‘Universiteiten mogen vaker hogeschooltje spelen’ 

Nieuws | de redactie
21 november 2022 | Universiteiten kunnen nog veel leren van hogescholen als het gaat om de verbinding met de samenleving, zeggen Jeroen Geurts, rector van de VU, en Ionica Smeets, hoogleraar wetenschapscommunicatie.

De dies natalis van de Vrije Universiteit stond in het teken van Erkennen en Waarderen. De nieuwe rector van de VU, Jeroen Geurts is een van de trekkers van het landelijke programma en zei dat hij merkt dat er een kleine revolutie ruist door de gangen van VU. Dat is ook nodig, want veel mensen aan de universiteit zijn ontevreden, zei hij. “Het probleem is dat de academische gemeenschap zich in toenemende mate afzet tegen de manier hoe zij erkend en gewaardeerd worden. Talent, zo vinden onze mensen, wordt onvoldoende benut.” 

We maken eenheidsworsten 

Te veel en te lang heeft de universiteit zich ingezet om een bepaalde worst te produceren, weet Geurts uit eigen ervaring. “We maken eenheidsworsten wanneer wij mensen vragen zich te richten naar een bepaald kader dat bepaalt wat een goede onderzoeker of een goede docent zou moeten zijn. Ik zelf ben als onderzoeker opgegroeid met het beeld dat bepaalde beurzen goed waren en andere niet, dat bepaalde publicaties goed waren en anderen niet, en dat bepaalde studenten goed waren en anderen niet.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Het carrièrepad heeft te lang bestaan uit competitie met de verkeerde prikkels, zei Geurts. “Wij leerden dus niet dat talent divers is en dat je verscheidenheid juist moet benutten. Wij leerden ons te richten naar beloningsprikkels die in het systeem zaten. Als je omhoog wilde op de carrièreladder, dan moest je beter zijn dan de rest, maar liever niet te zeer anders.” 

Niet alleen iets maar ook iemand worden 

Een voorbeeld van dat anders-zijn kan het toeleggen op onderwijs zijn, zei de rector. “Er is meer nodig in het onderwijs als we willen dat elke student bereikt wordt. Zodat onze volgende generatie denkers niet alleen iets maar daadwerkelijk ook iemand worden. Ik zie als rector geweldige initiatieven rondom onderwijs op onze eigen universiteit. Die worden gerealiseerd door jonge en ervaren docenten, maar aan hun inspanningen wordt te weinig perspectief geboden. Datzelfde geldt voor onderzoekers en docenten die aan maatschappelijke of economische impact werken. Ook de wetenschapscommunicatie wordt nog niet goed genoeg erkend en gewaardeerd.” 

Wetenschapscommunicatie werd lange tijd gezien als een aardige hobby, zei Geurts. “Dat deden mensen erbij. Dat doet deze zelfstandige discipline onvoldoende recht. Wetenschapscommunicatie is cruciaal als verbindingselement tussen wetenschappers en de wetenschap en de maatschappij.” 

Traditioneel en hiërarchisch 

Jos Akkermans, UHD Sustainable Careers and Organizational Behavior aan de VU, zette tijdens het podiumgesprek uiteen waarom de academische arbeidsmarkt enorm ouderwets is.  “De klassieke loopbaanladder bestaat voor de meeste mensen niet meer. Die is onvoorspelbaarder en ongestructureerd geworden. Als je dan kijkt naar de universitaire loopbaan, dan is die juist heel erg traditioneel en hiërarchisch. Die oude academische ladder dwingt je in de discipline, dan weet je wat je moet doen om zo snel mogelijk omhoog te komen.” 

Akkermans is vanuit zijn expertise bezig om de nieuwe loopbaanprofielen op de VU te laten aansluiten op Erkennen en Waarderen. “We zijn nu bezig met de herziening van loopbaanprofielen, en ik kan nu al verklappen: daar zitten ook accenten in die betrekking hebben op onderzoek, onderwijs, maar ook impact. Als dat gaat gebeuren, dan hoeft publiceren niet meteen tot toppublicaties te leiden, maar kunnen topinterventies in het onderwijs of in de praktijk ook leiden tot succes.” 

Publiceren om resultaten te delen 

De President van de KNAW, Marileen Dogterom, beaamde dat de publicatiedruk op de universiteit soms is doorgeschoten, maar betoogde dat dit voor sommige vakgebieden onontkoombaar is. “Publiceren kan ook een manier zijn om impact te hebben, maar het moet niet een doel op zich worden. Dat is het publiceren soms wel. Als iemand gaat tellen hoeveel er gepubliceerd is, dan schiet het zijn doel voorbij. Dat neemt niet weg dat publiceren een uitstekende manier is om resultaten met elkaar te delen, afhankelijk van het onderzoek dat je doet.” 

Marc Van Ranst, de bekende epidemioloog uit Vlaanderen die tijdens de dies een eredoctoraat van de VU kreeg, noteerde dat aan zijn KU Leuven de panelen rondom publicatiedruk aan het schuiven zijn. “Op een bepaald moment werd alles gereduceerd tot cijfertjes, het aantal artikelen, impactfactoren, citaties, en op een bepaald moment zelfs één cijfer: een h-index. Daar is men nu een beetje vanaf gestapt; men wil nu de publicaties waar jij als onderzoeker het meest trots op bent. Voor sommigen zijn dat vijf Nature-papers, voor een ander is dat onderwijsgerelateerd of het schrijven van beleidsadviezen voor één of andere regering, want daar hebben we er een paar van in België.” 

Het E&W-virus 

De eveneens aanwezige minister van OCW, Robbert Dijkgraaf, hield een pleidooi om het Erkennen en Waarderen-programma ook te gaan inzetten in het beroepsonderwijs. “Het is prachtig dat Erkennen en Waarderen binnen de universiteit aandacht heeft, maar eigenlijk zou het aandacht moeten hebben in het hele onderwijs. Ik ben ook minister voor het hbo en mbo, en men ziet dat deze discussie daar niet speelt. Ik hoop dat het Erkennen en Waarderen-virus kan ontsnappen uit het universitaire laboratorium en de rest van de samenleving gaat infecteren.” 

Om een ander element van Erkennen en Waarderen te bespreken was Ionica Smeets uitgenodigd. Als hoogleraar Wetenschapscommunicatie is zij nu een van de kwartiermakers voor een nieuw centrum voor wetenschapscommunicatie. “Als je binnen Erkennen en Waarderen wetenschapscommunicatie wilt waarderen, moet je ook weten wat je ermee wil”, zo waarschuwde Smeets.  

Een betere Powerpoint 

Heel veel mensen zijn daar nog niet, zei Smeets. Ze kwam met een eigen voorbeeld. “Wij vragen nu ook wat een Nationaal Centrum voor Wetenschapscommunicatie kan doen. En dan hoor ik: ‘zorgen dat onze Powerpoint er beter uitziet.’” 

Volgens Smeets kunnen universiteiten op het gebied van communicatie met de samenleving nog veel leren van het hbo. “Bij Praktijkgericht onderzoek is het heel normaal om die verbinding te zoeken met de samenleving. Laatst sprak ik een lector Forensische Technieken. Die werkt onafgebroken met de politie en met de rechtspraak. Ik denk dat we ook heel van elkaar moeten leren.” 

Hogescholen die universiteitje spelen 

Samen met de andere kwartiermaker, Alex Verkade van Regieorgaan SIA, is ze tot de conclusie gekomen dat universiteiten wat vaker naar het hbo kunnen kijken. “Ik werk samen met Alex Verkade, die van de hogescholen komt, en we hebben het er soms over dat hogescholen ‘universiteitje’ proberen te spelen. In sommige opzichten mogen de universiteiten best meer ‘hogeschooltje’ spelen.” 

Daarmee was de VU-rector het helemaal eens. “Wij zien dat hogescholen en universiteiten veel meer moeten samenwerken. Dat gekke onderscheid tussen hogescholen en universiteiten, waarbij het een hoger is dan het andere, daar moeten we vanaf. Als je praktisch geïnteresseerd bent, dan ga je naar een hogeschool, en als je veel theoretischer geïnteresseerd bent, dan ga je naar een universiteit. Er moet dus veel meer wisselstroom komen tussen universiteiten en hogescholen.” 

Geurts is het ook eens met Ionica Smeets dat universiteiten vaker naar het hbo moeten kijken als het gaat om de verbinding met de praktijk. “Wij moeten kijken waarom zij die communicatie beter weten te doen”, zei hij. De VU-rector had wel een verklaring voor dat verschil. “De hogeschool is meer gewend om met maatschappelijke partners samen te werken. De universiteit begint dat nu ook goed te leren, maar wij hebben soms het idee dat we binnen deze muren heel goed onderzoek doen en dat het zo wel goed is. Daar moeten we een beetje uit.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK