‘Laat leraren actief meedoen in onderzoeksprojecten’

Nieuws | door Janneke Adema
12 april 2022 | Leraren moet veel meer dan nu een actieve rol krijgen bij onderwijsonderzoek, zodat zij er ook werkelijk profijt van hebben, blijkt uit nieuw onderzoek van de HAN. Uit groepsinterviews met leraren en onderzoekers bleek dat intensieve en duurzame samenwerking tijdens projecten leraren motiveert om de resultaten mee te nemen in hun toekomstige onderwijs.
Foto: fauxels

De onderzoekers analyseerden 69 onderzoeksrapporten van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek van de afgelopen vijf jaar, om een beeld te krijgen van de impact van de onderzoeken. De meeste onderzoekers gebruiken strategieën voor de kennisverspreiding zoals het publiceren van resultaten of het geven van workshops, maar het is onduidelijk hoeveel individuele onderzoeken daadwerkelijk bijdragen aan innovaties in de onderwijspraktijk.  

Na de analyse van deze onderzoeksrapporten voerden de onderzoekers een aantal groepsinterviews uit met stakeholders uit twaalf uiteenlopende onderzoeken. De geïnterviewde groepen bestonden niet alleen uit onderzoekers, maar ook leraren die betrokken waren bij het betreffende onderzoeksproject. Wanneer de leraren werkelijk meewerken aan het onderzoek en niet alleen een databron vormen voor de onderzoekers, maken ze beter gebruik van de kennis uit het onderzoek waar ze aan meedoen, bleek uit de interviews. 

Kennisopbrengst vaak onduidelijk 

Toch is intensieve participatie niet de meest voorkomende strategie van onderzoekers om de kennis uit hun projecten aan professionals in de praktijk te brengen. De meest voorkomende strategieën zijn het beschikbaar stellen van kennis door middel van publicaties en het ontwikkelen van toepassingen en procedures voor implementaties. In iets meer dan de helft van de gevallen vervaardigden de onderzoekers en de leraren samen nieuwe kennis door middel van actieve interactie.

Maar weinig onderzoeksrapporten melden in hoeverre de opgedane kennis door leraren in de praktijk werd gebracht. In negen onderzoeksrapporten (dertien procent) werd verslag gedaan van leraren die hun werkwijze aanpasten naar aanleiding van de onderzoeksresultaten. In zes rapportages (negen procent) verklaarden onderzoekers dat de kennis uit het onderzoek door leraren werd toegepast in de praktijk. Over verwijzingen naar de onderzoeken door leraren tijdens hun onderwijspraktijken werd niks gevonden in de documentanalyse. 

Kennisbenutting door lerarenopleiding 

Uit de groepsinterviews werd meer duidelijk over de werkelijke kennisbenutting. De onderzoekers vroegen de geïnterviewden een tijdlijn op te stellen waarin ze aangaven wanneer ze kennisbenuttingsactiviteiten ondernamen en welke opbrengsten ze hiervan bij hun doelgroep zagen. 

In een deel van de onderzoeken werd de kennis benut door middel van verwijzing naar het onderzoek. In ongeveer de helft van de interviews bleek dat door eindgebruikers een link werd gelegd tussen hun onderwijspraktijk en de resultaten van het onderzoek: zij zijn tot nieuwe inzichten of ideeën gekomen. In twee andere interviews werd duidelijk dat er schriftelijk naar de onderzoeken werd verwezen door een lerarenopleiding, het SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) of internationale onderzoekers. 

In acht van de twaalf projecten hebben leraren hun eigen praktijk veranderd naar aanleiding van de resultaten of passen ze de uitkomsten toe in de praktijk. In een deel van de projecten werd de kennis benut in een lerarenopleiding. De geïnterviewden vertelden in dit geval dat opbrengsten uit het onderzoek onder meer werden gebruikt in lessen, in opdrachten voor studenten of als didactisch voorbeeld. Echter, bij de meeste projecten was het niet duidelijk wat de impact van het onderzoek is buiten de direct onderzochte praktijk. 

Niet alleen een databron 

Op individueel niveau is het belangrijk dat deelnemers actief betrokken worden bij het onderzoek om te zorgen voor goede kennisbenutting, concluderen de onderzoekers. Dit kan bijvoorbeeld door leraren actief te betrekken bij het ontwikkelen van lesmateriaal in het kader van het project, en door hen in de rol van leraar-onderzoeker gegevens te laten verzamelen en analyseren. Een deelnemer gaf tijdens het interview aan zich op deze manier echt onderdeel te voelen van het onderzoek, in plaats van alleen een databron. Daarnaast helpt het als de leraren, maar ook de individuele onderzoekers enthousiast zijn over het project en sterk gemotiveerd zijn om de kennis te delen. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Op organisatieniveau is het vooral belangrijk dat onderzoeksprojecten goed worden gefaciliteerd. Volgens de geïnterviewden komt het vooral aan op hoeveel tijd ze krijgen om het onderzoek en bijbehorende activiteiten ten behoeve van de kennisbenutting uit te voeren. De leraren krijgen van hun school niet altijd de tijd of ruimte om naast het lesgeven ook deel te nemen aan onderzoek of aan de slag te gaan met de uitkomsten daarvan en de onderzoekers hebben soms moeite om het onderzoek te combineren met andere taken die bij hun functie binnen de onderzoeksorganisatie horen. Bovendien moeten er voldoende tijd en middelen beschikbaar zijn voor het opbouwen van een duurzame samenwerkingsrelatie en vindt er meer kennisbenutting plaats als een project voortbouwt op een bestaande samenwerking. 

Daarnaast is het belangrijk dat een onderzoeksproject goed aansluit bij behoeftes uit de praktijk. Dit kan onder andere bewerkstelligd worden wanneer leraren zelf beslissen wat ze onderzoeken; zo zijn ze tegelijkertijd onderzoeker en eindgebruiker, schrijven de onderzoekers. Bovendien kan er op zo’n manier invulling worden gegeven aan workshops en presentaties die aansluiten bij de behoeften van de deelnemers, bijvoorbeeld door gebruik te maken van voorbeelden uit de praktijk. 

Intensieve en duurzame samenwerking 

Volgens de onderzoekers moeten gesprekken over kennisbenutting tijdens onderzoeksprojecten regelmatig plaatsvinden. Zij raden hun collega’s ook aan om bij toekomstige projecten de deelnemende leraren intensief en vanaf een vroeg stadium te betrekken als actieve onderzoekers. Hierdoor worden de leraren niet alleen een bron van data, maar ook waardevolle gesprekspartners. Veel kennisbenutting vindt namelijk plaats in de uitvoeringsfase van het onderzoek. Dankzij intensieve samenwerking komen leraren én onderzoekers tot nieuwe inzichten, schrijven de onderzoekers. Daarnaast is het goed voor de kennisbenutting als leraren als onderzoeker betrokken zijn bij het onderzoek.  

Uit het onderzoek bleek ook dat continuïteit in partnerschappen de kennisbenutting bevordert. Uit een aantal casussen die de onderzoekers uitlichtten blijkt dat langdurige samenwerking nodig is voor het opdoen en verspreiden van kennis. Sommige deelnemers voelden zich belemmerd in de continuïteit van hun samenwerking omdat ze na het initiële project op zoek moesten naar nieuwe subsidies. In niet alle gevallen kregen ze die ook. De onderzoekers raden beleidsmakers daarom aan om met nieuwe onderzoekscalls aan te sluiten bij bestaande samenwerkingen en deze goed te financieren. 

Tot slot is het belangrijk dat er een goede samenwerking is tussen onderzoekers en lerarenopleidingen. Uit de groepsinterviews blijkt dat de resultaten van veel onderzoeksprojecten vooral worden gebruikt door lerarenopleidingen die ze opnemen in hun curricula. Het is volgens de onderzoekers aan beleidsmakers om deze samenwerkingen goed te faciliteren. 

Janneke Adema : 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK