‘Hoger onderwijs is cruciaal in tijden van crisis’
Op de Higher Education Summit in Berlijn hebben Nuffic en haar internationale partners zich uitgesproken over de rol van het hoger onderwijs voor vluchtelingen. De organisaties publiceerden een gezamenlijk statement naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. Bij de top waren hoger onderwijsorganisaties uit de G7-landen en onder andere Tsjechië, Polen en Finland aanwezig. De organisaties beloofden met lokale autoriteiten samen te werken om van hoger onderwijsinstellingen veilige havens te maken voor vluchtende studenten en academici, ongeacht hun land van herkomst.
Volgens de organisaties is internationale samenwerking cruciaal in de ondersteuning van het hoger onderwijs in conflictgebieden en omliggende landen die de meeste vluchtelingen opvangen. “Het doel van internationale academische samenwerking is het zoeken naar en ontwikkelen van oplossingen voor mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering, gendergelijkheid, gezondheidszorg en het zoeken naar vreedzame oplossingen voor conflicten”, staat in de officiële verklaring.
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
Daarnaast zouden alle plannen voor hulpverlening implicaties voor het hoger onderwijs moeten bevatten. Zodra de situatie in een conflictgebied het toelaat moeten internationale partners zich richten op de wederopbouw van hoger onderwijsinstellingen, schrijven de organisaties. Als men op dit vlak samenwerkt, kunnen internationale betrekkingen versterkt worden en voorkomt men een brain drain uit het getroffen land.
De organisaties benadrukken verder dat er ook aandacht is voor andere wereldwijde crises. De buurlanden van conflictgebieden dragen vaak de grootste last in het aanbieden van onderwijs aan vluchtelingen. Ook deze landen moeten deel uitmaken van een sterk netwerk gericht op innovatie en onderzoek. “Hoger onderwijs in tijden van conflict is essentiëel, geen overbodige luxe. De leerling van gister is de student van vandaag en zou de ondernemer of onderzoeker van morgen kunnen zijn.”
