaties en toenemende kansenongelijkheid. De uitdagingen betreffen onder andere de hoge werkdruk en toenemende lerarentekorten.” Waar het huidige beleid zich ook al op deze uitdagingen richt, ziet de commissie mogelijkheden om het onderwijs middels aanvullende impulsen verder te verbeteren – bijvoorbeeld door investeringen in de digitalisering van het onderwijs en het werken aan evidence based of evidence informed onderwijsmethoden. 

Op het gebied ‘onderwijs’ adviseert de commissie om meerdere voorstellen ten minste een deel van het gevraagde geld te geven. Zo kan het plan ‘Digitaliseringsimpuls NL’, dat de voordelen van digitalisering wil benutten om het hoger onderwijs en het mbo beter te doen aansluiten bij de continu veranderende arbeidsmarkt en samenleving, rekenen 140 van de aangevraagde 560 miljoen euro. In dit voorstel, dat wordt gedragen door alle 113 mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten en is ingediend in samenwerking met SURF, wordt het versterken en beveiligen van de ICT-infrastructuur en het optuigen van Centers for Teaching and Learning (CTL) beoogd. 

Met de toegekende 140 miljoen euro moeten voor 2024 de ICT-infrastructuur en de kennisinfrastructuur inclusief de CTL’s worden ingericht. De overige 420 miljoen euro voor de tweede fase (2025-2030) wordt voorwaardelijk toegekend. Daadwerkelijke toekenning hangt af van de evaluatie van de eerste fase. Daarnaast wil de commissie dat het ministerie van OCW gaat werken aan de mogelijkheid voor overheidsregulering als blijkt dat onderwijsinstellingen onvoldoende participeren in dit traject. Het Centraal Planbureau heeft in een analyse namelijk aangegeven dat onvoldoende deelname van onderwijsinstellingen een risico is bij dit voorstel, dat geen formele juridische structuur voor betrokkenheid kent.  

Twintig miljoen euro voor open leermiddelen 

Ook het voorstel ‘Impuls open leermiddelen’ heeft de instemming van de beoordelingscommissie gekregen. “In de ogen van de commissie heeft dit voorstel de potentie om leerkrachten meer regie te geven in de ontwikkeling van hun leermaterialen en daarmee hun professionaliteit te ondersteunen”, staat in het rapport te lezen. Tegelijkertijd waarschuwt de commissie dat het project meer focus behoeft om verkruimeling van de inspanningen tegen te gaan. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

“Hoewel het programma relatief complex is en het risico heeft dat inspanningen verkruimelen, zijn er toch redenen om een bedrag toe te kennen. Een voorstel dat leidt tot goede content kan de gewenste beweging richting grotere professionaliteit van leerkrachten ondersteunen”, aldus de commissie. Daarom wordt geadviseerd om 20 miljoen van de aangevraagde 78 miljoen euro toe te kennen. De overige 58 miljoen euro wordt dan toegekend wanneer het project onder andere voldoende inhoudelijke afbakening kent en een voldoende aantal kwalitatief goede producten heeft voortgebracht die tevens voldoende worden gebruikt. 

Leven Lang Ontwikkelen voor laagopgeleiden en laaggeletterden 

Een andere groep voorstellen voor het Nationaal Groeifonds die het hoger onderwijs aangaan zijn de voorstellen op het gebied ‘leven lang ontwikkelen’. “Nederland doet het over het algemeen relatief goed op het gebied van leven lang ontwikkelen (LLO), maar er zijn specifieke groepen die achterblijven. (…) Qua deelname aan LLO behoort Nederland tot de internationale top. Maar de deelname aan LLO onder laagopgeleiden, laaggeletterden, flexwerkers en ouderen is een stuk lager dan gemiddeld. Dat heeft negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van menselijk kapitaal en daarmee het verdienvermogen”, rechtvaardigt de commissie impulsen op dit gebied.  

Daarom adviseert de commissie om 8 miljoen euro toe te kennen aan het voorstel ‘Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden’, dat zich middels regionale pilots en een speciaal te ontwikkelen scholingsaanbod wil richten op deze groepen. “Met het Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden kan een tot nu toe moeilijk bereikbare groep hopelijk beter worden bereikt”, schrijft de commissie. “Wel is het zo dat de aanpak zich moet gaan bewijzen. Daarom adviseert de commissie om met een kleinere eerste fase te beginnen om ervaring op te bouwen.” 

Een onderwijsradar op de arbeidsmarkt 

Ook de ‘LLO-Katalysator’, een project dat zich richt op het creëren van nieuw Leven Lang Ontwikkelen-aanbod door onderwijsinstellingen, heeft de goedkeuring van de beoordelingscommissie gekregen. In de eerste fase van het project zal men een ‘LLO-radar’ ontwikkelen om de veranderende behoefte naar vaardigheden te voorspellen. 

“De commissie vindt LLO een belangrijk vraagstuk. Ook denkt de commissie dat dit voorstel veel instellingen ervan kan overtuigen om er een bijdrage aan te gaan leveren en het kan zorgen voor een versnelling van LLO-activiteiten. Het voorstel is wel erg ambitieus en er zijn veel partijen bij betrokken. Het gaat onder andere om onderwijsinstellingen in MBO, HBO en WO, regionale economic boards en koepelorganisaties”, staat in het rapport.

Omdat de commissie nog twijfels heeft bij de effectiviteit van de LLO-radar en wil dat de gelijkwaardigheid tussen de posities van onderwijsinstellingen en werkgevers geborgd is, adviseert de commissie om dit project in de eerste twee jaar 167 miljoen euro toe te kennen. Als de twijfels in die twee jaar worden weggenomen, zou het project 225 miljoen euro extra kunnen krijgen.  

Nationaal Groeifonds-plan voor opschaling PPS’en nog te generiek 

Een plan dat de commissie wel waardeert maar nog niet met het advies om middelen toe te kennen is het project ‘Opschaling Publiek-Private Samenwerkingen in het beroepsonderwijs’, wat zich richt op het opschalen van bestaande samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. “Er zijn al tal van samenwerkings- verbanden tussen bedrijven en onderwijsinstellingen, maar de meeste van deze PPS-en hebben niet de schaal om zelfvoorzienend te zijn. Door ze op te schalen worden niet alleen meer bedrijven en werknemers bereikt, maar bestaat ook de ambitie dat de meerwaarde voor het mkb bewezen wordt, waardoor de PPS-en financieel zelfvoorzienend kunnen worden”, zo luidt het plan.  

De commissie ziet daar brood in. “De PPS-en kunnen, indien bewezen effectief, als ‘universiteit voor het mkb’ fungeren”, staat in het rapport. Wel is het plan daartoe echter nog te algemeen; de commissie wil geen generiek maar een specifiek kostenplaatje zien van investeringen in bepaalde PPS’en. “De commissie wil daarom een nieuw plan ontvangen voor vijftien concrete PPS-en met een gedetailleerde begroting. De commissie acht vijftien PPS-en voldoende om ook spreiding over thema’s en regio’s toe te passen en om leerervaringen op te doen met het opschalen van de PPS-en.” 

De commissie adviseert daarom om 210 miljoen euro toe te kennen nadat aan bovenstaande voorwaarden is voldaan. Daarnaast moeten de indieners uitwerken welke PPS’en zij kiezen en waarom. Ook wil de commissie dat de vijftien PPS’en worden geselecteerd op hun maatschappelijke impact en regionale en thematische spreiding.  

“Dit is geweldig nieuws voor de 10.000 bedrijven, en de 8.000 docenten die de afgelopen 10 jaar intensief zijn gaan samenwerken en daarmee jaarlijks 120.000 studenten bereiken”, reageerde Pieter Moerman, directeur van Platform Talent voor Technologie. “Met al deze investeringen is het nu tijd om de volgende stap te zetten: ondersteuning van het mkb voor de transities in bijvoorbeeld energie en digitalisering.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK