VVD: te veel geld voor sectorplannen gaat naar sociale en geesteswetenschappen

Nieuws | de redactie
4 oktober 2022 | Nog dit jaar zal minister Dijkgraaf zestig miljoen euro toekennen aan de sectorplannen van de sociale en geesteswetenschappen en de medische, technische en bètawetenschappen. Die laatste twee krijgen echter te weinig en de eerste te veel, vindt Hatte van der Woude van de VVD. Het Kamerlid wil weten hoe men tot de verdeling kwam en welke rol Dijkgraaf daarin speelde.
VVD-Kamerlid Hatte van der Woude stelt Kamervragen over de verdeling van het geld voor sectorplannen. Beeld: VVD.

Onlangs werd bekend dat het ministerie van OCW nog dit jaar zestig miljoen euro toekent aan de eerste ronde van sectorplannen. Met een sectorplan probeert men tot een landelijke afstemming tussen soortgelijke faculteiten te komen. De bèta-sector werkt al langer met zulke sectorplannen. Ook de sociale en geesteswetenschappen zijn eerder al uit eigen beweging begonnen met het maken van sectorplannen. Het ministerie ziet waarde in deze plannen, die zouden bijdragen ‘aan het versterken van het Nederlandse onderzoek en onderwijs op het hoogste niveau’. 

Zestig miljoen voor vier sectorplannen 

In de beleidsbrief van minister Dijkgraaf werd al aangekondigd dat het kabinet structureel tweehonderd miljoen euro zal investeren in sectorplannen. In het voorjaar van 2023 volgt daarom nog honderdveertig miljoen. Deze eerste zestig miljoen is bedoeld voor de sociale en geesteswetenschappen, de bètawetenschap, de technische wetenschap en de medische wetenschappen.  

“De sectorplannen techniek richten zich op grote maatschappelijke uitdagingen als energie en duurzaamheid en ook landbouw, water en voedsel. Verder staan sleuteltechnologieën centraal. In het sectorplan van de medische en gezondheidswetenschappen gaat het om de thema’s preventie, datagedreven innovatie en de keten van fundamenteel onderzoek naar toepassing. Bij de sectorplannen bètawetenschappen zijn de verbindende thema’s klimaat, energie, gezondheid en biodiversiteit”, licht het ministerie toe. 

‘Belangrijke sectoren komen er bekaaid van af’ 

Regeringspartij VVD vindt echter dat de zestig miljoen beter verdeeld had kunnen worden. “Nederland heeft vooral extra investeringen in bijvoorbeeld de techniek, informatica, medisch onderzoek en onderwijs nodig”, zegt VVD-Kamerlid Hatte van der Woude. Die sectoren komen er volgens haar nu juist relatief bekaaid van af. Mede daarom heeft ze Kamervragen gesteld. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Van der Woude wil van de minister weten of de verdeling van het geld over de sectorplannen zijns inziens maximaal bijdraagt aan het oplossen van krapte in tekortsectoren, het toekomstig verdienvermogen van Nederland en de maatschappelijke impact en valorisatie. Die variatie op de ‘kennis-kunde-kassa’-trits zet ze kracht bij door te wijzen op het feit dat de sociale en geesteswetenschappen met 21 miljoen euro het meest van de vier sectoren krijgen. “Acht de minister die sector het belangrijkst om in te investeren als het gaat om tekortberoepen en uitdagingen van de toekomst?”, wil Van der Woude weten. 

Sectorplan ‘informatica’ bekostigd uit andere sectorplannen 

Van de overige sectorplannen krijgt het plan van de bètawetenschappen met vijftien miljoen euro het meest. De plannen voor de technische en de medische wetenschappen krijgen beiden twaalf miljoen euro. Het geld uit de potjes voor de bètawetenschappen en technische wetenschappen is echter deels geoormerkt. Vijf miljoen van de bèta’s en vier miljoen van de technische wetenschappen moet ten goede komen aan een sectorplan ‘informatica’, zo luidt de aanbeveling van de Nationale Commissie Sectorplannen (NCSP). 

Deze commissie is door minister Dijkgraaf opgetuigd om te adviseren over de verdeling van geld over sectorplannen en wordt voorgezeten door Bert Meijer, adjunct-hoogleraar bij de TU Eindhoven. Ook Beatrice de Graaf, voormalig voorzitter van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA), heeft zitting in de commissie.  

Hoe is de commissie tot haar advies gekomen? 

Van der Woude wil graag weten hoe deze NCSP tot het advies kwam, met welke precieze opdracht de commissie aan het werk ging en welke kaderstelling daarbij is gebruikt. Daarnaast wil ze weten op welke manier het ministerie van Economische Zaken & Klimaat betrokken was bij de totstandkoming van de sectorplannen en welke rol Dijkgraaf zelf heeft gespeeld bij het verdelen van het geld.  

Verder is het VVD-Kamerlid benieuwd naar de aansluiting van de sectorplannen op nationale onderzoeksprogramma’s zoals de NWA, het kennis- en innovatieconvenant en het Nationaal Groeifonds. In het advies van de NCSP is overigens al te lezen dat de aansluiting van de sectorplannen op die onderzoeksprogramma’s nog versterkt kan worden.  

Ook de koppeling tussen onderzoek en onderwijs is een punt van aandacht, vindt de commissie. “Profilering in de sectorplannen werkt door in de samenhang van onderzoek en onderwijs. Voor het bachelor onderwijs zal dat leiden tot een grotere macrodoelmatigheid en in het masteronderwijs kan de relatie met het onderzoek worden versterkt”, staat in het rapport. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK