Jonge wetenschappers vrezen voor internationale kansen door Erkennen en Waarderen

Nieuws | de redactie
19 juli 2022 | Universiteiten moeten expliciteren hoe ze wetenschappers zullen waarderen die zich op iets anders dan onderzoek richten. Doen ze dat niet, dan zullen jonge wetenschappers met het oog op hun carrièremogelijkheden geneigd blijven om vooral aan onderzoek te doen. Dat blijkt uit bacheloronderzoek bij de Universiteit Utrecht. Ook blijken jonge wetenschappers onzeker over de gevolgen van het Erkennen en Waarderen-programma voor hun kansen in het buitenland.
Beeld: Sora Shimizaki.

“Vooralsnog is er een gevoelde discrepantie tussen het beoogde beleid en de daadwerkelijke realiteit”, luidt de conclusie van Femke van de Glind na haar onderzoek naar Erkennen en Waarderen binnen de Universiteit Utrecht. Middels interviews en een focusgroep onderzocht Van der Glind hoe jonge onderzoekers het vernieuwde systeem ervaren in hun dagelijkse praktijk en hoe dat systeem hun carrière- en doorgroeimogelijkheden beïnvloedt. Met ‘systeem’ wordt het TRIPLE-model van de UU bedoeld, bestaande uit de pijlers Team spirit/Team effort, Research, Impact, Professional performance, Leadership en Education – allen factoren waarop wetenschappers binnen de UU beoordeeld kunnen worden. 

Belofte van het TRIPLE-model 

Het onderzoek werd uitgevoerd onder jonge wetenschappers bij de Universiteit Utrecht. Zij zullen naar verwachting het meest merken van het vernieuwde systeem van Erkennen en Waarderen – zowel in hun dagelijkse werk als in hun doorgroeimogelijkheden binnen de academie, luidt de redenering daarachter. De dataverzameling vond plaats tijdens veertien semigestructureerde interviews met jonge wetenschappers, een focusgroep met vijf jonge wetenschappers en een niet-participerende observatie bij tien jonge wetenschappers.  

Het TRIPLE-model, waarbinnen het anders erkennen en waarderen van wetenschappers bij de UU is ingebed, draagt de belofte van een fundamenteel anders denken over goede wetenschap in zich, schetst Van de Glind. Dat lijkt twee kanten op te werken. “Aan de ene kant kan het minder publicatiedruk en –stress opleveren, aan de andere kant wordt het ineens een stuk minder duidelijk wat je als wetenschapper moet of kan doen om succesvol te zijn. Dit roept onzekerheid op.” De onderzoeksresultaten van Van de Glind bevestigen vooral dat laatste.  

Erkennen en Waarderen vooral papieren werkelijkheid 

Jonge wetenschappers profiteren vooral op microniveau van de organisatorische invoering van het Erkennen en Waarderen-programma bij de UU. De respondenten herkennen zich weinig in het klassieke model van een vooral of uitsluitend op onderzoek gerichte wetenschapper. In plaats daarvan zien zij zich als moderne wetenschappers die ook belang hechten aan andere zaken dan onderzoek. Het TRIPLE-model biedt hen daarvoor, tenminste op papier, ruimte.  

De werkvloer blijkt echter niet gemakkelijk te veranderen na de invoering van het nieuwe beleid. “Ik merk dat de dominante benadering nog steeds om publicaties draait”, aldus een respondent. “Ik ben dus een beetje pessimistisch en sceptisch. Het staat leuk op papier, maar ik voel geen enkele zekerheid dat het ook daadwerkelijk doorgevoerd zal worden.” 

Het Erkennen en Waarderen-programma leeft vooral op een informele manier. “Formeel ervaren de meeste respondenten weinig”, schrijft Van de Glind. Dat uit zich bijvoorbeeld in de beoordelingsgesprekken en de mogelijkheden om door te groeien. Wie excelleert op de gehele TRIPLE behalve de R van Research, kan het effectief vergeten.  

“In mijn afgelopen beoordelingsgesprek had ik hele goede studentevaluaties en mooie resultaten geboekt op impact en teamwerk. Dat was allemaal hartstikke leuk en mijn leidinggevende zei dat het bijna excellent was, maar dat het predicaat excellent alleen gegeven wordt aan mensen die een zak geld binnen hebben gehaald. Dus ik moest wel denken aan mijn publicaties en beurzen”, vertelde een respondent. 

Onderzoek is een zekerheid

Dat wijst een volgend probleem rondom de doorvoering van het Erkennen en Waarderen-programma binnen de UU aan: onderzoek staat nog met stip bovenaan de hiërarchische ladder. “De cultuurverandering en de erkenning en waardering van een breder palet aan vaardigheden, zoals de UU dat pretendeert, lijkt hiermee nog ver weg”, schrijft Van de Glind. Ook voor individuele jonge onderzoekers heeft het persisterende primaat van onderzoek gevolgen. Wie wil doorgroeien binnen de Universiteit Utrecht moet excelleren op het gebied van onderzoek, wat neerkomt op veel publiceren in zo hoog mogelijk aangeschreven tijdschriften. “Hiermee is onderzoek de highway, en soms ook de only way, naar een carrière binnen de universiteit.” 

Richten op andere pijlers dan onderzoek is daarom een riskant besluit voor een jonge wetenschapper die carrière wil maken; het is vooralsnog onduidelijk hoe de pijlers naast onderzoek specifiek en expliciet gewaardeerd gaan worden. Die onzekerheid duwt jonge wetenschappers met carrière-ambities gemakkelijk richting het onderzoek.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

“Kijk, onderzoek is een zekerheid”, vat één van de respondenten het samen. “Als je excelleert op onderzoek, weet je dat je mag blijven op de universiteit en dat je carrière gaat maken. Maar als je enorm goed bent in leiderschap en team spirit, nobody knows of je dan ver gaat komen of niet.” 

Daarnaast ervaren respondenten de verwachting dat ze een schaap met vijf poten moeten zijn als ze besluiten zich niet alleen op onderzoek te richten. Kortom, wie zich niet primair op onderzoek richt, wordt geacht op alle andere punten tegelijk te excelleren. Dat in de visie van de UU expliciet wordt gezegd dat men niet naar schapen met vijf poten zoekt, verandert dat niet. Bij beoordelingsgesprekken durven veel jonge wetenschappers geen onderdelen van de TRIPLE leeg te laten, iets wat kan leiden tot extra werkdruk.  

Erkennen en Waarderen en de internationale competitiviteit 

Waar sommige deelnemers aan het brede debat over het Erkennen en Waarderen-programma bezorgd zijn over de invloed daarvan op de internationale positie van de Nederlandse wetenschap, maken sommige van jonge wetenschappers in het onderzoek van Van de Glind zich zorgen over hun eigen competitiviteit. Uitblinken in iets anders dan onderzoek geeft namelijk niet alleen onzekerheid voor een carrière binnen de UU of de brede Nederlandse wetenschap, ook de kans op een positie in het buitenland wordt daarmee op losse schroeven gezet.  

De respondenten die een carrière in het buitenland overwegen weten niet of universiteiten aldaar zullen meegaan in de trend van Erkennen en Waarderen. “Als ik naar Amerika, Engeland of misschien China wil gaan, zullen ze daar dan eenzelfde systeem van erkennen en waarderen hebben? Misschien willen ze gewoon weten hoeveel artikelen je hebt gepubliceerd en boeit het hen niet dat je een goede leider bent of aan vraagstukken rond diversiteit en inclusie werkt”, aldus een respondent.  

Vooral respondenten die zich profileren op iets anders dan onderzoek herkennen deze zorgen. “(…) bijvoorbeeld een tijd naar het buitenland of op een buitenlandse universiteit werken zie ik eigenlijk met het profiel waar ik naartoe aan het ontwikkelen ben veel minder carrièrekansen. Omdat ik het idee heb dat in de internationale gremia waar ik me vanuit mijn vakgebied in bevind, het toch vooral gaat over dat je heel goed onderzoek kan doen en de rest boeit niet.” 

Maak expliciet waarvoor Erkennen en Waarderen biedt 

Het Erkennen en Waarderen-programma invoeren is stap één, de organisatorische en praktische doorvoering daarvan blijkt een heel anders vers te zijn. Of en hoe dat gezongen wordt, hangt in grote mate af van directe leidinggevenden, vertellen de respondenten. Sommigen krijgen ruimte om het Erkennen en Waarderen-programma in de praktijk te brengen en ervaren de mogelijkheid om door te groeien op andere TRIPLE-pijlers dan onderzoek. Anderen hebben leidinggevenden die het maar “gedoe en gezeik” vinden, wat zich vertaalt naar een gebrek aan bewegingsvrijheid voor jonge wetenschappers.  

Om de gewenste cultuurverandering daadwerkelijk tot stand te brengen, is het belangrijk dat de UU expliciet op papier zet dat ook andere pijlers dan onderzoek erkend en gewaardeerd worden, zeggen de respondenten. Dat zal de durf opwekken om de eigen carrière daarmee vorm te geven, is de verwachting. Daarnaast pleiten de respondenten ervoor om het team centraal te stellen in beoordelingen omdat men nu eenmaal in teams werkt. Dat doet het TRIPLE-model al, maar zolang slechts één lid van een team kan doorgroeien, wordt de teamgeest eerder ontmoedigt dan geprikkeld, zeggen de respondenten. Ook andere perverse prikkels zoals individuele prijzen en beurzen moeten worden afgeschaft.  

Ook vragen de respondenten om meer beleidsmatige handvatten die een deel van hun onzekerheden kunnen wegnemen. Ze adviseren de universiteit om uiteenlopende carrièrepaden en profielen op papier te zetten. “Concreet kan worden gedacht aan een aantal exemplarische profielen (naast het onderzoeksprofiel) waar jonge wetenschappers door geïnspireerd kunnen worden. Een schets van bijvoorbeeld een onderwijsprofiel of een impactprofiel kan ertoe leiden dat wetenschappers zich kunnen spiegelen in beleid”, aldus Van de Glind. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK