Minister wil eerst meer zicht op krimp
Uit de antwoorden van minister Dijkgraaf op Kamervragen over de krimp die hogescholen bedreigd zal niemand veel wijzer worden. Ja, de minister vindt het problematisch als opleidingen moeten sluiten vanwege de krimp in studentenaantallen. Wie wil weten wat hij daaraan gaat doen, zal echter moeten wachten op zijn ‘beleidsbrief hoger onderwijs en wetenschap’. Die brief komt vrijdag.
Krimp bedreigt opleidingen
Volgens minister Dijkgraaf is er meer zicht op het vraagstuk van krimp in het hbo nodig. Hij zit de urgentie van het probleem, maar ziet ook dat het per regio verschilt “Het vraagt om een scherper beeld van de economische en maatschappelijke ontwikkelingen in de verschillende regio’s, hoe deze het onderwijsaanbod raken en in hoeverre instellingen daarbij tegen grenzen aanlopen”, aldus de minister.
De vragen van CDA-Kamerlid Van der Molen werden gesteld naar aanleiding van een interview op ScienceGuide waarin Suzan Veldhuis (Saxion) en Wouter Bijman (Witteveen+Bos) de noodklok luidden over de opleiding Civiele Techniek. Veldhuis vertelde hoe de opleiding in omvang is gehalveerd en met sluiting wordt bedreigd. Tegelijkertijd gaf Bijman vanuit het bedrijfsleven aan hoe belangrijk een regionale toevoerlijn van arbeidskrachten is.
Toereikend opleidingsaanbod vraag op zich
De opleiding Civiele Techniek werd onlangs door Ron Bormans (bestuursvoorzitter Hogeschool Rotterdam) genoemd als één van de opleidingen die bij het standaardrepertoire van een hogeschool horen. De minister is echter minder gewillig om zich uit te spreken over een toereikend onderwijsaanbod in de regio. Op de vraag wanneer er nog in voldoende mate sprake is van een toereikend aanbod in de regio antwoordt de minister dat het een belangrijke vraag is die niet eenduidig beantwoord kan worden.
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
“Voor een toereikend en toekomstgericht onderwijsaanbod in een regio is het van belang dat de hogeschool met het onderwijsaanbod kan (blijven) inspelen op de economische en maatschappelijke ontwikkelingen in de regio en dat er tussen hoger onderwijsinstellingen en binnen en tussen sectoren wordt samengewerkt en gezamenlijk afgestemd over een doelmatig, dekkend en divers aanbod”, schrijft de minister, die opnieuw aangeeft dat zijn beloofde beleidsbrief hierover meer duidelijkheid zal geven.
Minister heeft weinig zich op specifieke gevolgen krimp
Van der Molen heeft tevens gevraagd hoe de minister in de gaten houdt welke opleidingen voornemens zijn te stoppen. Dat doet de minister in ieder geval niet direct, zo blijkt uit zijn antwoorden. Hij geeft aan het vooral belangrijk te vinden dat hogescholen elkaar in de verschillende opleidingssectoren op de hoogte houden van overwegingen om opleidingen te starten of te sluiten. Instellingen hebben in ieder geval niet de plicht om zulke plannen ter instemming aan de minister voor te leggen, aldus Dijkgraaf. In zijn beantwoording schrijft hij geen signalen te ontvangen van opleidingen die nu direct met sluiting worden bedreigd.
Wel vraagt de minister zich af, “mede gelet op de lumpsumbekostiging en bestedingsvrijheid”, welke opvolging OCW zou kunnen en moeten geven aan signalen over het beëindigen van opleidingen. In het eerdergenoemde interview over de opleiding Civiele Techniek zegt Suzan Veldhuis (Saxion) dat bedreigde opleidingen vooral gebaat zijn bij een stabiele bekostiging. Ook Dijkgraaf ziet dat als een mogelijkheid, bijvoorbeeld door het verhogen van de vaste voet van de bekostiging van hogescholen. “Het is daarbij wel de vraag in hoeverre dit voldoende bijdraagt aan een lange termijnoplossing voor vraagstukken rond krimp”, zegt hij daarbij. De op handen zijnde beleidsbrief moet daarin meer duidelijkheid geven.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap