‘Open Education verbetert het onderwijs, maar het moet duurzamer’

Interview | door Janneke Adema
18 november 2022 | Voor Robert Schuwer, lector Open Education Resources bij Fontys Hogeschool, zijn open leermaterialen de sleutel tot toegankelijk onderwijs voor iedereen. Echter, materialen ‘open’ maken is niet genoeg, de inhoud moet van hoge kwaliteit zijn en onderhouden worden. Maar hoe? “Idealiter zie ik dat gebeuren in een vak-community”, vertelt hij aan ScienceGuide. “Verbeteringen van anderen komen ten goede aan de hele community. Daarmee blijft het zijn waarde behouden.”
Robert Schuwer

Vorige maand won Schuwer de Lifetime Achievement Award van de organisatie Open Education Global, een prijs die hij niet aan zag komen. De Award komt op een opvallend moment, omdat de Fontys-lector Open Educational Resources binnenkort met pensioen gaat. “Ik vermoed dat dat wel mee heeft gespeeld”, vertelt hij. “Ik draai al best lang mee, ook in die OE Global. Bijna vanaf het begin ben ik er al bij aangesloten.”

Kansen verbreden

Toch was de lector niet vanaf het begin van zijn carrière bezig met open leermaterialen. Ooit studeerde hij Wiskunde in Nijmegen. “Toen heette het nog een doctoraal Wiskunde”, zegt hij gniffelend. “Ik was een doctorandus.” Na zijn studie begon hij in 1980 als wiskundedocent. “Toen was er een overschot aan docenten – dat kan je je nu bijna niet meer voorstellen.

Als jonge docent moest ik ieder jaar afwachten of ik nog wel uren kreeg. Ik dacht, zo kan je geen loopbaan opbouwen, laat ik mijn kansen verbreden. Toen ben ik informatica gaan studeren naast mijn baan.” Schuwer werkte daarna drie jaar in het bedrijfsleven voordat hij terugkeerde naar het onderwijs.

“Het werken met Open leermaterialen is echt pas gekomen toen ik bij de Open Universiteit werkte in 2006”, vervolgt hij. “De toenmalige rector, Fred Mulder, vroeg zich af wat open leermaterialen voor de OU konden betekenen. Toen heeft hij een stel geldschieters gevonden van buiten de universiteit en heeft hij een project gedefinieerd. Daarna vroeg hij aan mij, ‘Wil jij de projectleider zijn?’ Zo ben ik erin gerold. Daarna raakte ik er steeds meer bij betrokken, zeker sinds ik lector ben bij Fontys.”

Amerikaanse toestanden

“Uiteindelijk gaat Open Education om het weghalen van drempels om de toegang tot onderwijs te verbeteren. Dat is ook waardoor ik erdoor gegrepen ben. Dat is wat mij betreft de kern van Open Education en open leermaterialen. Door materialen vrij aan te bieden haal je de financiële drempel weg.”

Schuwer wijst erop dat Open Education het onderwijs ook kan verbeteren. “De tweede eigenschap van open leermaterialen is dat je het mag aanpassen als docent. Dat maakt dat je leermaterialen ook passend kan maken voor jouw eigen situatie. Een casus die niet zo goed past, kan je vervangen door een eigen casus. Dat mag bij open leermaterialen, waardoor je dus leermaterialen krijgt die beter afgestemd zijn op de context waarin je lesgeeft.

In Nederland is die toegangsvraag minder groot dan bijvoorbeeld in de Global South. Toch krijg ik ook verontrustende signalen binnen, zeker over de hogescholen in de Randstad. Daar begint het toch een beetje op Amerikaanse toestanden te lijken, omdat onderwijs steeds moeilijker betaalbaar is voor de gemiddelde student. Op die manier kan ook op leermaterialen beknibbeld worden.”

“Gratis is natuurlijk ook maar relatief. Ergens moet een rekening betaald worden.”

Met toegankelijke leermaterialen kan het onderwijs beter aansluiten op de belevingswereld van de studenten, wat ook resulteert in leuker onderwijs. Schuwer wil het echter niet te veel hebben over de invloed op de leerprestaties van de studenten. “In Amerika zijn veel onderzoeken uitgevoerd want daar kwam die vraag iedere keer naar boven. Het blijkt dat als er een verschil is in prestaties door open leermaterialen, dat vooral terug te voeren is op het feit dat de toegankelijkheid van de leermaterialen groter is.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Studenten die een commercieel boek moeten gebruiken bij een cursus wachten misschien met de aankoop van het boek.” Volgens Schuwer twijfelen studenten vaak over de aankoop van zo’n boek doordat ze onzeker zijn of ze de cursus wel willen afmaken of omdat ze er geen geld voor hebben. “Daardoor hebben zij direct een achterstand op de studenten die vanaf dag één dat boek wel hebben. Sommige onderzoeken wijzen uit dat dat op het tentamen een punt scheelt. Dat is nogal wat.

Dat heeft niets te maken met de inhoud van de leermaterialen en alles met de beschikbaarheid. Dat is eigenlijk ook heel logisch. Als het materiaal waarmee je werkt goed is en je plakt er een sticker op van ‘het is open’, dat verandert het leermateriaal zelf niet fundamenteel. Het gaat om wat je ermee doet. Daarmee komt het dus echt aan op de rol van de docent. Dat leermateriaal in handen van de docent met alle kennis, ervaring en creativiteit, dat maakt goed onderwijs. Dat merkt de student er dan van.”

Het businessmodel

Zo lijken open leermaterialen ideaal, maar Schuwer wijst erop dat het toch knap lastig is gebleken om een Open Education infrastructuur in stand te houden. “Gratis is natuurlijk ook maar relatief”, vertelt hij, “want het is misschien voor de gebruiker gratis maar iemand moet ze maken. Daarnaast moeten ze ergens beschikbaar worden gesteld, vaak doormiddel van een digitale infrastructuur. Het kost ook geld om die in de lucht te houden. Ergens moet er dus wel een rekening betaald worden. Dat is al een van de drempels: wie betaalt die rekening?”

De duurzaamheid van Open Education was vanaf het begin al een vraagstuk. “Of eigenlijk het businessmodel erachter. Hoe kan je dat nou regelen?” Schuwer is zeer te spreken over de rol die de Nederlandse overheid hierin neemt. “Veel van die projecten beginnen met een initiële subsidie. De overheid is daar heel actief in met allerlei stimuleringsregelingen voor open leermaterialen. Zij hebben dat echt hoog in het vaandel staan. De Nederlandse overheid is een van de voorlopers op overheidsgebied in de wereld. Dat mag ook wel eens gezegd worden.

Maar vervolgens is de projectsubsidie voorbij. En dan? Daar komt die verduurzamingsvraag kijken, want dan heb je in zo’n project een hele collectie open leermaterialen ontwikkeld, maar als je die niet onderhoudt, is de waarde na twee jaar weer weg. Hoe regel je dat nou? Dat zijn de lastigere vraagstukken. Met mijn onderzoek heb ik geprobeerd daar een steentje aan bij te dragen, maar daar is nog veel meer onderzoek nodig.”

Mediatheekmedewerkers en bestuurders

Daarnaast hebben docenten zelf vaak hun bedenkingen, vertelt Schuwer. Ze zijn bang dat ze veel tijd en moeite stoppen in iets waar een ander mee gaat pronken, of ze zijn van mening dat ze persoonlijk eigenaar zijn van de leermaterialen die ze hebben ontwikkeld. “Dat hoor je zeker op universiteiten. Daar hoor je ook het geluid: ‘Ieder uur wat ik aan onderwijs besteed, kan ik niet aan onderzoek besteden en daarop word ik wel afgerekend.’ Dat is een hele grote drempel. Daarom ben ik ook zo blij met de Erkennen en Waarderen initiatieven die nu lopen. Daar kan goed omgaan met open leermaterialen ook bij horen. Dat je daar ook op gewaardeerd en erkend  wordt en dat het niet slecht is voor je carrière.

Andere docenten stuiten op veel onduidelijkheid over wat mag en wat niet. “Er is ondersteuning voor nodig. Er komen best veel aspecten kijken bij het maken, delen en hergebruiken van open leermaterialen. Het aspect van het auteursrecht wordt heel vaak genoemd. De gemiddelde docent heeft niet voldoende kennis om daarmee aan de gang te gaan. Daar kunnen mediatheekmedewerkers een rol spelen.” Ook bestuurders moeten volgens Schuwer hun medewerkers actief aanmoedigen om met Open Education aan de slag te gaan.

Van wie is de data?

“Het is echt een complex speelveld”, verzucht Schuwer. “Dan heb ik nog niet eens de samenwerking met de commerciële bedrijven genoemd. Het wordt vaak gezien als een tegenstelling en ik moet eerlijk zeggen, daar ben ik in het verleden zelf ook schuldig aan geweest. Langzamerhand denk ik, het is geen wij-tegen-zij. Het moet echt veel meer een samenwerking worden, maar wel onder de regie van de instellingen. Dat is heel belangrijk.”

Schuwer benadrukt daarom het belang van de verklaring ‘Regie op leermaterialen’ uit het Versnellingsplan. “Als je er niet slaagt om die samenwerking voor elkaar te krijgen, dan is de kans groot dat het niet meer dan gerommel in de marge is. En dat het nooit echt mainstream gaat worden om open leermaterialen in combinatie met commerciële leermaterialen te gebruiken en uitgevers te betrekken die daar een rol in kunnen spelen.

Het gaat namelijk om digitale leermaterialen die ergens afgespeeld moeten worden. Soms is dat heel simpel; een pdf-applicatie op je eigen computer, dat is niet zo spannend. Maar zeker als het gaat om bijvoorbeeld animaties of simulaties, dan heb je een digitaal platform nodig om die materialen ook echt te kunnen gebruiken. Dat platform is – als het gaat om commerciële leermaterialen – ook het platform van dat bedrijf die dat aanbiedt. Daar komt ook data vrij. Maar de gebruiksdata van de studenten, wie is daar eigenaar van? Mogen instellingen daar ook gebruik van maken?”

Gesprekken met docenten over open leermaterialen gaan binnen twee minuten over auteursrechten. Dan zie je hun ogen glazig worden”

Instellingen moeten daarom de mogelijkheid hebben om hun eigen voorwaarden te stellen in samenwerkingen met commerciële bedrijven, stelt Schuwer. Op de vraag of hij bang is dat bedrijven misschien niet willen samenwerken als ze aan die voorwaarden moeten voldoen reageert hij luchtig. “Daar ben ik niet zo bang voor. Er gaat natuurlijk best veel geld om in het onderwijs, dus het is best interessant voor bedrijven om daarbij aangesloten te zijn. Het is toch een miljarden business, zeker het onlineonderwijs.” Wel benadrukt hij dat het moeilijk kan zijn voor individuele instellingen om tot de juiste afspraken te komen; daar moet het hoger onderwijs de krachten voor bundelen.

De laatste tijd is het algemene beeld van open leermaterialen veranderd, zegt Schuwer. Docenten zien ze minder als handig hulpmiddel in de les en meer als een instrument om het onderwijs te verbeteren. Door vanuit die lens te kijken is het duidelijker voor docenten wat het voordeel is van Open Education. “Mijn ervaring is, gesprekken met docenten over open leermaterialen gaan binnen twee minuten over auteursrechten. Dan zie je hun ogen glazig worden, want hun passie zit in goed onderwijs. Als je ze kan helpen om hun onderwijs beter te maken, en dat waar ze tegen aan lopen te verbeteren met open leermaterialen, dan heb je ze. Als docenten daar de waarde van inzien, dan snappen ze wel dat er ook nog zoiets is als auteursrechten. En als ze daar ook nog mee geholpen worden, dan heb je die drempel veel lager.”

De waarde behouden

In het discours over Open Education gaat het vaak over leermaterialen delen, maar veel minder vaak over het hergebruiken van wat er beschikbaar is. “Dat is in de hele Open wereld best een ondergeschoven kindje”, vertelt Schuwer. “Er is eigenlijk heel weinig bekend over hoe die leermaterialen gebruikt worden.” Er moet volgens hem daarom meer onderzoek komen naar het hergebruik van leermaterialen. “Ook voor docenten zelf, want die zijn best wel benieuwd. Het zou mooi zijn als anderen dat leermateriaal verbeteren en dat jij dat dan ook ziet. Dat het onderhoud van de materialen zo niet alleen bij de oorspronkelijke auteur komt te liggen.

Idealiter zie ik dat gebeuren in een vak-community. Als het gaat om leermaterialen dan praat je namelijk met gelijkgestemden. Die zouden eigenaarschap moeten voelen voor de collectie van materialen die ze maken.” De leden van die gemeenschap houden dan collectief de kwaliteit in de gaten en updaten de stof naar de actualiteit. “Verbeteringen van anderen komen ten goede aan de hele community. Daarmee blijft het zijn waarde behouden.

Een community-gebaseerde verduurzaming van de collectie leermaterialen ligt ook het dichtst bij de docenten. Zij zijn de hele dag met niets anders bezig dan het delen van hun kennis, ook met gelijkgestemden. Het eigenaarschap van die materialen ligt dan ook bij die hele community. Dat zou voor mij de ideale situatie zijn.”

Kwaliteit niet gestandaardiseerd

Volgens Schuwer zijn Open Education en Open Science daarnaast onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hij wijst erop dat, zeker bij masteropleidingen, onderzoekspapers een belangrijke bron vormen. “Op het moment dat zo’n paper open access is en je gebruikt die in het onderwijs, dan is het dus een open leermateriaal. Dat ligt voordehand.” Daarnaast hebben Open Science en Open Education dezelfde achterliggende principes, volgens Schuwer. “Je wil de toegang tot kennis, of dat nu in de vorm is van onderzoeksresultaten of in de vorm van leermaterialen vergroten. Leermaterialen kan je zien als de neerslag van onderzoeksresultaten in een begrijpelijke vorm, een vorm waarin het leerbaar is.”

Daarnaast kunnen docenten veel leren van Open Science. Schuwer stelt dat bepaalde systemen die de kwaliteit van het onderzoek waarborgen mogelijk ook toepasbaar zijn in het onderwijs, zoals het peerreview stelsel. “De kwaliteit van open leermaterialen is niet zo gestandaardiseerd. Dat is het issue nu: hoe weet ik dat ik met kwaliteit te maken heb?”

Alleen Open Access journals

De lector hoopt dat Open Education in de toekomst mainstream wordt. “Dat betekent dat het eigenlijk geen vraag meer moet zijn of we met open leermaterialen werken; het moet een vanzelfsprekendheid zijn. Het beste materiaal moet gewoon beschikbaar worden voor het beste onderwijs. Dat mag geen belemmering meer zijn. Daarmee krijg je dus een optimale toegankelijkheid van het onderwijs voor iedereen.”

De komende tijd gaat Schuwer van zijn pensioen genieten, ook al is hij niet van plan om achter de geraniums te gaan zitten. “Ik zie wel wat er op me afkomt”, vertelt hij lachend. Collega’s hebben al gepolst of hij te porren is voor toekomstige projecten en hij staat open voor interessante peerreview-klussen, maar alleen voor Open Access journals.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK