‘Generieke maatregelen kennisveiligheid onnodige bureaucratie’
De maatregelen rondom kennisveiligheid in de wetenschap zorgen voor onnodige bureaucratie en getuigen van naïviteit, zo zei Rianne Letschert, bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht, onlangs in een gesprek bij het programma Spraakmakers op Radio1. Daar vroeg ze zich af op het nu ingerichte beleid daadwerkelijk de gezochte impact zal hebben of dat het vooral een steriele werkelijkheid oplevert.
Te veel bezig zijn met kennisveiligheid kan wetenschap belemmeren
De ergernis van Letschert zit niet in het feit dat wetenschappelijke samenwerkingen getoetst worden op kennisveiligheid. Het gaat haar om de onnodige breedte van die maatregelen. “Voor wetenschappelijke samenwerkingen op risicogebieden liggen alle veiligheidskaders al klaar. Die zijn er al. Nu is echter aan alle instellingen gevraagd om ál hun kennisdomeinen te analyseren op het mogelijke risico op een verkeerd gebruik van de kennis die binnen dat domein wordt ontwikkeld. Elke individuele wetenschapper in élk domein zullen wij gaan vragen om zo’n inschatting.”
Een te grote nadruk op kennisveiligheid binnen internationale samenwerkingen kan zelfs de wetenschap belemmeren, waarschuwde Letschert, want die wetenschap zélf is internationaal. “Wij hebben geen nationale wetenschap in Nederland, op niet één thema. Alles doen we in internationale consortia.”
Onnodige bureaucratisering
De Maastrichtse bestuursvoorzitter vindt de uitbreiding van de voorzichtigheid een “onnodige bureaucratisering van onze sector” – een bureaucratisering die ook nog eens tenminste ten dele een wassen neus is. “Als je wetenschappelijke kennis ontwikkelt, is het onmogelijk om te weten op welke problematische manieren dat in de toekomst kan worden toegepast”, benadrukt ze. “We doen nu aan risicomijding vanuit de gedachte dat we die risico’s in kaart kunnen brengen. Dat is naïef, denk ik.”
Daarnaast is kennis niet binnen de deur te houden. Wie weet hoe de wetenschap werkt, weet dat elke publicatie en alle data onder de beweging van Open Science steeds sneller openbaar toegankelijk moet worden, betoogt ze. “De gedachte is dat we met deze maatregelen onze nationale veiligheid en onze economische concurrentiepositie beschermen. De maatregelen die we toepassen zijn echter veel te generiek en zullen een steriele werkelijkheid creëren. We kunnen wel vertraging organiseren, maar uiteindelijk zal al onze kennis openbaar moeten worden.
Wel samenwerken met Chinese universiteiten
Landen die snel worden genoemd als een bedreiging van de kennisveiligheid zijn China, Iran en Rusland. “Bij alle Nederlandse universiteiten lopen Chinese promovendi rond die op een beurs van de Chinese overheid naar Nederland komen en met hun promotor een onderzoeksonderwerp overeenkomen”, geeft Letschert als voorbeeld. “Je kunt je afvragen of je dat moet willen, samenwerken met een overheid. Ik pleit ervoor om alleen samen te werken met individuele instellingen en individuele wetenschappers.”
Die instellingen of wetenschappers kunnen dan alsnog verbonden kunnen zijn aan een overheid, wat in China veelal het geval is. Voor Letschert is dat niet het einde van de discussie, gaf ze aan. “Ik ben ook verbonden aan een overheid. Natuurlijk moet je in het geval van China bekijken op welke domeinen je onderzoek doet; als een Chinese onderzoeker hier komt voor de nucleaire technologie, gaan alle alarmbellen af. Die maatregelen bestaan al.” Daarnaast is een goede screening van wetenschappers belangrijk, maar ook die zal nooit waterdicht zijn, aldus Letschert.
Dat Nederlandse universiteiten niet eens weten hoeveel Chinese promovendi ze in hun gelederen hebben, werd tijdens het gesprek niet benoemd.
‘Als je Chinees bent, ben je verdacht’
Natuurlijk moet er voortdurend worden gewerkt aan de bewustwording van risico’s die aan samenwerkingen met bepaalde landen hangen, zei Letschert, maar alle deuren sluiten, alles protocolleren en controleren, daarin ziet de Maastrichtse bestuursvoorzitter geen heil. “Ik had sowieso een meer fundamenteel debat verwacht voordat we terechtkwamen in de loketten, de regulering en de controle – bijvoorbeeld over het afbreukrisico, de mogelijke verliezen en de gevolgen voor onze medewerkers en studenten uit bepaalde landen.”
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
Die gevolgen zijn er degelijk, benadrukte ze meermaals. “Ik heb een Chinese gemeenschap die zich nogal gestigmatiseerd voelt; als je Chinees bent, ben je verdacht. Zijn we ons daarvan bewust als we deze protocollering doorvoeren?”
Op bestuurlijk vlak ziet ze graag dat de risicoanalyses, die nu verplicht bij elke onderzoeksgroep moeten worden uitgevoerd, veel specifieker worden ingezet. “In Nederland hebben we de neiging om te denken dat alles geregeld is als we het in matrixen hebben gestopt. Ik geloof in bewustwording, maar niet in die risicoanalyses als oplossing.”
Beleid voor kennisveiligheid belachelijk gemaakt
De uitspraken van Letschert werden door VVD-Kamerlid Hatte van der Woude fors bekritiseerd. Van der Woude dringt al langer aan op een betere controle van wetenschappelijke samenwerkingen en een strengere screening van buitenlandse wetenschappers. Ook VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans, sowieso geen voorstander van open grenzen, drong hierop meermaals aan.
Op Twitter gaf Van der Woude aan dat het beleid van minister Dijkgraaf, wiens maatregelen voor strengere controle binnen de wensenlijst van de VVD passen, door Letschert belachelijk wordt gemaakt. “Deze universiteit lijkt de urgentie nog steeds niet te begrijpen en probeert er onderuit te komen. De minister moet de regie terugpakken en uitleggen waarom kennisveiligheid belangrijk is en hoe we daar werk van maken”, aldus Van der Woude, die in een latere reactie op Letschert aangaf de zaak scherp in de gaten te zullen houden.
Niet eenzijdig vanuit Westers waardensysteem beoordelen
Van der Woude’s kritiek weerhield Letschert er niet van om ook tijdens de opening van het academisch jaar in Maastricht iets te zeggen over kennisveiligheid en wetenschappelijke samenwerking met onvrije landen. “Als je het mij vraagt, en ik weet dat het een duivels dilemma is, moeten we nooit de samenwerking stoppen met collega’s of individuele wetenschappers uit landen met overheden wier opvattingen we niet delen.”
Natuurlijk moet men zulke samenwerkingen kunnen verantwoorden, bijvoorbeeld door te wijzen op gedeelde waarden zoals vrijheid van meningsuiting en gedachte, transparantie en diversiteit. Daar knelt het betoog van Letschert echter, omdat ze tegelijkertijd vindt dat die samenwerkingen niet eenzijdig vanuit het Westerse waardensysteem moeten worden beoordeeld.
Vrijheid van meningsuiting, diversiteit en individuele vrijheid zijn niettemin concepten die vooral in het globale Westen als positief geladen morele waarden gelden. Wie het begrip ‘academische vrijheid’ met de blik van een Chinese rector bekijkt, kan dus zomaar een andere taal blijken te spreken en in het ergste geval thuiskomen van de zogeheten koude kermis.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Taal- en rekentoetsen hebben lerarentekort vergroot maar kwaliteit pabo niet verbeterd