‘Verwacht een toekomst met meer multidisciplinaire opleidingen’

Interview | door Michiel Bakker
18 mei 2022 | De samenwerking tussen de Vrije Universiteit en de Universiteit Twente wordt steeds nauwer. Waar het in 2019 begon met een gezamenlijke opleiding, hopen de universiteiten binnenkort een tweede opleiding te kunnen aanbieden en werken ze steeds nauwer samen op meerdere onderzoeksthema's. Bestuursvoorzitters Mirjam van Praag (VU) en Vinod Subramaniam (UT) voorspellen een toekomst waarin multidisciplinaire opleidingen veel vaker voorkomen en benadrukken het belang van samenwerking.
Vinod Subramaniam en Mirjam van Praag tijdens een werkbezoek. Beeld: Marieke Wijntjes

Wat doet de Universiteit Twente in Amsterdam? En wat moet de Vrije Universiteit met een technische opleiding? Nadat de VU en de UT in 2019 de handen ineensloegen is hun greep alleen maar vaster geworden; het begon met de opleiding Mechanical Engineering in Amsterdam en inmiddels staat ook de bacheloropleiding Creative Technology op de rol, waarbij in Amsterdam een uitbreiding van de bestaande tracks aan de UT wordt geboden met de track ‘humane technologie’. Bestuursvoorzitters Mirjam van Praag (VU) en Vinod Subramaniam (UT) vertellen over de rationale achter een samenwerking tussen een brede en een technische universiteit en het belang van multidisciplinaire opleidingen. 

Grote vraagstukken vragen om multidisciplinaire professionals 

“Met het oog op de grote maatschappelijke vraagstukken is het heel belangrijk dat er meer verbinding komt tussen techniek enerzijds en de sociale- en geesteswetenschappen anderzijds. Tegelijkertijd zagen wij dat de instroom van vwo-leerlingen bij technische academische opleidingen in Noord-Holland veel lager ligt dan in Zuid-Holland – respectievelijk elf procent en drieëntwintig procent”, schetst Van Praag de situatie. “Dat is niet raar; er is in de wijde omtrek van Amsterdam geen technische universiteit, en veel bachelor-studenten blijven eerst thuis wonen.  

Daarnaast liggen er talrijke rapporten waarin, met het oog op de tekorten op de arbeidsmarkt, wordt aangeraden om meer te investeren in techniekonderwijs, vult Subramaniam haar aan. “Daarom leek het ons een mooie kans om een maatschappelijk probleem aan te pakken. Het is niet zo dat er geen techniekonderwijs in Amsterdam was, maar het was er niet op universitair niveau.” Volgens beide bestuurders lag het voor de hand om dit probleem in samenwerking met een andere, technische universiteit aan te gaan. “Ten eerste omdat je dan het wiel niet opnieuw uit hoeft te vinden, ten tweede omdat de fysieke infrastructuur van techniekopleidingen erg kostbaar is.” 

Werken in multidisciplinaire teams moet je leren 

De verbinding met de Universiteit Twente was daarbij snel gelegd, vertelt Subramaniam, die bij het begin van de samenwerking nog rector was bij de VU en beide universiteiten goed kent. “Ik kende de UT al omdat daar mijn academische carrière is begonnen, maar er lagen ook andere banden. Jaap Winter, de vorige bestuursvoorzitter van de VU, had banden met mijn voorganger, Victor van der Chijs. Al pratend zijn zij op het idee gekomen om de mogelijkheid tot verdere samenwerking te verkennen.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Het unieke aan de samenwerking is het feit dat die vanuit het onderwijs is begonnen – niet, zoals vaker voorkomt, vanuit het onderzoek. Het gaat beide universiteiten in de eerste plaats om het opleiden van de broodnodige technici, die tegelijkertijd een bredere blik moeten krijgen door de invloed van de alfa- en gammawetenschappen en life sciences & health. Juist zulke professionals zijn nodig om de grote maatschappelijke uitdagingen aan te gaan, is de overtuiging. “We hebben op veel plekken multidisciplinaire teams nodig; die moeten wel met elkaar kunnen praten, elkaar kunnen begrijpen, zien wat ze zelf misschien niet goed kunnen en een ander juist wel”, aldus Van Praag. 

Onderwijs vraagt om onderzoek 

De studenten staan ingeschreven bij de Universiteit Twente en hebben de nevenvestiging van de UT bij de VU als thuisbasis. Daarnaast gaan ze af en toe naar de Universiteit Twente om daar gebruik te maken van de technische faciliteiten. “Als je een gezamenlijke opleiding van meet af aan wilt beginnen, duurt dat heel lang. Daarom hebben we via deze weg gekozen, met de licentie van de UT en de vestiging bij ons – wat overigens ook veel tijd kost”, vertelt Van Praag. “Nu hebben we in ieder geval op de kortst mogelijke termijn kunnen ervaren hoe het werkt. Daarvan leren we en met die lessen gaan we aan de slag. Gelukkig valt de samenwerking enorm goed binnen beide universiteiten. Er is een geweldige klik en we merken dat de samenwerking nu al veel energie en inspiratie geeft aan beide kanten.” 

Het is de droom van beide bestuurders om op termijn gezamenlijk geheel nieuwe multidisciplinaire opleidingen aan te kunnen bieden. Die zouden logischerwijs kunnen voortvloeien uit de onderzoekthema’s waarop de VU en de UT samenwerken – want in de samenwerking blijft het niet bij onderwijs. De twee universiteiten werken samen op de onderzoeksthema’s secure societies (‘hoe ga je polarisatie en ondermijning tegen?’, responsible societies (‘hoe geef je vorm aan een schone en duurzame samenleving?’) en smart societies, een snijvlak van de thema’s connected world (VU) en digital societies (UT). “In die samenhang kun je een probleem of verandering vanuit zowel de technische als de economische, geestes- en gedragswetenschappelijke hoek benaderen.” 

Verwacht meer multidisciplinaire opleidingen 

De beide universiteiten beogen vanaf 2023 de bacheloropleiding Creative Technology met de extra track ‘humane technologie’ in Amsterdam aan te bieden. De werknemers die ze met die opleiding en de reeds bestaande gezamenlijke bacheloropleiding Mechanical Engineering willen afleveren moeten volbloed technici met extra bagage zijn, benadrukken de bestuurders. “We leiden technici op die iets extra’s meekrijgen, een bredere blik,” aldus Van Praag, “en dat is flink wat. Als technicus moet je je gewoon bewust zijn van de gedragsveranderingen die bepaalde innovaties teweeg kunnen brengen.” 

Van Praag en Subramaniam zijn ervan overtuigd dat er meer van zulke multidisciplinair georiënteerde opleidingen zullen ontstaan. “Vast en zeker,” meent Van Praag, “en wij zullen het ook niet bij deze twee opleidingen laten. Wij gaan door. Eerst gaan we meer opleidingen van de UT in Amsterdam aanbieden, daarna gaan we vanuit de onderzoekscoalities nieuwe opleidingen neerzetten. We hebben de gezamenlijke ambitie om heel veel meer te gaan doen.” 

Sneller zou fijn zijn, maar zorgvuldigheid moet vooropstaan 

Het kost echter veel tijd om een samenwerking in het onderwijs op touw te zetten. Reken op een paar jaar voor het opzetten van een nevenvestiging en op zeker drie jaar voor het opzetten van een nieuwe, gezamenlijke opleiding. De bestuurders benadrukken dat die termijn nodig is om zorgvuldigheid te kunnen betrachten, maar zouden tegelijkertijd niet rouwig zijn als het sneller kon.  

“Als we als universitaire sector sneller willen inspelen op de behoeften van de maatschappij, zou het goed zijn om te onderzoeken of dat sneller kan,” zegt Van Praag, “maar waarschijnlijk is dat al bekeken en kan het simpelweg niet. Zorgvuldigheid moet vooropstaan; het toekennen van een academische graad is nu eenmaal geen grapje.” 

Wellicht zou ook de invoering van instellingsaccreditatie kunnen leiden tot snellere processen, voegt Subramaniam nog toe, maar hij verwacht ook daarvan geen wonderen. Daarnaast hebben ook de instellingen zelf tijd nodig om te wennen aan een samenwerking. “Je moet eerst draagvlak creëren binnen de eigen instituten. Dat kost gewoon tijd.” 

Michiel Bakker : 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK