Hbo mist zicht op student die wil ondernemen

Nieuws | door Janneke Adema
23 november 2022 | Ondernemers en het bedrijfsleven worden vaak gezien als veroorzakers van veel maatschappelijke problemen. Volgens Thomas Lans van de HAN kunnen ze echter ook onderdeel van de oplossing zijn. Tijdens zijn installatie als lector Kansrijk Ondernemen aan de HAN pleitte Lans voor een bredere opvatting van ondernemerschap.  
Bestuurslid van de HAN Bridget Kievits installeert Thomas Lans

Raoul van Etten, directeur van de Academie Business en Communicatie van de HAN, sprak Lans toe voor zijn installatie. “Zo’n dertig jaar geleden studeerde ik zelf Bedrijfskunde in Nijmegen”, memoreerde Van Etten. “Die opleiding onderscheidde zich toen – en nu overigens ook – met een accent op de sociale kant van de bedrijfskunde. Want een bedrijf bestaat uit mensen. Die opleiding was gegrond in een wat meer Rijnlandse visie op de maatschappij. Een bedrijf of een onderneming is er niet alleen om de aandeelhouder of de eigenaar te dienen en ook niet alleen om de mensen in dat bedrijf te dienen, je hebt ook rekening te houden met het milieu.” 

Ten dienste of ten koste 

Toen Van Etten ging werken merkte hij echter hoe dominant de individuele belangen van ondernemers waren. “Er werd gezegd: ‘linkse bedrijfskunde is bedrijfskunde voor softies’. De realiteit is dat we de afgelopen dertig jaar gedomineerd zijn door een neoliberale agenda en een smalle opvatting over welvaart. Ondernemen deed je vooral goed als je veel geld verdiende en in een dikke auto reed.  

Als er maatschappelijke schade was, dan moest dat maar door iemand anders opgelost worden”, vervolgde Van Etten. “Daar heb je een overheid voor, al werken daar over het algemeen kneuzen. Dat was tenminste het beeld. Inmiddels zijn de maatschappelijke problemen zo groot dat ondernemingen niet langer ten koste van de maatschappij kunnen functioneren maar juist ten dienste moet staan van de maatschappij.”  

‘De wereld is soms wel erg donker’ 

Volgens de kersverse lector Lans is het algemene beeld van ondernemerschap somberder geworden de afgelopen twintig jaar. Als onderdeel van zijn promotieonderzoek bracht hij in 2006 een boek uit over ondernemerschap in de agrarische sector. Op de voorkant prijkt een vrolijk plaatje van een groen weidelandschap, een blauwe lucht en mensen die dromen over de kansen die er liggen. Op de voorzijde van het boek met zijn lectorale rede staat echter een eenzaam figuur die een donkere spiraaltrap op loopt. “Er zijn volgens mij veel ondernemers die het gevoel hebben dat ze in dat plaatje beland zijn”, vertelde Lans zelf. “De wereld buiten is soms wel erg donker.”

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De nieuwsbrief is exclusief toegankelijk voor abonnees en medewerkers van onze partners.

Toch is het ondernemend potentieel nog nooit zo hoog is geweest, meent de intredende lector. De Global Entrepeneurship Monitor laat zien dat een steeds groter percentage volwassenen ambitie heeft om te ondernemen of al bezig is met ondernemen. “Die betrokkenheid zit voornamelijk bij een aantal specifieke doelgroepen: vrouwen, migranten en jongeren.” Lans ziet zelf ook een enorm potentieel aan ondernemers aan de HAN. “Die studenten staan te trappelen om iets met hun ideeën te gaan doen.” 

Twee benaderingen van ondernemen

Veel midden- en kleinbedrijven hebben het echter moeilijk. “Er zijn twee realiteiten: aan de ene kant het ondernemende potentieel – dat staat te trappelen – en aan de andere kant de economische realiteit van de vijftienduizend kleinere bedrijven in de regio Arnhem/Nijmegen waar het water hoog aan de lippen staat. Die bedrijven hebben een belangrijk ding gemeen; ze leunen allemaal heel zwaar op het menselijk en het sociaal kapitaal van het team.” Uit onderzoek van onder andere MKB-Nederland Midden en de provincie Gelderland tijdens de coronacrisis bleek dat bijna vijftig procent van de ondernemers geen kansen zag voor het bedrijf, maar vooral problemen.  

De wetenschap kan deze ondernemers ondersteunen om te innoveren en nieuwe kansen te zien, maar daarvoor moet het algemene beeld van ondernemen veranderen, legde Lans uit. “In de wetenschap zien we grofweg twee benaderingen. Aan de ene kant kun je een onderneming zien als het starten en het hebben van een bedrijf. Een bredere definitie vertrekt echter vanuit het idee dat ondernemerschap ook gaat over het zien en benutten van kansen. Dat is veel meer een procesgerichte en gedragsgerichte benadering.”  

Die brede opvatting van ondernemerschap draait om het concept van waardecreatie. De waarde die ondernemerschap creëert is ook niet per se economisch, maar kan ook ecologisch, sociaal of cultureel zijn. 

Haaks 

Volgens Lans is er de laatste jaren al een verschuiving te zien; maatschappelijke waarden spelen een steeds belangrijkere rol in de afwegingen van ondernemers. “Zie ik een gat in de markt of zie ik een gat in de ozonlaag? Dus met welke bril kijk je naar die informatie en welke beslissingen ga je nemen? Dat waarde-kader heeft een steeds belangrijkere rol gekregen. Dat zijn per definitie complexe beslissingen.” 

Als voorbeeld verwijst Lans naar een vriend van hem. Naast het runnen van een sierteeltbedrijf houdt die vriend zich bezig met de bescherming van de lokale weidevogel, de ontwikkeling van een windmolenpark en het werken met jongeren uit de buurt die ondersteuning nodig hebben. Dat deed hij omdat hij het belangrijk vond om zich bezig te houden met het milieu en de mensen uit de omgeving. 

“Kortom, je ziet bij deze ondernemers een complexe mix van verschillende afwegingen en waarderingskaders. Vaak staan juist die individualistische waarden centraal, zoals zelfinteresse, autonomie en vrijheid. Die staan haaks op andere waarden zoals het goede doen, je voor anderen inzetten en voor het klimaat iets betekenen. Dat wringt, maar die komen bij elkaar bij dat soort ondernemers.” 

Verschilmakers 

Het lectoraat van Lans wil bijdragen aan de enorme uitdagingen die voor het brede mkb liggen in de stap naar een duurzame economie. Daarvoor formuleert legt Lans twee onderzoeksvragen. Ten eerste zal hij onderzoeken welke competenties nodig zijn om kansen te zien en te benutten, ten tweede zal hij onderzoeken welke ondersteuning daarvoor mogelijk is. Lans wil daarvoor in kaart brengen hoe het mkb er nu voor staat. “Er wordt ontzettend veel data verzameld in de regio. Hoe kunnen we dat bij elkaar brengen?” Volgens de lector is dit punt extra belangrijk gezien de vele miljoenen die voor de regio bestemd zijn.

Naast het monitoren van die kansen in het bedrijfsleven is het net zo belangrijk om dat te monitoren in het onderwijs, vervolgt Lans. Hij verbaasde zich over het gebrek aan zicht op de ondernemende student in Nederland. “We weten dat er zo hier en daar wel dat er wat gebeurt, maar er is niet een samenhangende monitor. Om daarin verandering te brengen, zijn we samen met het lectoraat Regio Ontwikkeling van Saxion gaan kijken hoe we op hogeschoolniveau de ondernemende intenties van studenten jaarlijks in kaart kunnen brengen en verschuivingen daarin kunnen monitoren.” 

Het Centrum van Ondernemerschap van de HAN heeft al een eerste onderzoek uitgevoerd naar de beweegredenen van studenten die geïnteresseerd zijn in ondernemerschap. De studenten moesten aangeven voor wie ze het doen – voor zichzelf of om maatschappelijke problemen op te lossen. “Uit de eerste resultaten blijkt dat driekwart het voor zichzelf doet. Wat zou het mooi zijn als we over vijf of tien jaar konden zeggen, dat percentage is niet meer 75 procent maar nog maar 25 procent. In die grote groep, daar zitten de verschilmakers; degene die willen ondernemen voor de ander of voor elders.” 

Janneke Adema : 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK