Daling instroom van studenten zet door  

Nieuws | de redactie
10 november 2022 | De studentenaantallen in het wetenschappelijk onderwijs stabiliseren, maar hogescholen krijgen te maken met een serieuze krimp van 5,5 procent. Dat blijkt uit de voorlopige inschrijfcijfers van UNL en de Vereniging Hogescholen.
Beeld: Philippe Bout on Unsplash

Het is voor het eerst in tien jaren dat er in het hoger onderwijs minder studenten studeren dan werd verwacht in de referentieraming van OCW. Dat zal dan ook gevolgen hebben voor de financiën van universiteiten en hogescholen; minder studenten betekent minder geld én een lagere bekostiging per student.  

De Vereniging Hogescholen heeft al eerder benadrukt dat krimp ingrijpende financiële consequenties kan hebben. Immers, tachtig procent van de bekostiging van het hbo is gekoppeld aan de studentenaantallen. Hiermee komen zowel de voortgang van diverse regionale activiteiten van hogescholen als het voortbestaan van sommige opleidingen in krimpregio’s in het geding, zo waarschuwde de VH. Het kabinet heeft daarom al eerder geld uitgetrokken om deze krimp op te kunnen vangen.  

Technieksector het minst getroffen 

In het hbo blijken de aanmeldingen bij de bacheloropleidingen nu in alle sectoren te dalen. De grootste dalingen zijn te zien in de zorgopleidingen (min 12,5 procent), landbouw (9,3 procent) en economie min acht procent). De technieksector lijkt het minst getroffen; daar bedraagt de krimp 2,5 procent.  

Opvallend is dat de instroom in de hbo-masteropleidingen, die de afgelopen jaren volop zijn opgezet door het hbo, een nog grotere daling laten zien dan de bacheloropleidingen. De gemiddelde krimp bij hbo-masters bedraagt 8,5 procent. Omdat het om relatief kleine aantallen studenten gaat, zijn de onderlinge verschillen tussen de sectoren daar groot. Zo zijn de aanmeldingen voor de masters in gedrag en maatschappij gedaald van 548 naar 372 (min 32,1 procent), maar laten economiemasters in het hbo juist een stijging zien van 645 naar 793 studenten een stijging van (plus 22,9 procent). 

Deze daling is des te meer opvallend omdat OCW eerder dit jaar nog de verwachting had dat de groei van de masteropleidingen in het hbo zou doorzetten tot tenminste 2028.  

Verder valt in de cijfers van de VH op dat de instroom vanuit de havo de afgelopen drie jaar met twintig procent is gedaald; van 56.941 instromers in 2020 naar 45.485 instromende havisten in 2022. De daling vanuit het mbo is minder hard, die daalde in deze periode met 14 procent, dat betekent dat het aandeel van de instroom uit het mbo verhoudingsgewijs groeit.  

Krimp monitoren 

Het hbo krijgt nu op termijn minder geld, zeker als deze krimp verder doorzet. Daarom is de Vereniging Hogescholen al aan de slag gegaan met een commissie om antwoorden te geven op deze krimp. Ook is onderzoeksbureau CHEPS ingeschakeld om een dashboard te ontwikkelen waarop deze krimp gemonitord kan worden en gevolgen in kaart kunnen worden gebracht.   

UNL denkt dat de stabilisatie van de instroom bij universiteiten een tijdelijk effect is van de herinvoering van de basisbeurs. Slechts een kleine groep studenten heeft de rekensom gemaakt dat een extra jaar basisbeurs kennelijk profijtelijker is dan een jaar eerder de arbeidsmarkt betreden.  

In de Kamer is overigens gewaarschuwd voor dit basisbeurs-effect. Dit zou namelijk betekenen dat er volgend jaar een boeggolf van basisbeursstudenten naar het hbo en wo gaat. Zulke veranderingen in de instroom hebben consequenties voor de bezetting van gebouwen en het personeelsbeleid in het hoger onderwijs. Minister Dijkgraaf heeft dit altijd ontkend en vond het veel te vroeg om hierover te spreken, hoewel hij reeds bij zijn aantreden door ambtenaren werd gewaarschuwd voor een mogelijk boeggolfeffect.  Onderzoek van Qompas, dat afgelopen zomer gepubliceerd werd, gaf de minister gelijk.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK