‘De pandemie trof vooral postdocs’

Opinie | door gastauteurs
3 mei 2022 | De coronamaatregelen hebben wetenschappers met een tijdelijk contract en zorgtaken onevenredig benadeeld. Volgens betrokkenen schiet de Nederlandse overheid tekort, schrijft Eva Boon.
Vooral postdocs zijn getroffen door de coronamaatregelen, schrijft Eva Boon. Beeld: UMC Utrecht.

De pandemie dwong me op mijn knieën. Als (postdoctorale) onderzoeker én alleenstaande ouder met drie kleine kinderen, waarvan één met een ernstige beperking, waren de afgelopen twee jaar een uitputtingsslag. Volgens de personeelsafdeling van mijn universiteit zou een ziekmelding me alleen maar gedoe brengen omdat ‘mijn contract toch niet verlengd kon worden’. Uit frustratie ging ik op onderzoek uit.  

Onderzoekers met een tijdelijk contract en extra zorgtaken hebben het meest te lijden gehad onder de coronamaatregelen. Dit blijkt uit de vragenlijst die begin 2020 door De Jonge Akademie (DJA) en het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) aan Nederlandse onderzoekers werd toegestuurd. Vanuit DJA waren Belle Derks (Universiteit Utrecht) en Thijs Bol (Universiteit van Amsterdam) bij dit onderzoek betrokken. Dat ging vooral om beginnende wetenschappers: promovendi, postdoctorale onderzoekers (‘postdocs’) en wetenschappers in de proeftijd van hun vaste contract (het zogeheten ‘tenure track’). Het was opvallend dat vrouwen met jonge kinderen in kwetsbaarder posities verkeerden (vroeger in de loopbaan, meer tijdelijke functies) dan hun mannelijke collega’s met jonge kinderen. 

Dit was geen verrassing 

Voor Meaghan Polack van Promovendi Netwerk Nederland (PNN) waren de uitkomsten van het onderzoek geen verrassing. “Bij de presentatie van Bol zat ik alleen maar te knikken”, vertelt ze. Het PNN stuurde vergelijkbare vragen rond onder haar leden en kreeg dezelfde uitkomsten. “Daarom stelde de Nederlandse overheid via het NPO (Nationaal Programma Onderwijs) geld beschikbaar om vertraging door de Covid-pandemie te compenseren; een deel is beschikbaar voor contractverlengingen”, aldus Polack. 

Promovendi zijn volgens Polack niet eens het hardst getroffen. “Postdocs zijn nog meer de sigaar”, geeft zij aan. Martijn Verwegen van koepelorganisatie Universiteiten van Nederland (UNL) legt uit hoe dat kan. ”Promovendi kunnen relatief makkelijk verlenging krijgen. Bij tenure track-posities kun je de beoordelingscriteria aanpassen, bijvoorbeeld volgens het nieuwe Erkennen & Waarderen-programma dat is ingezet door universiteiten, universitair medische centra en andere geldverstrekkers. Een postdoc zit tussen deze twee banen in, en juist hier geeft de CAO geen ruimte om te verlengen.” 

Binnen de Nederlandse wetgeving ligt zo’n verlenging namelijk ingewikkeld. Na drie jaar moet tijdelijk personeel een vast contract krijgen, terwijl de meeste onderzoeksprojecten waarvoor postdocs worden ingehuurd drie tot vijf jaar duren. Om dit arbeidsrechtelijke probleem te omzeilen is in de CAO bepaald dat postdocs maximaal vier jaar mogen worden aangesteld met geen enkele mogelijkheid tot verlenging. Alleen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) mag oordelen over een grotere afwijking van de regels. 

Zorg dat postdocs uitzondering zijn 

De oplossing lijkt duidelijk: help postdocs met een tijdelijke uitzondering binnen de cao en laat daarmee hun contract langer doorlopen. Het geld is er vanuit de NPO; het vergt slechts een aanpassing van de regels. Dit is precies waarop UNL twee jaar geleden in een brandbrief aandrong bij de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en SZW. Deze brief werd ondertekend door elke instantie in Nederland die iets te zeggen heeft over wetenschap – zowel vanuit werkgevers als werknemers. Martijn Verwegen had nooit eerder zo’n mate van instemming gezien. “Iedereen was het ermee eens dat er voor deze groep iets moest gebeuren.” 

Volgens ingewijden is er vanuit OCW wel degelijk steun geweest voor een uitzondering. Zo is er overleg geweest met verschillende ministeries terwijl het thema ook in de Tweede Kamer werd geagendeerd. Toch hebben geen van de ondervraagde ondertekenaars van de brandbrief (PNN, PostdocNL, De Jonge Akademie en UNL) een reactie gekregen van de ministeries van OCW of SCW. Evenmin hebben deze ministeries inhoudelijk gereageerd op vragen. 

Alleen in Nederland 

Bestaan in het buitenland dezelfde problemen? Wetenschappers beginnen immers overal met een tijdelijk contract. Het beleid voor kwetsbare groepen in de wetenschap verschilt echter per land. In het Britse tijdschrift Nature pleitten wetenschappers voor een breed scala aan maatregelen en vooral voor een ruimhartig beleid betreffende contractverlengingen. De European Research Council (ERC) nodigt onderzoekers zelfs expliciet uit om vertragingen door de pandemie te noemen in aanvragen voor contractverlenging. Nederland is het enige land waarin het Burgerlijk Wetboek deze verlengingen onmogelijk maakt. 

Het onderzoek van De Jonge Akademie en het LNVH komt met uitgebreide aanbevelingen die de impact van de pandemie en de daarom genomen maatregelen zouden moeten verzachten. Op vragen of de aanbevelingen van dit onderzoek worden overgenomen, stelde NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) dat er reeds ‘een aantal maatregelen’ zijn genomen; in 2020 werden namelijk deadlines verschoven of uitgesteld. In 2021 was dit volgens NWO niet nodig. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Het is onduidelijk of bepaalde groepen wetenschappers daadwerkelijk minder beursaanvragen hebben kunnen doen door de coronamaatregelen. Bij navraag doet de NWO “geen uitspraken” over mogelijk ontstane verschillen, ”simpelweg omdat we niet beschikken over de benodigde data hiervoor”. Bol beaamt dat we, ofschoon vrouwen tijdens de pandemie duidelijk minder hebben kunnen publiceren, “slechts anekdotisch bewijs” hebben voor de impact van de pandemie op het niveau van beursaanvragen. “Het eerlijke antwoord is dat we het niet weten. Sommige mensen hadden meer tijd voor een aanvraag en er zijn sowieso meer promovendi en postdocs bijgekomen die ook weer meer beurzen kunnen aanvragen. Dat verdoezelt het effect.” 

Polack van het PNN zegt vanuit haar achterban wel duidelijke signalen te hebben gehad over een verminderde productiviteit bij vrouwelijke leden met kinderen. Ook Padmini Khedoe van PostdocNL zegt dat leden met zorgtaken sneller weg lijken te vallen. Zo zijn er veel meldingen binnengekomen van vrouwelijke postdocs die door een zwangerschapsverlof en de coronamaatregelen opeens veel te weinig tijd hadden om een project af te ronden binnen de contractduur. Ook hen werd geen oplossing geboden. 

Dit werkt door in de toekomst 

Postdocs, het ‘tijdelijk wetenschappelijk personeel’ dat de talentenpoel vormt waaruit de nieuwe Robbert Dijkgraaf en Marion Koopmans moeten rijzen, lijken het meest aangedaan door de pandemie. De persoonlijke omstandigheden van postdocs verschillen echter sterk. Konden ze zonder zorgtaken misschien goed doorwerken, mét zorgtaken hebben ze door lockdowns, het wegvallen van kinderopvang en thuiswerken een tweejarig gat in hun cv opgelopen, terwijl hen tevens enig uitzicht op verlenging ontbreekt. 

Bol benadrukt het belang van dit verschil voor de wetenschap als geheel. “Er is al een enorme willekeur in wetenschappelijke competities. Van duizend aanvragen zijn er zeker tweehonderdvijftig van topkwaliteit, en is er voor slechts honderd aanvragen geld –zij hebben geluk. Het effect van dat ‘geluk’ is enorm: succesvolle aanvragers hebben veel betere carrièrekansen, ondanks dat zeer kleine kwaliteitsverschil. De rest stopt vaak met hun wetenschappelijke carrière omdat ze geen tijd, middelen of motivatie meer hebben om door te gaan.” 

Waarom is dit belangrijk? Minder diversiteit bij succesvolle postdocs nú betekent minder diversiteit in de kandidatenlijst voor hoogleraarschap over tien jaar. Om het daarenboven maar uitdrukkelijk te noemen: het ‘tijdelijk personeel met zorgtaken’ is nog steeds overweldigend vrouwelijk. Zonder contractverlenging kunnen die hun wetenschappelijke ambities op de buik schrijven. 

Eva Boon is postdoc bij het Groningen Institute for Evolutionary Life Sciences en doet onderzoek naar biologische en culturele evolutie.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK