Kabinet laat studieschuld anders meewegen bij hypotheekaanvraag

Nieuws | de redactie
3 november 2022 | Wie tussentijds extra aflost op een studieschuld, zal vanaf 2024 een hogere hypotheeklening kunnen krijgen. Dat schrijft minister De Jonge aan de Tweede Kamer. Het kabinet introduceert een nieuwe methodiek die de positie van oud-studenten op de woningmarkt verbeteren. De toenemende leenruimte kan echter ook tot stijgende huizenprijzen leiden, wat het effect doet verdampen.
Beeld: qbanez (CC-BY-3.0) – bijgesneden

In de toekomst moet een studieschuld op een andere manier worden gewogen bij een hypotheekaanvraag. Dat schrijft minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, mede namens zijn collega’s Dijkgraaf (OCW) en Kaag (Financiën) aan de Kamer. In de nieuwe manier van wegen zal worden gerekend met de actuele studieschuld. Dat gebeurt nu niet. De nieuwe methodiek moet per 1 januari 2024 worden ingevoerd. Eerder gaat niet, want zowel DUO als kredietverstrekkers moeten genoeg tijd hebben om de wijziging door te voeren. 

De voornaamste reden voor de invoering van de nieuwe methodiek ligt in het feit dat tussentijdse extra aflossingen op een studieschuld onvoldoende worden meegewogen in de berekening van een maximale hypotheeklening. Hieronder wordt dat uitgelegd. 

Studieschuld verlaagt toegestane hypotheeklening 

In een bijgevoegd leennormenadvies van het Nibud wordt uiteengezet dat de maximale omvang van een hypotheeklening nu wordt berekend aan de hand van de toegestane maandlasten. Zijn die maandlasten duizend euro en is de hypotheekrente 2,75 procent, dan bedraagt de maximale hoogte van de hypotheeklening 245.000 euro over een looptijd van dertig jaar. Moet een oud-student echter ook vijftig euro per maand aan studieschuld aflossen, dan kan nog slechts 950 van de duizend euro aan toegestane maandlasten voor aflossing van de hypotheek worden gebruikt. Onder bovenstaande voorwaarden zou de maximale hoogte van de hypotheeklening dan zo’n 12.250 euro lager zijn. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Hoe hoog de maandelijkse aflossing van de studieschuld precies is, hangt af van zowel de omvang van de schuld als de looptijd. Hoe korter de looptijd, hoe hoger het maandbedrag. De maandelijkse aflossing wordt nu dus van tevoren bepaald en is over heel de aflossingsperiode gelijk.  

In de bepaling van die maandelijkse aflossing wordt ook het risico op een rentestijging van 1,5 procent meegenomen. Een stijgende rente betekent immers een stijgende maandlast, en de rente op studieschulden staat maar voor vijf jaar vast. Een rentestijging is denkbaar met de huidige economische ontwikkelingen, schrijft het Nibud. De praktijk bevestigt dat.  

Minder leenruimte dan zou mogen 

Een oud-student kan echter ook meer aflossen dan het maandelijkse bedrag dat door DUO wordt voorgerekend, bijvoorbeeld door tussentijds losse bedragen af te lossen of de maandelijkse aflossing te verhogen. In dat geval neemt de studieschuld sneller af dan van tevoren is voorzien. 

Vraagt een oud-student in die situatie nu een hypotheeklening aan, dan wordt het reeds afgeloste bedrag aan studieschuld achterwege gelaten en wordt de maandelijkse last van de studieschuldaflossing bepaald op basis van het nog openstaande bedrag, schrijft het Nibud. Daarmee groeit het deel van de maximaal toegestane maandlasten (de duizend euro uit het voorbeeld hierboven) dat aan de aflossing van een hypotheeklening kan worden besteed.  

In de praktijk blijkt echter dat het effect van extra aflossingen die na het begin van de aflosperiode plaatsvinden kleiner is dan het zou moeten zijn. Oftewel, het deel van de maandelijkse duizend euro dat naar de aflossing van de hypotheeklening zou kunnen gaan is dan eigenlijk groter dan de systematiek uitwijst. Een oud-student zou in dat geval dus een hogere hypotheeklening moeten krijgen dan het huidige systeem toelaat. 

Methodiek op basis van actuele studieschuld 

Om ervoor te zorgen dat deze oud-student wél de hypotheeklening kan krijgen waarop ze aanspraak maakt, zal het kabinet per 2024 een nieuwe methodiek invoeren. Daarin wordt standaard gerekend met de actuele studieschuld, wat de eventuele handmatige aftrek van reeds afgeloste studieschuld overbodig maakt. Daarmee zal het hierboven beschreven euvel voorkomen worden krijgen hypotheekverstrekkers een accurater beeld van de leenruimte.  

Het valt echter te bezien of deze maatregel oud-studenten daadwerkelijk een “verbeterde positie geeft bij aankoop van een woning”, zoals De Jonge schrijft

De nieuwe systematiek is overigens niet zonder nadelen, want de berekening zal meer tijd kosten terwijl de uitkomst niet zal verschillen voor oud-studenten die niet extra hebben afgelost op hun studieschuld.  

Ook basisbeurs en langere aflossingstermijn helpen 

Ook de herinvoering van de basisbeurs (waardoor studieschulden zullen afnemen) en de aflossingstermijn van vijfendertig jaar (die onder het oude basisbeursstelsel vijftien jaar was) hebben een positieve invloed op de maximale hypotheeklening. Hoe lager de schuld en hoe langer de aflossingstermijn, hoe lager het maandbedrag.  

Het valt echter te bezien of deze maatregel oud-studenten daadwerkelijk een “verbeterde positie geeft bij aankoop van een woning”, zoals De Jonge schrijft. Het is namelijk niet de enige maatregel die minister aankondigt. Zo mag vanaf 2023 een tweede inkomen volledig worden meegenomen bij de bepaling van de maximale hypotheeklening.  

Zolang het aanbod van huizen niet stijgt, zal een verruiming van de leenruimte voor tweeverdieners en oud-studenten waarschijnlijk slechts leiden tot hogere huizenprijzen, waardoor het effect van de maatregel verdampt.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK