Beroepsonderwijs moet weer een positieve keuze worden 

Nieuws | de redactie
28 oktober 2022 | Het beroepsonderwijs moet weer een positieve keuze worden voor jongeren en hun ouders, hoopt de minister. In een Beleidsbrief over het mbo heeft de minister van Onderwijs aangegeven dat er een betere beroepsgerichte doorstroom moet komen van het primair onderwijs naar het hbo.

Afgelopen week presenteerde minister Dijkgraaf zijn werkagenda voor het mbo, met een nadrukkelijke rol voor het hbo en universiteiten. Zo wordt er tot 50 miljoen euro per jaar geïnvesteerd in de doorstroom van de beroepskolom vmbo/mbo/hbo. De minister hoopt op die manier van het beroepsonderwijs weer een positieve keuze te maken en ontstaat er maatschappelijke herwaardering voor het beroepsonderwijs.  

Geen ladders en trappen meer 

In de ogen van velen is het onderwijs nog steeds een verticaal model vol ladders en trappen, zegt de minister. De plafonds en verdiepingen zijn overal in onze samenleving pijnlijk en onnodig zichtbaar: toegang tot cafés, deelname aan studentenverenigingen en -activiteiten, verzekeringen en verschillen in stagevergoedingen tussen hbo- en mbo-studenten. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

“We moeten af van het ladder-denken,” schrijft de minister in zijn werkagenda voor het mbo. “Af van het verticale denken en toe naar het waaier-model, waarbij mbo, hbo en wo samen een brede waaier aan opleidingsmogelijkheden vormen. Volg die opleiding die het beste past bij jouw unieke talenten, vaardigheden, ambities en wensen. Het waaier-denken behelst meer dan taalgebruik. Ik zou graag zien dat het álle studenten gegund wordt volwaardig te kunnen genieten van alle aspecten van het studentenleven, van verenigingen tot sportfaciliteiten, van introductiedagen tot studentenkroegen, van internationale uitwisseling tot werkstages.” 

Sneller studiekeuze die past bij student 

Daarnaast moet het verbeteren van de doorstroom een impuls geven aan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en studenten van het vmbo, het mbo en het hbo. Door hierop in te zetten hoopt de minister dat het aantal studenten dat uitvalt of van opleiding switcht vermindert. Studenten moeten zo sneller de studiekeuze maken die bij hen past. 

Om dit voor elkaar te krijgen investeert het kabinet  33 miljoen euro per jaar in de doorstroom in het beroepsonderwijs. Het kabinet wil daarnaast nog 17 miljoen euro aanvullend beschikbaar stellen. Met een subsidieregeling worden vmbo-, mbo- en hbo- instellingen vanaf 2023 gestimuleerd om onderwijsprogramma’s zo af te stemmen dat deze naadloos aansluiten.  

Regionale afspraken met mbo en hbo 

Studenten die willen doorstromen ervaren zo geen onnodige drempels. Bij het afstemmen van de onderwijsprogramma’s ligt de focus op opleidingen voor beroepen in tekortsectoren en opleidingen waar studenten momenteel veel drempels ervaren. Mbo-instellingen maken hiervoor een regionale analyse met hun partners in het vmbo en hbo. Voor het maken van de analyse ontvangen de instellingen financiële middelen. 

Hierbij past het volgens de minister dat er ook een integrale visie komt voor het beroepsonderwijs, het hbo en het wetenschappelijk onderwijs. Deze verkenning zal onder meer gaan over de maatschappelijke opdracht van het vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt in 2030-2050, LLO, digitalisering en flexibilisering, gelijke kansen, studentenstromen, regionale functie en samenwerking met bedrijfsleven, het macrobudget en bekostiging en bestuurlijke verhoudingen. 

Daarnaast ontwikkelt de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs in samenspraak met het onderwijsveld een programma voor de herpositionering en herwaardering van het praktijk- en beroepsgericht onderwijs in ons onderwijsstelsel (po-vo-mbo-hbo). Het beroepsonderwijs wordt hierin gepositioneerd als positieve keuze, voor jongeren en hun ouders.  

Bewijsstuk van excellentie  

Om deze herwaardering meer vorm te geven stelt de minister dat het honours onderwijs waarbij studenten extra uitgedaagd worden, niet voorbehouden is aan studenten aan de universiteit. Excellentieprogramma’s in het mbo zijn gericht op het verwerven van excellent vakmanschap, aanwijsbare verbreding en verdieping. Het is daarbij bovendien van belang dat studenten die een excellentieprogramma hebben doorlopen hier een bewijsstuk van krijgen, waardoor hun inspanningen en prestaties zichtbaar wordt voor het bedrijfsleven en het vervolgonderwijs. 

Daarnaast wordt het Comeniusprogramma nu ook opgepakt in het mbo, om excellent docentschap ook te waarderen in het mbo. Dat werd in het hoger onderwijs geïntroduceerd in verband met de investeringen na het leenstelsel. Bovendien komt er net als in het hoger onderwijs een prijs voor onderwijsteams. In beide gevallen komt er aandacht voor de aansluiting tussen het mbo en het hoger onderwijs.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK