Experiment studentpromovendi krijgt geen vervolg

Nieuws | de redactie
31 mei 2022 | Het experiment met studentpromovendi krijgt geen vervolg en wordt niet verankerd in de wet, heeft minister Dijkgraaf bekend gemaakt.
Beeld: Henk Hennuin.

Sinds de start in 2016 is er veel controverse geweest rond het experiment met promotiestudenten, waarbij promovendi niet met een bijpassend arbeidscontract in dienst komen van een universiteit maar als student werden geregistreerd en een beurs kregen van rond de 1600 euro per maand om promotieonderzoek te doen de universiteit. De Rijksuniversiteit Groningen heeft veel ingezet op dit experiment en heeft ruim 1500 promovendi voorzien van een beurs.  

Veel universiteiten wilden niet deelnemen aan het experiment 

Met name de onduidelijkheid over de fiscale gevolgen en de financiële situaties voor promovendi is voor veel universiteiten aanleiding geweest om niet deel te nemen aan dit experiment. 

Promovendi Netwerk Nederland (PNN) heeft zelfs samen met Groningse studentpromovendi rechtszaken gevoerd tegen het experiment en bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit vragen gesteld over de onafhankelijkheid van een tussenevalautie door CHEPS. Daarbij is het PNN deels in het gelijk gesteld. Inmiddels is er een eindevaluatie (die lang op zich liet wachten) en op basis daarvan heeft minister Dijkgraaf besloten om het experiment niet wettelijk te verankeren. 

Er zijn kampen met voor- en tegenstanders ontstaan 

Uit de eindevaluatie blijkt dat er kampen zijn ontstaan met voor- en tegenstanders en dat de feitelijke uitkomsten van de evaluatie niet los kan worden gezien van deze context. 

Tevens blijkt uit de eindevaluatie dat studentpromovendi qua werkzaamheden niet onderdoen voor werknemerspromovendi. Zij voelen zich daarom benadeeld door de Rijksuniversiteit Groningen. Hun beurzen groeien niet mee met de ervaringsjaren, ze krijgen geen vakantiegeld en geen dertiende maand. “Deze aspecten wegen zwaar voor de promotiestudenten en ik zie dat het draagvlak voor het promotieonderwijs zeer broos is”, laat de minister in een reactie weten. 

Studentpromovendi passen niet in meer rust en ruimte 

De evaluatie laat geen overtuigende meerwaarde van het werken met studentpromovendi zien, schrijft de minister aan de Kamer. “En het broze draagvlak voor dit experiment weegt zwaar in mijn besluit om het experiment na afloop ervan in 2024 geen vervolg te geven. Ook past het toevoegen van het promotieonderwijs als nieuwe categorie promovendi in het stelsel niet bij mijn streven naar meer rust en ruimte in het wetenschapssysteem en een goede positie voor alle onderzoekers”, aldus Dijkgraaf 

“Gelet op de conclusies uit de eindevaluatie, de bezwaren en zorgen van de promovendi over het experiment en de onzekerheden rondom de rechtspositie van jonge onderzoekers in het hoger onderwijs acht ik het verankeren van het traject promotiestudenten in de wet niet opportuun,” zo schrijft de minister.  

Hij schetst de Kamer ook voor dat de middelen uit het regeerakkoord ook kunnen worden gebruikt om jonge onderzoekers op andere manieren promotieplaatsen te bieden. “Ik zet me in voor een goede positie voor onderzoekers met het behoud van het aantal promotieplaatsen en waar nodig ook meer ruimte. De investeringen van dit kabinet in (ongebonden) onderzoek bieden kansen om de doelen van het experiment op andere manieren duurzaam te bereiken. Zo kan ruimte worden gecreëerd voor ongebonden 

onderzoek, voor talentvolle onderzoekers en nieuwe promotieplaatsen waar nodig en voor versterking van de verwevenheid van onderwijs en onderzoek.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK