‘Big Tech voelt zich net zo verantwoordelijk voor publieke waarden als hoger onderwijs’

Nieuws | de redactie
23 november 2022 | Er is met ons te onderhandelen, we vinden ‘vertrouwen’ heel belangrijk en de publieke waarden gaan ons evenzeer aan het hart als jullie. Tijdens de SURF Onderwijsdagen proberen vertegenwoordigers van Microsoft, Oracle en Salesforce een brug te slaan naar het hoger onderwijs. 
Ron Augustus (SURF), Annemarie Costeris (Microsoft), Bas ten Holter (Salesforce) en Marco van Lieverloo (Oracle) in gesprek tijdens de SURF Onderwijsdagen.

In een gesprek over Big Tech en publieke waarden tijdens de SURF Onderwijsdagen lieten vertegenwoordigers van Microsoft, Oracle en Salesforce hun licht schijnen over de samenwerking tussen tech-bedrijven en publieke instellingen. Ook Ron Augustus, Chief Innovation Officer bij SURF, schoof aan. 

Vanuit zijn verleden bij zowel Oracle als Microsoft kent Augustus beide kanten van het speelveld. “Nederland is een mooie markt voor innovatieve samenwerkingen tussen hoger onderwijsinstellingen en technologiebedrijven, bijvoorbeeld EdTech-bedrijven, maar ook grotere tech-bedrijven”, vertelde hij. “Doordat Nederland het ‘grootste kleine land’ van Europa is en SURF heeft, kunnen we als gesprekspartner goed duidelijk maken aan grote bedrijven wat we willen hebben en waaraan de sector zou moeten voldoen. Nederland is een goed voorbeeldland.” 

Microsoft net zo begaan met publieke waarden 

Grote tech-bedrijven krijgen echter met hinderlijke vooroordelen te maken als ze zaken doen met Nederlandse hoger onderwijsinstellingen, vertelden Annemarie Costeris (Microsoft) en Bas ten Holter (Salesforce). “In het onderwijsveld zelf vallen die vooroordelen nog best mee; we horen vooral vooroordelen uit het publieke veld”, aldus Costeris. “In oktober zeiden hoogleraren José van Dijck en Bart Jacobs in het NRC dat men niet naïef moet zijn omdat met partijen zoals wij niet te onderhandelen is. ‘Dat is interessant’, dacht ik toen, ‘want dat is toch wat we hebben gedaan’.”  

In onderhandelingen met het ministerie van Justitie zijn de contractvoorwaarden van Microsoft aangepast, geeft Costeris als voorbeeld. “Die zijn vervolgens in heel de wereld overgenomen.” Er is zeker te onderhandelen met grote partijen, dus dat vooroordeel is onterecht, concludeerde ze.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Daarnaast stoort Costeris zich aan de overtuiging dat Big Tech-bedrijven niet om publieke waarden geven. “Als het om het debat over publieke waarden gaat, voelen wij ons als Microsoft-partij daarvoor net zo verantwoordelijk”, betoogde ze. “Het is niet zo dat alleen de overheid of non-profit organisaties langs de lijn van publieke waarden werken en Big Tech-bedrijven de hele dag met dollartekens in de ogen zitten. Die tegenstelling is er helemaal niet, maar in artikelen of in de krant wordt soms gedaan alsof het totaal andere werelden zijn. Volgens mij kan het heel goed samengaan.” 

Hoger onderwijs zelf soms slordiger op publieke waarden 

Tech-bedrijven wordt een veel strengere maat genomen dan hoger onderwijsinstellingen zichzelf doen, beschreef Ten Holter een ander vooroordeel. “In gesprekken met juridische afdelingen ligt vaak sterk de nadruk op de data processor (het platform of de leverancier), te onderscheiden van het data subject (degene wier data het betreft) en de data controller (de partij die de data in bezit heeft). Men wil dan weten waarheen die data gaat, of het versleuteld is, wie toegang heeft, onder welke voorwaarden, enzovoorts. Daarbij wordt sterk voorbijgegaan aan de rol van de instelling zélf.” 

Wie bijvoorbeeld als student of stagebegeleider bij een instelling binnenkomt, wordt in allerlei systemen opgenomen en op allerlei manieren gevolgd. “Daarop is veel minder externe controle dan op ons als technologiesector”, zegt Ten Holter. “Wij moeten elke keer uitleggen waarom we te vertrouwen zijn, terwijl we per definitie te vertrouwen zijn. Data veilig opslaan is onze core business.” 

De Europese wetgeving op dit vlak, de GDPR, bevat bijvoorbeeld ‘het recht om vergeten te worden’, geeft Ten Holter als voorbeeld. “Wij hebben één systeem, dus we kunnen redelijk makkelijk bepalen waar iemands data is en die data verwijderen, als we dat moeten doen. Als een student bij een instelling daarentegen op een Excel-sheet staat, nog ergens cijferlijsten heeft staan en ooit heeft onderhandeld over een cijfer waarbij meerdere mensen daarover iets gezegd hebben (waarbij vaak ook gezondheidsinformatie wordt gedeeld), ligt dat anders.” 

Standaarden hoger onderwijs en Big Tech lopen uiteen 

Vanuit de tech-bedrijven bestaan natuurlijk ook vooroordelen richting het hoger onderwijs. Ron Augustus weet dat als geen ander. “Ik denk dat er vaak gedacht wordt: ‘wat is die onderwijssector toch traag’ en ‘met wie moet ik eigenlijk praten?'”, vertelde hij. “Elke instelling vindt immers iets, en het mbo vindt weer iets anders dan het wo of de umc’s.” Daarnaast denkt Augustus dat het voor tech-bedrijven moeilijk is om te achterhalen wat er precies verbeterd moet worden. “We hebben toch ‘vertrouwen’ als kernwaarde? We staan toch open voor onderhandeling? We zijn toch bereid om aanpassingen te doen? We werken toch met open standaarden?”, wierp hij een aantal vragen op die leven bij tech-bedrijven. 

Toch lopen de standaarden van tech-leveranciers en publieke instellingen uiteen, legde Augustus uit. “De regels rond privacy, bijvoorbeeld de GDPR, kunnen op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Er is een grijs gebied tussen het voldoen aan de wet of niet.” Vanaf de publieke kant wordt die wet in ieder geval strikter gehanteerd dan vanuit het bedrijfsleven, blijkt uit het verhaal van Augustus.  

Koopt SURF bijvoorbeeld een clouddienst in, dan moet Augustus als bestuurder vaak zijn handtekening zetten onder een document dat stelt dat de aankoop tegen de eigen privacyregels ingaat. “Dat is raar”, aldus Augustus. “Blijkbaar voldoen we als tech-sector nog niet aan de regels die we willen hebben.” 

Nederland belangrijke markt voor Big Tech 

Verschillende interpretaties van regels vloeien ook voort uit de bedrijfsmodellen en processen van grote tech-bedrijven, legde Marco van Lieverloo (Oracle) uit. “Als leverancier van bijvoorbeeld clouddiensten richten wij onze processen overal ter wereld hetzelfde in, waardoor we het voor een klant economisch aantrekkelijk kunnen maken. Als het Nederlandse onderwijs dan wil dat de regels op een bepaalde manier worden geïnterpreteerd en de procedures daarom op een bepaalde manier worden ingericht, krijg je het probleem dat een bedrijf niet voor een klein stukje van de markt alle procedures gaat aanpassen.” 

Dat kan wel, voegt Van Lieverloo toe, maar dan hangt er een ander prijskaartje aan. Tegelijkertijd kunnen zulke aanpassingen de standaard worden, werpt Augustus tegen, die wijst op het eerdergenoemde voorbeeld van Microsoft. “Nederland is dan misschien een klein land, maar we kunnen wel invloed hebben op Europa en het goede voorbeeld geven.” Dat geeft Van Lieverloo graag toe. Als Amerikaanse start-ups in Europa landen, doen ze dat vaak in Nederland, vertelt hij. “Dat geeft aan dat Nederland vooroploopt in de adoptie van nieuwe technologieën, en daarom is Nederland voor Big Tech een heel belangrijke markt.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK