Prestatieafspraken en concurrentie hebben de verengelsing aangejaagd 

Nieuws | de redactie
28 september 2022 | Profilering en prestatieafspraken hebben tot een hoge mate van verengelsing geleid in het Nederlandse hoger onderwijs, zeggen Maastrichtse onderzoekers.
Foto: Polina Tankilevitch

Politiek-economische beslissingen blijken doorslaggevend te zijn voor de mate waarin het Nederlandse hoger onderwijs verengelst. Aanvankelijk was er niet veel enthousiasme voor verengelsing maar men is er toch in geslaagd om tegen alle verwachtingen in Engelstalig onderwijs in te voeren, zegt Jo Ritzen, minister van Onderwijs tussen 1989 en 1998 en voorzitter van de Universiteit Maastricht.  

In de studie is vooral gekeken naar Nederland omdat daar voor het eerst sinds de jaren 80 het Engels als instructietaal steeds vaker werd ingevoerd. De onderzoekers interviewden bestuurders zoals oud-minister Ritzen en Sijbolt Noorda, lange tijd voorzitter van de UvA en de VSNU, over de opkomst van het Engels in het Nederlandse hoger onderwijs.  

Universiteiten moesten ondernemend zijn 

Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs worden overwegend door de overheid gefinancierd en bevinden zich binnen het domein van het openbaar bestuur. Toch zijn de hervormingen van het einde van de jaren zeventig en tachtig ondersteund door de neoliberale ideologie, zeggen de onderzoekers Anna Kristina Hultgren en Robert Wilkinson. De overheid stimuleerde instellingen om proactief en ondernemend te zijn in het gevecht om studentenaantallen en overheidsfinanciering.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Om nader onderzoek te doen naar verengelsing voerden de twee onderzoekers gesprekken met negen zogenaamde ‘elitedeelnemers’. Volgens de onderzoekers zijn deze sleutelfiguren vaak moeilijk benaderbaar voor onderzoek terwijl ze wel een doorslaggevende stem hebben in hoe besluitvorming tot stand komt. Voor dit onderzoek is er gesproken met oud-ministers, decanen, universiteitsbestuurders, programmaleiders en andere sleutelfiguren die belangrijk waren op het moment dat de verengelsing steeds vaker werd ingevoerd.  

Terugtredende overheid 

Om de verengelsing beter te begrijpen moet er aandacht zijn voor twee grote hervormingen in het Nederlandse hoger onderwijs. Allereerst voor de HOAK-nota (Hoger Onderwijs Autonomie en Kwaliteit) uit 1985; dit nieuwe beleid was het speerpunt van sturing op afstand, waardoor het bestuur meer autonomie kreeg. Met de HOAK nota trad de overheid terug en werd er meer ruimte geboden aan hoger onderwijsinstellingen om eigen beleid vorm te geven.  

Deze hervormingen waren gebaseerd op de neoliberale visie van een ondernemend, proactief, efficiënt en dynamisch hoger onderwijs. Waar enerzijds de controle van de overheid afnam, kwam er een andere voor terug; een verantwoordingsmechanisme met prestatie-indicatoren en een auditcultuur voor het onderwijs en de wetenschap. 

Steeds meer financiering op studentenaantallen 

Deze nieuwe cultuur vertaalde zich ook in de manier waarop universiteiten werden gefinancierd. Vanaf de jaren 70 en 80 werden universiteiten steeds meer gefinancierd op basis van het aantal studenten en in hoeverre universiteiten succesvol waren om studenten te laten slagen binnen de gestelde termijn. Meer studenten en meer afgestudeerden betekende dus ook meer inkomsten. Dit zette universiteiten aan om meer studenten te werven en om deze studenten binnen de gestelde termijn af te laten studeren.

De tweede politieke mijlpaal was het besluit van de Nederlandse regering dat alle hoger onderwijsinstellingen een instellingsplan moesten opstellen, naar aanleiding van de landelijke strategie die door de overheid werd bepaald. Op die manier konden hoger onderwijsinstellingen hun eigen beleidsdoelstellingen bepalen binnen die landelijke strategie. 

Sommige universiteiten hoopten op ondergang van Universiteit Maastricht 

Zo werd voor de Universiteit Maastricht bepaald dat zij in 1990 zesduizend studenten moesten werven. Deze doelstelling van de nieuwe universiteit werd met argusogen bekeken door universiteiten elders in het land. Die vreesden namelijk dat dit hun eigen werving van studenten onder druk zou zetten. Sommige universiteiten hoopten ook dat Maastricht deze doelstelling niet zou halen en dat daarmee het voortbestaan van de universiteit onder druk zou komen te staan.  

Aangezien de Universiteit Maastricht van mening was dat de werving van Nederlandstalige studentenaantallen tegen zijn grenzen aan liep in de regio, is besloten om opleidingen op te zetten met Franstalige en Duitstalige universiteiten. Dit was alleen mogelijk met Engelstalig onderwijs, zo was de gedachte. De eerste gezamenlijke opleiding was Internationaal Management, die voornamelijk in het Engels werd gegeven maar in Luik en in Aken ook voor een deel in het Frans en Duits.  

Onvoldoende Nederlandse studenten om nog te groeien 

Een toenmalig lid van het CvB van Maastricht vond ook dat zij genoodzaakt waren om Engelstalige opleidingen aan te bieden, aangezien de overheid expliciet had gezegd dat de universiteit zesduizend studenten moest werven. Al heel snel werd duidelijk dat dat er onvoldoende Nederlandse studenten waren om deze doelstelling te halen.  

Ritzen zegt dat de verengelsing in Nederland alleen maar kon slagen omdat universiteiten veel autonomie hadden in vergelijking met andere landen. Ritzen is altijd een groot voorstander van verengelsing geweest; in 1990 bleek 1,7 procent van de studenten aan de Universiteit Maastricht niet Nederlandstalig te zijn. Het Engelstalig aanbod werd toen als een doorslaand succes beschouwd.  

Het succes van de Engelstalige programma’s bleef niet onopgemerkt bij de andere Nederlandse universiteiten. In Groningen, Rotterdam en Tilburg begon men ook met Engelstalige opleidingen in de bedrijfskunde.  

Neoliberalisme belangrijke aanjager 

Het neoliberalisme is een belangrijker aanjager geweest van de verengelsing van het Nederlandse hoger onderwijs, zeggen de onderzoekers in hun conclusie. Het heeft geleid tot concurrentie en profilering tussen instellingen met als gevolg de inzet van marketing om het aantal buitenlandse studenten te verhogen.  

Volgens de onderzoekers is het wel mogelijk dat bij de Universiteit Maastricht de verengelsing nog sneller ging dan elders, omdat Maastricht ingesloten zit tussen twee grensregio’s. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK