‘Nadruk op kennisveiligheid bedreigt onze kip met gouden eieren’

Nieuws | de redactie
19 oktober 2022 | Hoe moeten de academische vrijheid en de nationale veiligheid bij internationale samenwerkingen tegen elkaar worden afgewogen? Elke betrokkene bij kennisveiligheid zal een ander antwoord geven, schetst David Snetselaar van de Universiteit Utrecht in een artikel over internationale wetenschappelijke samenwerking. Veiligheidsdiensten kiezen voor veiligheid, het ministerie van OCW wil juist Open Science en de universiteiten vrezen dat hun kip met gouden eieren gekooid wordt.
Een gebouw van de People’s Liberation Army National Defence University in China. Beeld: 云不会哭

Kennisveiligheid is steeds vaker onderwerp van gesprek. Het ministerie van OCW heeft zelfs een Loket Kennisveiligheid geopend en een Nationale Leidraad Kennisveiligheid gesponnen, en binnen de vaste Kamercommissie voor OCW wordt al langere tijd gevraagd om een strengere omgang met dit risico. 

Het toegenomen aantal samenwerkingen tussen Nederland en China is ten dele debet aan die groei van gesprekken over kennisveiligheid, schrijft David Snetselaar van de Universiteit Utrecht. Het vele geld uit de Chinese financieringsstromen maakt Chinese onderzoeksinstellingen aantrekkelijke partners, maar tegelijkertijd worden deze samenwerkingen in toenemende mate als onethisch en bedreigend gezien – vooral als het om nieuwe technologieën gaat. Zo vrezen Europese en Amerikaanse overheden voor ongewenste kennisoverdracht, verlies van intellectueel eigendom, de beïnvloeding van individuen en het schaden van wetenschappelijke integriteitsprincipes.  

In het licht van kennisveiligheid vormt Nederland een interessante casus, schrijft Snetselaar. Zo is samenwerking met China vanuit overheden en onderwijskoepels zodanig gestimuleerd dat China een van de grootste internationale partners van de Nederlandse academie is. Onder druk van de Verenigde Staten is kennisveiligheid in samenwerkingen met China echter hoger op de agenda gekomen. Dat promovendi van een Chinese defensie-universiteit onderzoek bleken te doen bij de TU Delft hielp daarin ook mee.  

Samenwerking tussen UvA, VU en Huawei 

Evenzo leidde de samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam en het Chinese Huawei in het zogeheten DREAMS Lab tot veel rumoer. In mei 2020 tekenden zij een overeenkomst voor 3,5 miljoen euro over vier jaar. Huawei was er vooral veel aan gelegen om een eigen zoekmachine op te zetten. Vanwege hun ervaring in het combineren van data en kennisgedreven kunstmatige intelligentie waren de UvA en de VU aantrekkelijke partners. De samenwerking kreeg echter veel kritiek. Er werd niet alleen gevreesd voor ongewenste kennisoverdracht binnen dat onderzoekscentrum voor kunstmatige intelligentie, ook de mogelijke betrokkenheid van Huawei bij de onderdrukking van de Oeigoeren leidde tot veel publiek debat.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

In zijn artikel gaat Snetselaar verder op die casus in. Daarbij richt hij zich specifiek op de verzameling van allerlei verschillende betrokken partijen die, ondanks en door middel van hun conflicterende belangen, samen bepalen wat kennisveiligheid effectief is.  

Tijdens zijn onderzoek naar de casus van het DREAMS Lab had Snetselaar 22 gesprekken met in totaal vijfentwintig mensen van onder andere de UvA, de VU, de ministeries van BuZa en OCW, de veiligheidsdiensten en de VSNU. Daarnaast haalde hij informatie uit 88 documenten, waaronder beleidsdocumenten en journalistieke artikelen.  

Wetenschappelijke samenwerking als nationale bedreiging 

Nadat een kritisch artikel in de Financieel Dagblad het debat over het DREAMS Lab opwekte, wilden zowel de VVD als een groep wetenschappers dat de Amsterdamse universiteiten hun samenwerking met Huawei zouden verbreken. Daarbij speelde mee dat Huawei vanwege het risico op spionage was uitgesloten van een bieding om het 5G-netwerk in Nederland te verzorgen. Blijkbaar was er een brede opvatting dat China een bedreiging voor de veiligheid vormt, concludeert Snetselaar – niet in de laatste plaats omdat de Verenigde Staten onder leiding van Trump haar Nederlandse bondgenoot opriep om stelling te nemen tegen Chinese tech-bedrijven.  

Daarbij werd graag verwezen naar China’s ambitie om in 2049 wereldleider op het gebied van technologie te zijn en het feit dat China lak heeft aan democratische waarden. Zo werd de Chinees-Nederlandse samenwerking in het DREAMS Lab gemakkelijk als een bedreiging van de nationale veiligheid, economische belangen en de wetenschappelijke integriteit gezien, waardoor de ministeries van BuZa, EZK en OCW in hun lezing van deze samenwerking tussen Huawei en de Amsterdamse kennisinstellingen al snel op één lijn stonden.  

Gevoed door rapporten over kennisveiligheid 

Die synergie werd versterkt doordat bestuurders en ambtenaren al langer werden gevoed door rapporten van denktanks zoals het Clingendael Instituut en het HCSS (The Hague Centre for Strategic Studies), die al langer waarschuwden voor de bedoelingen van China. Zo werd tevens in een Kamerbrief van de minister van Justitie gezegd dat de Chinees-Nederlandse samenwerkingen moeten worden gezien in het licht van globalisering, verregaande digitalisering en verschuivende machtsevenwichten.  

Door deze houding van de overheid werd de casus van het DREAMS Lab gezien als een kwestie van nationale veiligheid en als een vrucht van de Chinese inspanningen om ten bate van zichzelf kwaad te berokkenen aan Nederland. Ook onwetendheid over de mogelijk kwaadaardige inzet van sommige nieuwe technologieën maakt een ingreep in wetenschappelijk onderzoek makkelijker te verantwoorden, schrijft Snetselaar. 

Kennisveiligheid  

Uit die verzameling van belangen en betrokkenen wordt vervolgens een definitie van ‘kennisveiligheid’ gedestilleerd, beschrijft Snetselaar. Zo bleek uit een brief van de ministers van OCW en Justitie en de staatssecretaris van EZK dat kennisveiligheid wordt begrepen als het voorkomen van ongewenste kennisoverdracht, het tegengaan van buitenlandse beïnvloeding in het hoger onderwijs en onderzoek en het afwegen van ethische implicaties. Zodoende was er nood aan enerzijds institutioneel bewustzijn hiervan bij universiteiten en anderzijds een kader vanuit de overheid dat ruimte liet voor de kernwaarden van de academie.  

Die academie denkt daarover echter anders dan de overheid, blijkt uit opmerkingen van een VSNU-medewerker waarmee Snetselaar sprak. “De politiek loopt altijd achter op nieuwe ontwikkelingen terwijl universiteiten daar juist op willen reageren.” Om de academische vrijheid te borgen moet kennisveiligheid per casus door onderzoekers zelf kunnen worden vastgesteld, vindt de VSNU. Een ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken gaf juist aan liever te werken met een duidelijk onderscheid tussen technologie waaromheen wel of niet mag worden samengewerkt. 

Weegschaal van vrijheid en veiligheid 

Zulke verschillende opvattingen over de balans tussen academische vrijheid en nationale veiligheid of economische belangen roepen spanning op, schetst Snetselaar. Binnen die spanning speelt de vraag waar de verantwoordelijkheid voor kennisveiligheid ligt. Vanwege de academische vrijheid ligt die verantwoordelijkheid in principe bij instellingen zelf, waarbij het de taak van de overheid is om instellingen zodanig te informeren dat zij doorwrochte risicoanalyses kunnen maken, vertelde een ambtenaar van OCW.  

Volgens VSNU-medewerkers worden universiteiten door de overheid onterecht opgezadeld met geostrategische en veiligheidsproblemen

Bij de VSNU is men echter van mening dat het universiteiten aan capaciteit, middelen en expertise ontbreekt om aan deze verantwoordelijkheid te kunnen voldoen. Volgens VSNU-medewerkers worden universiteiten door de overheid onterecht opgezadeld met geostrategische en veiligheidsproblemen die eigenlijk onder verantwoordelijkheid van de overheid vallen.  

Het is nog oneerlijker als wordt meegewogen dat universiteiten juist in de richting van internationale samenwerkingen en samenwerkingen met het bedrijfsleven zijn geduwd, vinden medewerkers van de UvA en de VU. “De Nederlandse wetenschap is financieel uitgekleed en stevig richting het bedrijfsleven geduwd”, aldus een VU-medewerker. “Wetenschappers bewegen zoals je hen stuurt.” 

Afhankelijkheid van China 

Elke betrokkene zal de gewichten op de weegschaal van vrijheid en veiligheid anders verdelen, schetst Snetselaar. Iedere betrokkene zal academische vrijheid, een open samenleving en internationale samenwerking goed en beschermenswaardig vinden, maar die concepten kunnen veiligheidsrisico’s meedragen. Daarbij zullen het ministerie van Buitenlandse Zaken en de veiligheidsdiensten altijd meer gewicht toekennen aan veiligheid dan aan economische of academische belangen. Het ministerie van OCW beziet internationale samenwerking daarentegen primair vanuit de gedachte van Open Science; veiligheidsoverwegingen staan daarbij ten dienste aan die gedachte. 

Het stopzetten van samenwerkingen met China wordt niet als optie gezien. Dat duidt op een afhankelijkheid 

Universiteiten hebben ook in financieel opzicht veel belang bij samenwerking met China – de grootste niet-Europese partner van de Nederlandse wetenschap. “Ze hebben een enorm reservoir aan goede wetenschappers en een hoop geld, en ze zijn in veel wetenschapsgebieden koploper”, aldus een medewerker van het HCSS.  

Medewerkers van de VSNU wezen daarnaast op het feit dat internationale samenwerkingen op zich heel belangrijk zijn voor de Nederlandse wetenschap. “Dit is onze kip met gouden eieren, om het zo te zeggen. Als we die ter bescherming opsluiten in een kooi, bestaat de kans dat die kip stopt met groeien, en daarmee ook onze kennispositie die we middels internationale samenwerkingen hebben opgebouwd.” 

Het stopzetten van samenwerkingen met China wordt niet als optie gezien. Dat duidt op een afhankelijkheid, schrijft Snetselaar. Bij het omgaan met risico’s in Chinees-Nederlandse samenwerkingen moet men dus voorkomen dat de relatie al op korte termijn beschadigd raakt. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK