‘Kabinet gebruikt geld voor studenten om eigen fouten goed te maken’

Nieuws | de redactie
13 december 2022 | De hoogte van de nieuwe basisbeurs moet beter worden onderbouwd, vindt de Tweede Kamer. Volgens Volt is het bedrag van een miljard slechts gebaseerd op een politiek compromis in plaats van de behoeftes van een student.  
De Tweede Kamer tijdens het begrotingsdebat van OCW

De vaste commissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft gereageerd op het wetsvoorstel voor de herinvoering van de basisbeurs. Net als de Raad van State vragen veel oppositiepartijen om een betere onderbouwing van het beschikbare bedrag van een miljard. Daarnaast wijzen BIJ1, GroenLinks, SGP en DENK erop dat studenten die nog bezig zijn met hun studie en geen recht meer hebben op de prestatiebeurs buiten de boot vallen. 

Een politiek compromis 

Volgens het advies van de Raad van State was de onderbouwing voor de herinvoering van de basisbeurs onvoldoende. In 2015 werd de basisbeurs onder andere afgeschaft omdat het groeiende studentenaantal de regeling op den duur onhoudbaar zou maken. Oppositiepartij GroenLinks wijst erop dat er inmiddels een recordaantal studenten staat ingeschreven. Bovendien waarschuwde de minister van Financiën in het FD dat er mogelijk bezuinigingen aan zullen komen vanwege de verwachtte recessie. GroenLinks vraagt zich af of de nieuwe basisbeurs daardoor ook in gevaar is.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De Raad van State wees er ook op dat de hoogte van de basisbeurs onvoldoende is onderbouwd. Volgens Volt berust het bedrag van een miljard op een politiek compromis in plaats van een inhoudelijk argument. Volt, GroenLinks, PvdA en BIJ1 vragen daarom om een inhoudelijke onderbouwing van het beschikbaar gestelde bedrag. Ook verwijzen de partijen naar het voorstel van het SER Jongerenplatform, dat stelt dat een student die 12 uur per week werkt, schuldloos zou moeten kunnen studeren. De partijen vinden dan ook dat het kabinet bij het vaststellen van de hoogte van de beurs beter moet kijken naar de behoefte van de student. 

Positieve effecten van halvering collegegeld

In het wetsvoorstel is ook besloten dat de halvering van het collegegeld wordt afgeschaft zodat de aanvullende beurs voor meer mensen beschikbaar is. Uit een evaluatie blijk dat de halvering van het collegegeld een positief effect heeft voor studenten met armere ouders en studenten met een migratieachtergrond – juist de groepen die het moeilijker hebben in het hoger onderwijs.  

GroenLinks vraagt zich daarom af of er plannen zijn om te zorgen dat de positieve effecten van die maatregel ondervangen zullen worden. Verschillende partijen vragen het kabinet daarnaast om een overzicht van de bespaarde kosten als de maatregel afgeschaft wordt en hoe dat bedrag besteed zal worden. 

Een fout van de overheid 

De PvdA wijst erop dat de afschaffing van de basisbeurs al een negatieve impact had voor eerstegeneratiestudenten, studenten met een migratieachtergrond en studenten met een functiebeperking, die daardoor vaker afzagen van een studie. DENK vraagt het kabinet tevens wat de verwachtingen zijn voor de doorstroom van het mbo naar het hbo. 

GroenLinks vindt de afschaffing tevens problematisch omdat de regering een deel van het vrijkomende geld gebruikt voor problemen die volgens de partij de schuld van de regering zelf zijn. Als voorbeeld geeft GroenLinks de studenten die wel recht hebben op een aanvullende beurs maar die niet aanvragen omdat de communicatie vanuit de overheid tekort schiet. Volgens het wetvoorstel wordt een deel van het beschikbare miljard gebruikt om deze studenten te bereiken. Volgens GroenLinks is dat echter een fout van de overheid en zou het moeten worden opgelost buiten het budget voor de basisbeurs. 

Studieschuld van leraren 

De halvering van het collegegeld wordt nu onder andere gebruikt om de drempel voor de lerarenopleiding te verlagen. Om deze sector tegemoet te komen stelt de PvdA voor om (een deel van) de studieschuld van leraren kwijt te schelden.  

Veel partijen vinden daarnaast de tegemoetkoming voor de pechgeneratie te laag. De PvdA wijst op de motie-Vos die door de Eerste Kamer werd aangenomen en de regering verzoekt om naar andere mogelijkheden voor compensatie te zoeken. Volt, SP en BIJ1 vragen zich ook bij de tegemoetkoming af hoe de regering op het beschikbare bedrag van een miljard is gekomen en vragen om verheldering. 

Levensonderhoud 

Volgens BIJ1, GroenLinks, SGP en DENK is er opnieuw een groep die buiten de boot valt met het huidige wetsvoorstel. Studenten die al door de jaren voor een prestatiebeurs heen zijn – nu behelst dat het ov-reisproduct en een eventuele aanvullende beurs – maar nog wel studeren, hebben geen recht op de basisbeurs. BIJ1 wijst erop dat ook deze studenten te maken hebben met een hoge inflatie, terwijl er geen koopkrachtregeling zoals de tijdelijke verhoging van de basisbeurs voor ze bestaat. 

Verschillende partijen vragen zich af of de recente stijging van de kosten voor levensonderhoud de effecten van de basisbeurs teniet zal doen. Volt vraagt de regering of die voornemens is de inkomensgrens van de aanvullende beurs opnieuw te verruimen als blijkt dat het effect van de eerdere verruiming onvoldoende is. 

Rente naar beneden 

Een aantal partijen vragen zich af of studenten beter geïnformeerd moeten worden over de gevolgen van een studielening. De PvdA en BIJ1 stellen voor dat DUO een ‘geld-lenen-kost-geld’ waarschuwing op de site plaatst, zoals verplicht voor commerciële kredietverstrekkers. GroenLinks vraagt daarnaast of het kabinet kan garanderen dat de rente op studieschulden de komende jaren niet omhooggaat wanneer de regering te maken krijgt met financiele tegenvallers. Het CDA vraagt de minister om te onderzoeken of het mogelijk is om het rentestysteem aan te passen. De partij wil behouden dat de rente voor afgestudeerden voor vijf jaar vaststaat, tenzij de rente lager uitvalt. Zo kan het percentage wel naar beneden worden bijgesteld binnen die periode van vijf jaar. 

De ChristenUnie wil daarnaast dat de terugbetalingsvoorwaarden voor mbo-studenten beter wordt gelijkgetrokken met de voorwaarden voor ho-studenten. Doordat de rente voor het mbo anders wordt vastgesteld, betalen die studenten komend jaar 1,78 procent rente in plaats van 0,46. De ChristenUnie wijst erop dat de rente voor deze groepen de afgelopen jaren gelijk was, en dat er nu een ongelijkheid ontstaat. Minister Dijkgraaf is van plan dit gelijk te trekken, maar de CU vraagt of er een overgangsregeling kan komen voor de groep mbo-studenten die de komende tijd afstudeert. 

Studieaflossingsaftrek 

In het wetsvoorstel houdt de regering vast aan een aflossingstermijn van 35 jaar voor mensen met een studieschuld. Hoewel dit volgens het kabinet een socialere regeling is omdat de termijnbedragen dan lager uitvallen, wijst de SP erop dat het onwenselijk is om zo lang vast te zitten aan een studielening, gezien de gevolgen voor leningen in de toekomst, bijvoorbeeld bij de aanvraag van een hypotheeklening. De partij stelt daarom voor om oud-studenten de keuze te geven tussen een aflossingstermijn van 35 of van 15 jaar.  

De BBB vraagt het kabinet om de optie van een ‘studieaflossingsaftrek’ te onderzoeken, vergelijkbaar met de hypotheekrenteaftrek. Ook de SGP vraagt zich af of het kabinet de optie van een fiscale aftrek, gekoppeld aan de aflossing, heeft overwogen in de plaats van een tegemoetkoming. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK