Verschillen in promotieverdediging belemmeren internationale standaard

Nieuws | de redactie
26 oktober 2022 | Promotieverdedigingen lopen sterk uiteen over de hele wereld. In sommige landen bepaalt de verdediging deels het eindoordeel terwijl deze in andere landen puur ceremonieel is. Uit onderzoek van de TU Delft en de Universidad San Francisco de Quito blijkt hoe erg verdedigingen kunnen verschillen.
Beeld: Kenny Eliason (Unsplash)

Om de discussie over promotieverdedigingen binnen de Europese Unie te voeden onderzocht Eva Lantsoght van de TU Delft en de Universidad San Francisco de Quito de verschillende vormen van verdedigingsformats over de hele wereld. Hoewel de verdediging overal een belangrijk moment is in de promotie, bestaat er geen internationale standaard voor.  

Een show 

De belangrijkste verschillen betreffen de functie van de verdediging. In sommige landen is het slechts ceremonieel; de presentatie maakt niet meer uit voor de eindbeoordeling en vormt alleen maar een laatste formele stap voordat de kandidaat promoveert. In andere gevallen maakt de verdediging wel uit voor de beoordeling. Hoewel het niet vaak voorkomt, is het mogelijk dat de kandidaat vanwege een onvoldoende verdediging nog geen doctoraat krijgt.  

Daarnaast verschilt de mate waarin de verdediging toegankelijk is voor publiek. Bij de meest toegankelijke bijeenkomsten kan iedereen komen en mag iedereen vragen stellen. Bij de meest besloten bijeenkomsten zijn alleen de promovendus en de beoordelaars aanwezig. In Finland is het gebruikelijk dat de kandidaat aan het publiek vraagt of er nog vragen zijn, maar wordt niet verwacht dat er werkelijk vragen worden gesteld. Voorstanders voor publieke verdedigingen stellen dat de kandidaat zo kan demonstreren hoe diegene het onderzoek uitlegt aan leken en dat die publieksbetrokkenheid de dag gedenkwaardiger maakt voor de kandidaat. Tegenstanders beargumenteren dat een publieke verdediging slechts een show is.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Bij een gesloten verdediging weten kandidaten vaak van tevoren minder goed wat er van ze verwacht wordt. De beoordelaars hebben daarom veel controle over het verloop van de verdediging. Tegenwoordig is het in het Verenigd Koninkrijk en Ierland gebruikelijk dat een toezichthouder of de begeleider van de kandidaat aanwezig is. De beoordelingen zijn daardoor transparanter en eerlijker, schrijft Lantsoght. 

Tijd voor details 

Ook verschilt het format van de verdediging per land. Nederlandse universiteiten hebben een strikter format in vergelijking met andere landen; iedere stap van de verdediging is uitgedacht, bijvoorbeeld de volgorde waarin de commissieleden aan het woord komen. Het enige wat de kandidaat niet weet is de inhoud van de vragen. In andere landen ligt de duur van de verdediging niet altijd vast, waardoor de bijeenkomst uren kan duren. Echter, in slechts vijf procent van de gevallen duurt een verdediging meer dan drie uur. In een extreem geval duurde de verdediging twee dagen, schrijft Lantsoght.  

Een eventuele tijdsdruk kan de reacties van de beoordelingscommissie beïnvloeden. Als er weinig tijd is zullen de vragen van de commissie beperkt worden tot algemene vragen, terwijl er bij een langdurige bijeenkomst meer tijd is om in te gaan op details. 

Verdediging voor of na publicatie 

Voor sommige universiteiten is een fysieke verdediging helemaal niet gebruikelijk. Dit komt vaker voor in landen met meer afgelegen instellingen, zoals Australië en Zuid-Afrika. Deze instellingen maken gebruik van geschreven verdedigingen die beoordeeld worden zoals een onderzoeksartikel voor een wetenschappelijk tijdschrift. Ook internationale experts kunnen dan deel uitmaken van de beoordelingscommissie. Lantsoght verwacht dat de opkomst van online bijeenkomsten er wellicht voor zorgt dat deze instellingen vaker orale verdedigingen zullen gebruiken. 

Alle instellingen maken echter gebruik van een verdediging als een laatste test voor promovendi. Bij orale presentaties gaat het erom of de kandidaat in staat is de inhoud van het onderzoek verbaal over te brengen en is er altijd tijd voor vragen en een discussie. Met die discussie kan de commissie beoordelen of de kandidaat begrijpt hoe het onderzoek zich verhoudt tot de discipline. Als de verdediging plaatsvindt nadat het proefschrift is gepubliceerd, bepaalt de beoordelingscommissie slechts wanneer de verdediging zal zijn. Soms komt de verdediging echter voor die publicatie; dan heeft de commissie de taak om vast te stellen of het proefschrift geaccepteerd kan worden of dat er nog verbeteringen nodig zijn. 

Allerlaatste test 

Uit onderzoek blijkt dat beoordelaars over het algemeen de voorkeur geven aan het verdedigingsformat van hun eigen land. Het kan daarom lastig zijn om veranderingen door te voeren. Volgens Lantsoght is het daarom beter om geen strikt format op te leggen maar een set richtlijnen op te stellen waaraan een verdediging sowieso moet voldoen. Deze richtlijnen moeten verzekeren dat het eerlijk verloopt, bepalen wat het doel van de verdediging is en hoe er moet worden omgegaan met onenigheden en conflicten. 

Lantsoght raadt aan om bij het formuleren van deze richtlijnen te kijken naar de verschillende bouwstenen waaruit een verdediging kan bestaan. Alle vormen zijn erop gericht om het proefschrift en de promovendus te beoordelen als een allerlaatste stap in de promotie. Daarnaast moeten de kandidaten altijd vragen beantwoorden en gaat het bij fysieke verdedigingen altijd om de dialectische vaardigheden van de kandidaat. Volgens Lantsoght kunnen deze inzichten een eerste stap vormen naar een Europese standaard voor promoties.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK