‘Termen als ‘nationalisme’ en ‘populisme’ leiden af in het verengelsing-debat’

Nieuws | door Janneke Adema
31 oktober 2022 | Binnen Nederland en Europa ontkom je niet aan het Engels aan de universiteit. In steden als Eindhoven, Tilburg en Maastricht wordt van alles in het Engels vertaald. Onnodig, vinden hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis Lotte Jensen en emeritus-hoogleraar Abraham de Swaan. Met een genuanceerde discussie, een goed taalbeleid en meer zelfrespect kunnen we het tij keren.
Beeld: Lotte Jensen bij Studium Generale Universiteit Maastricht

De verengelsing aan de Universiteit Maastricht gaat verder dan alleen het aantal opleidingen waar in het Engels les wordt gegeven. Het viel Jensen op hoeveel Engelse bebording Maastricht heeft. “Ik deed een kleine wandeling rondom het hotel en kwam uit bij de Faculty of Law. Daar keek ik even om mij heen en ik zag een bicycle parking waar ik moest parkeren. Ik zag geen Nederlandse bordjes, maar wel een uitgebreide instructie voor de passanten. ‘Keep the pavement free for pedestrians and also for people with a walker, blind-stick, mobility scooter or wheelchair’. Ik zag nergens Nederlandse bebording. 

Het wordt nog een graadje erger als je langs de bibliotheek loopt: de Library Maastricht University. Ik zie nergens dat het om een universiteitsbibliotheek gaat. Wat mij betreft is dat een gemiste kans om buitenlandse studenten kennis te laten maken met de woorden ‘universiteit’ en ‘bibliotheek’.” Volgens Jensen is dit symptomatisch aan wat er in heel Nederland gebeurt aan de universiteiten. Ook in Eindhoven, Tilburg, Wageningen en Twente wordt er veel gebruik gemaakt van Engelse bebording.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De voorwaarden vindt u hier.

“Het is een eenvoudige vraag, maar ik stel hem toch. Waarom staat hier niet gewoon ‘bibliotheek’ op de gevel?”, gooit Jensen op. “Ik vind dit een heel vergaande aanpassing van het uiterlijk van een universiteit, die consequenties heeft voor hoe we zo’n universiteit ervaren. Het zegt iets over de identiteit van een instituut. Een identiteit van een stad; dit is wat je uitstraalt.  Hiermee zeg je, ‘Engels is hier de dominante taal’.” Jensen ziet liever dat alles sowieso in het Nederlands wordt aangegeven en indien nodig met een Engelse vertaling erbij.  

Meertaligen 

De Swaan, emeritus-hoogleraar sociologie van de UvA, is het eens met Jensen; de verengelsing van borden en namen van instellingen is overbodig. Volgens hem heeft het te maken met zelfrespect. “Je maakt je belachelijk als je de Amsterdamse Stadsschouwburg bent, om jezelf ineens de International Theatre Amsterdam te noemen”, vertelt hij. “Dat is een prachtig woord, honderdvijftig jaar oud, en als mensen uit het buitenland hier zijn geweest, dan zijn ze trots om te kunnen zeggen ‘stadsschouwburg’. Dus je moet ook een soort couleur locale, een local colour kunnen behouden. We spreken de Nederlandse taal zo goed, het is een gebrek aan zelfrespect en eigenliefde als je dat zomaar zou opgeven.” 

De emeritus-hoogleraar benadrukt dat verengelsing een wereldwijd fenomeen is. “Er is een wereldtalensysteem. Dat bestaat uit de duizenden groepen mensen die ieder een andere taal spreken en elkaar niet begrijpen. Maar, tussen die groepen functioneren meertaligen, de mensheid wordt dus bijeengehouden door meertaligen. Die verbindingen tussen al die taalgroepen blijken een zeer sterk gestructureerd, hiërarchisch systeem.” 

Taal van de politie en de ambtenarij 

Voor dit systeem bedacht De Swaan het galactische model. “Er zijn vijf- of zesduizend talen die in hun gezamenlijkheid maar door een tiende van de mensheid worden gesproken. Dat zijn talen met honderden, duizenden of tienduizenden sprekers. Heel vaak horen die toe aan volkeren die vaak worden getypeerd als schriftloos en staatloos, maar die zou ik liever volkeren van het geheugen noemen, want ze kennen allerlei dingen uit hun hoofd die wij opschrijven. 

Die talen zijn manen die draaien om de planeten van centrale, nationale talen. Als je tot een inheems volk in Brazilië behoort, moet je Braziliaans-Portugees leren. Want dat spreekt de politie en dat spreekt de ambtenarij, en als je naar een kantoor moet in een Braziliaanse stad dan moet je Braziliaans-Portugees kennen. Dat betekent dat al die maantjes draaien om de planeet van het Braziliaans-Portugees.” 

Zwart gat 

Volgens De Swaan zijn er zo’n tweehonderd van dat soort planetaire talen. Hij wijst erop dat talen moeilijk te tellen zijn; het Chinees en het Nederlands zijn duidelijk twee verschillende talen, maar zijn het Nederlands en het Vlaams dat ook? Met deze schatting meent hij vooral de orde van grote van deze klasse aan te geven.  

“Dan zijn er een dozijn talen van grote werelddelen,” vervolgt de Swaan, “die bovennationaal functioneren en die dus vergelijkbaar zijn met zonnen waar al die planeten om draaien met al die maantjes. Dan moet je denken aan het Arabisch, het Frans, het Swahili, of het Maleis, waar je in een heel stuk van een werelddeel mee terecht kan.” Centraal in dit model ligt een zwart gat, die alles opvreet wat in de buurt komt, vertelt De Swaan. “Dat is natuurlijk het Engels.” 

Engels is prestigieus maar ook opwindend 

Waarom is Engels dat zwarte gat? Hoe komt het dat juist deze taal oppermachtig is geworden? Volgens De Swaan komt dat niet doordat het een mooie taal is en ook niet doordat het bijzonder makkelijk is om het te leren. “Het komt doordat eerst Engeland een gigantisch, wereldwijd koloniaal rijk heeft opgebouwd, waar de zon nooit onder ging.” In veel voormalige wingewesten is het Engels blijven hangen. Daarnaast bleef Engeland, samen met Amerika een wereldmacht na de twee Wereldoorlogen, waardoor ze dominant waren op economisch, politiek en cultureel gebied. 

“Ik vind het bespottelijk dat bestuurders niet het zelfrespect hebben om het Nederlands en het Engels naast elkaar te doen.” – Abraham De Swaan

Daarnaast heeft het Engels zich genesteld in verschillende delen van de samenleving. “Heel interessant is die Amerikaanse cultuur, die zich over de wereld heeft uitgebreid. Dat is high culture, maar ook low culture. Waarmee ik geen waardeoordeel wil uitdrukken.” Engels werd aan de ene kant de voertaal in academische en diplomatische kringen, maar kon ook worden toegeëigend door mensen uit andere delen van de maatschappij. Dat gebeurde volgens De Swaan door de populariteit van de muziek van zwarte Amerikanen die zich na 1900 over de wereld verspreidde.  

“Daar is iets heel bijzonders uitgekomen, wat tot op de dag van vandaag doordendert over de hele wereld. Dat betekent dat het Engels niet alleen een machtige, belangrijke en prestigieuze uitstraling heeft, maar het is ook sexy en opwindend. Het hoort bij jong zijn, bij dansen, bij internationaal, bij nieuw, bij spannend. Dat is een hele sterke troef van dat Engels.” 

Op de fiets of in de auto 

Nu is Engels het zwarte gat in het midden van de EU. “De Europese Unie beweert altijd: meertaligheid is onze grote rijkdom”, vertelt De Swaan. “Daar menen ze helemaal niks van. Als je werkelijk een van die talen spreekt, en geen andere, dan ben je opgesloten in een beperkte en omheinde cultuur.” Het Erasmusprogramma is een van de meest omvangrijke projecten met als doel de meertaligheid en culturele interactie in Europa te voeden. In werkelijkheid leren deze studenten echter niks van de lokale talen omdat ze alles in het Engels doen. “Zelfs in Frankrijk geven ze hun colleges in het Engels”, zegt De Swaan verwonderd. 

De opkomst van het Engels is volgens hem echter niet onstuitbaar, zoals Kristina Hultgren vreest. “Wij hebben een zekere zeggenschap over wat het universitair beleid is en ik denk dat we daar pragmatisch in moeten zijn.” In het onderwijs moeten we goed kijken wanneer het praktisch is om over te gaan op een planetaire taal of een zonnetaal, maar in de gaten houden welke waarde het heeft voor een student om dicht bij de moedertaal te blijven. 

We moeten niet zomaar, als dat niet nodig is, overgaan op een andere taal waar we niet in opgegroeid zijn. Ik vind het bespottelijk dat universiteitsbestuurders niet het zelfrespect en het collectieve respect voor hun institutie hebben om gewoon het Nederlands en het Engels naast elkaar te doen.”  

Populisme en opportunisme 

Jensen vreest echter voor de polarisatie in het huidige debat. “Bij de opening van het academische jaar vlamde de discussie over internationalisering in alle hevigheid weer op toen de UvA aan de bel trok”, vertelt Jensen. “Ze kunnen daar de toestroom van buitenlandse studenten niet meer aan. Er is een tekort aan huisvesting, een tekort aan docenten, waardoor de werkdruk oploopt. En misschien wel het allerbelangrijkste, de Nederlandse studenten worden weggeconcurreerd bij bepaalde studies. 

Echter, wie kritiek heeft op internationalisering krijgt de wind van voren. “Rianne Letschert zei in de Volkskrant dat de discussie over de hoge studenteninstroom een nationalistische inslag had. Ze sprak ook van populisme en opportunisme. Ik ben teleurgesteld over dit soort reacties, omdat die in polariserende termen wordt uitgedrukt. Critici, en daar reken ik mezelf ook toe, krijgen het verwijt nationalistisch en populistisch te zijn, terwijl deze termen de lading van wat er op het spel staat helemaal niet dekken en iedere inhoudelijke discussie doodslaan.” 

Dol op internationalisering 

“Ik ben vóór het behoud en versterking van het Nederlands als onderwijs- en instructietaal,” benadrukt Jensen. “Maar ik ben geen nationalist of populist. Wat ben ik dan wel? Ik ben zeker een provinciaal, omdat ik de Gelderse geschiedenis ook een warm hart toedraag. Dus ‘provinciaal’ beschouw ik maar als een echte geuzennaam.  

Maar ik ben ook een warm voorstander van internationalisering. Want op zo veel plekken in de wereld wordt Nederlandse taal en cultuur gedoceerd en op internationale congressen wordt veel kennis in het Engels uitgewisseld. Ik ben dus, als je het samenvat, een provinciaalse Neerlandica die dol is op internationalisering.” 

“Als het niet via inhoudelijke argumenten kan gaan, dan zijn er wel externe argumenten.” – Lotte Jensen 

Internationalisering betekent echter meer dan alleen buitenlandse studenten naar Nederland halen. Jensen gruwelt dan ook van het idee ‘internationalization at home’. “Dat is een soort modewoord waarmee men zegt dat dankzij de komst van buitenlandse studenten, we hier kunnen internationaliseren. Dat is wat mij betreft een vreemde manier om te zeggen dat internationalisering alleen via die weg zou kunnen verlopen. 

Dus ik ben zeer kritisch over de alsmaar verder groeiende instroom van buitenlandse studenten in Nederland, omdat wat mij betreft de balans zoek is geraakt. En de vraag mag gesteld worden of het de taak van de Nederlandse universiteiten is om zo veel buitenlandse studenten hierop te leiden. Bovendien, er gaat veel aan vakinhoud en kennisoverdracht verloren wanneer je colleges massaal in het Engels gaat aanbieden, aan studenten die nog altijd voor een groot deel voor de Nederlandstalige arbeidsmarkt worden opgeleid.” 

Externe argumenten 

Inmiddels zie je dat de publieke opinie aan het kantelen is. In 2019 publiceerde de Volkskrant een opiniestuk waarin prominenten de Tweede Kamer opriepen om het Nederlands te beschermen. Dit stuk werd ondertekend door tweehonderd leden uit de academische wereld en de culturele sector.  

Wellicht zal de wal het schip keren, vertelt Jensen hoopvol. “Want de problemen zijn groot aan de UvA. Dat roept serieuze vragen op hoe we hier nu mee omgaan. En als dat niet via inhoudelijke argumenten kan gaan, dan zijn er wel externe argumenten, zoals gebrek aan huisvesting, docenten, een toenemende werkdruk. Die maken het noodzakelijk om deze vraagstukken over verengelsing en internationalisering opnieuw te bediscussiëren.” 

Taal is de sleutel 

Om de status van het Nederlands te herstellen moeten we wat Jensen betreft een aantal zaken goed in de gaten houden. “Internationalisering is niet gelijk aan verengelsing. Denk ook aan het belang van andere talen binnen het hoger onderwijs. Te vaak wordt internationalisering gezien als overschakeling op het Engels, terwijl het hier in Maastricht logischer zou zijn om ook ten dele het Duits en het Frans te stimuleren. Veel universiteiten maken er nu goede sier mee dat ze tweetalig zijn, maar ik begrijp dat niet zo goed. Vaak betekent dat in de praktijk dat er veel meer in het Engels wordt aangeboden dan in het Nederlands. Wat is dan tweetaligheid? 

Tot slot, bewaak de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Taal is de sleutel tot de toegankelijkheid en we moeten ervoor waken dat we door massaal over te schakelen op het Engels niet de verbinding verbreken tussen universiteit en samenleving.” Jensen benadrukt dat termen als ‘nationalisme’ en ‘populisme’ de discussie niet verder gaan helpen. “Ze leiden af van de kernboodschap en die is; koester het Nederlands.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK