BBB wil studie voor buitenlandse studenten in Nederland aantrekkelijker maken
In een debat over het internationaal spoor kwam er een voorstel van Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging (BBB) om een aantrekkelijk reisproduct voor Duitse en Belgische studenten te maken, aangezien er een groeiende groep Duitse en Belgische studenten in in Nederland studeert. Zij moeten volgens Van der Plas aantrekkelijke ov-verbindingen kunnen genieten.
Grens is maar een lijntje op de kaart
In een eerder Kamerdebat over Internationaal spoor, dat twee weken geleden plaatsvond, benadrukte Van der Plas dat grenzen voor veel mensen maar een lijntje op de kaart zijn. “Er zijn duizenden Nederlanders die over de grens van België of Duitsland werkzaam zijn. Daarnaast zijn er nog eens tienduizenden internationale studenten van wie een flink aandeel uit onze buurlanden komt, en Nederlandse studenten die in België of Duitsland studeren. De grenzen van onze landen zijn voor deze mensen arbitrair. Ze komen geen betonnen muren tegen. De grens is wat dat betreft ook maar een lijntje op de kaart.”
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
Volgens BBB kunnen deze buitenlandse studenten geen gebruikmaken van de Nederlandse ov-studentenkaart door de structuurverschillen tussen Nederlandse, Duitse en Belgische regelgeving. Deze studenten vallen nu tussen wal en schip. Het verzoek aan het kabinet is dan ook om met de betrokken provincies en regio’s te onderzoeken welke aanpassingen nodig zijn om alsnog te komen tot een aantrekkelijk en grensoverschrijdend ov-reisproduct te komen voor deze internationale studenten.
Laat Duitsland en België maar betalen
Harry van der Molen, woordvoerder ov en tevens woordvoerder hoger onderwijs voor het CDA, heeft echter bezwaren. “Nederlandse studenten die in het buitenland zitten, kunnen van DUO een tegemoetkoming krijgen in de reiskosten. Daar hebben we dus al een voorziening voor. Het zou dan eerder aan Duitsland of België zijn om een voorziening te treffen voor de kosten die zij maken.”
Volgens Van der Molen kan het niet de bedoeling zijn dat Nederland gaat betalen aan de reisvoorziening van buitenlandse studenten. “Wij doen voor Nederlandse studenten wat we kunnen. Zouden België en Duitsland dan niet die rekening moet betalen?”
Studenten maken deel uit van onze economie
Van der Plas vindt dit toch wat klein gedacht van het CDA en wilde een meer Europese aanpak voor dit probleem. “De studenten die hier in Nederland komen studeren, geven hier ook geld uit. Die maken ook deel uit van onze economie. Ik heb dat in het debat ook aangegeven: wij moeten gewoon veel meer kijken naar een Europese interne markt, zeker in de landen om ons heen. Wij bakenen eigenlijk alles af in grensjes en kijken dus heel erg naar Nederland. Als je met België en Duitsland tot een gezamenlijk plan kan komen om daar een goed ov-reisproduct van te maken, dan zie ik niet in waarom dat niet zou kunnen.”
Het CDA, dat altijd al kritisch is geweest op de toegenomen internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs, wijst er bij BBB op dat het aantal internationale studenten bij hoger onderwijsinstellingen nu al over de schoenen lopen. “We hebben nu al de situatie dat we de stroom internationale studenten niet meer in de hand kunnen houden. Ik leg u voor dat het risico van uw motie is dat u het onbedoeld goedkoper maakt om hier te komen studeren. Dan maakt u dat probleem alleen maar groter in plaats van kleiner.”
Staatssecretaris ziet kansen
Staatssecretaris Vivianne Heijnen (CDA), die zelf afkomstig is uit de grensregio Limburg en wethouder was in Maastricht, is met enig voorbehoud wel enthousiast over het plan van BBB. “Ik vind het wel een heel sympathieke gedachte om voor grensoverschrijdend ov een studentenkaart voor studenten in te passen, maar ik moet dat bespreken met het ministerie van OCW. Die gaan daar namelijk over. Ik kan daar op dit moment geen positief oordeel over geven, maar ik kan wel aan mevrouw Van der Plas toezeggen dat ik het gesprek aanga met mijn collega van OCW om te kijken wat er allemaal mogelijk is. Ik zie kansen.”
Van der Plas, die haar voorstel gevat had in een motie, wilde deze nog wel even aanhouden als zij teruggekoppeld zou krijgen wat OCW van dit voorstel vindt.
