Student uit armere wijk gebruikt negatief imago als stimulans

Nieuws | de redactie
7 december 2022 | Onderzoekers hebben vaak de neiging om jongeren uit armere buurten te zien als een uniforme groep die vooral negatief door de leefomgeving wordt beïnvloed. Dat is wellicht te simplistisch, schrijven onderzoekers van de Universiteit Utrecht. Zij onderzochten de aspiraties op het gebied van onderwijs en werk bij jonge mannen uit twee armere Utrechtse wijken. 
Beeld: Frans van Rooden

Uit de jongste ‘monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs’ bleek afgelopen zomer wat al vaak is gebleken: studenten uit armere gezinnen en studenten met een niet-westerse migratieachtergrond (die vaak uit een arm gezin of wijk komen) hebben het lastiger in het hoger onderwijs. Ze boeken slechtere resultaten, vallen vaker uit, wisselen vaker van studie en lopen vaker een studieachterstand op. 

Het is echter onterecht om deze groepen als uniform te beschouwen en hen als ‘product van hun omgeving’ te beschouwen, suggereert recent onderzoek van de Universiteit Utrecht. Daarin werd onderzocht hoe jongeren uit armere wijken zich verhielden tot hun omgeving en hoe ze zelfstandig hun doelen stelden en nastreefden.  

Armere wijk  

Het onderzoek bestond uit diepte-interviews met veertien jonge mannen (zestien tot drieëntwintig jaar oud) uit Overvecht en Zuilen, twee naast elkaar gelegen wijken in Utrecht. Ze hebben allen een migratieachtergrond, in de meeste gevallen niet-westers. 

Overvecht staat bekend als een ‘slechte wijk’. De wijk telt twee keer zo veel lager opgeleiden dan het gemiddelde in Utrecht, een lagere (veertien procentpunt) arbeidsmarktparticipatie en meer criminaliteit. Waar gemiddeld twaalf procent van de Utrechtse kinderen opgroeit in een arm gezin, is dat in Overvecht 35 procent. In Utrecht groeien kinderen met een migratieachtergrond vaker in armoede op. Overvecht geeft daarvan blijk; de helft van de inwoners van Overvecht heeft een migratieachtergrond. 

Zuilen kent grote verschillen tussen buurten. In sommige buurten groeit 26 procent van de kinderen op in armoede, in andere buurten zes procent. Ook het percentage inwoners met een migratieachtergrond verschilt sterk tussen die wijken, variërend van 34 procent tot vijftien procent. Met betrekking tot arbeidsmarktparticipatie en criminaliteit zijn soortgelijke verschillen tussen buurten zichtbaar. 

Vaker studiekeuze met oog op arbeidsmarktperspectief 

Vrijwel alle respondenten gingen op het moment van onderzoek naar school. Ze waren meestal van zins om tenminste een mbo- of hbo-diploma te halen, schrijven de onderzoekers. Ondanks hun soms hobbelige onderwijspaden, met meermaals uitvallen en opnieuw beginnen, is de meerderheid ervan overtuigd dat het afronden van een opleiding de beste manier is om hun aspiraties voor de toekomst te verwerkelijken. Uiteindelijk biedt het onderwijs de beste weg naar een stabiele en goedbetaalde baan, zo is de algemene opvatting. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De keuze voor een opleiding werd vaak gemaakt op basis van materiële factoren zoals economische stabiliteit, salaris of prestige, schrijven de onderzoekers. Dat sluit aan bij uitkomsten uit eerdere onderzoeken waaruit blijkt dat jongeren met een migratieachtergrond arbeidsmarktperspectief vaker laten meewegen bij het kiezen van een studie. 

Echter, sommige respondenten noemden ook een bijdrage aan de samenleving en hun eigen gemeenschap als een factor in het kiezen van een studie. Hun toekomstplannen waren tevens concreter. Zo deed één van de respondenten die Social Work wilde studeren nu al vrijwilligerswerk bij een speeltuin. 

Negatieve stigma’s rond wijk 

De aspiraties van de jonge mannen waren behoorlijk mainstream, schrijven de onderzoekers. Op basis van eerder onderzoek zou men verwachten dat discriminatie en stigmatisering op basis van sociaaleconomische status of etnische achtergrond de aspiraties van de jonge mannen zou beïnvloeden, maar dat lijkt niet het geval te zijn. De meerderheid van de respondenten had het gevoel dezelfde in zowel het onderwijs als op de arbeidsmarkt dezelfde kansen te hebben als leeftijdsgenoten uit andere wijken.  

Niettemin krijgen ze te maken met negatieve stigma’s, soms ook in de manier waarop docenten hen benaderen. “Als ik zeg dat ik uit Wittevrouwen kom, zien ze een nette jongen voor zich. Als ik zeg dat ik uit Zuilen kom, verwachten ze een straatjongen. Op school zijn leraren soms verbaasd als ik zeg dat ik uit Zuilen kom. ‘Maar je doet havo, je doet je best op school, je kunt een fatsoenlijk gesprek voeren!’, zeggen ze dan”, zo illustreerde één van de respondenten. 

Armere wijk kan leiden tot hogere doelen 

Opvallend is echter dat bepaalde negatieve stigma’s soms als gevolg hadden dat de jonge mannen hogere doelen stelden. Zo zagen ze van dichtbij hoe makkelijk het kan zijn om via criminele circuits ‘snel geld’ te verdienen, maar zagen ze ook wat de gevolgen daarvan kunnen zijn. “Je ziet het gebeuren: een jongen verkoopt drugs en hij wordt gearresteerd”, vertelde een respondent. Criminaliteit of gewoonweg aan het werk gaan en daarmee alvast geld verdienen kan ertoe leiden dat een opleiding als overbodig wordt gezien, maar het kan evenzeer leiden tot het inzicht dat een opleiding de beste weg naar een stabiele toekomst is, aldus de onderzoekers.  

“Er zijn nogal wat mensen die blijven hangen in hun leven”, citeren ze één van de respondenten. “Maar ik let niet op hen, weet je. Je moet gewoon denken: ik wil niet zijn als hen. Ik wil gewoon werken, mijn kinderen opvoeden, zulke dingen.” 

Aspiraties hebben performatieve waarde 

Veel onderzoeken benaderen jonge mensen uit armere wijken als een uniforme groep en richten zich vooral op de negatieve gevolgen van het opgroeien in zo’n wijk. Dat kan te simplistisch zijn, schrijven de Utrechtse onderzoekers. De jonge mannen die zij spraken hadden inderdaad te maken met de negatieve gevolgen van het opgroeien in een armere wijk, maar ontwikkelden ook manieren om die tegen te gaan. 

Zo werken negatieve stigma’s niet alleen belemmerend; ze kunnen jongeren ook aanzetten om hogere doelen te stellen, bijvoorbeeld doordat ze een ander leven willen dan mensen uit hun omgeving. Alleen al het hebben van zulke aspiraties heeft performatieve waarde, schrijven de onderzoekers.  

Daarnaast laat het onderzoek zien dat een opgroeiende jongere geen passief object is dat wordt gevormd door de omgeving. De jonge mannen uit het onderzoek maakten bewuste keuzes over hun opleiding, werk en vriendenkring. “Veel van de jonge mannen gaven aan dat zíj degenen waren die positieve aspiraties hadden en actief manieren hadden gevonden om die na te streven, met nadruk op hun eigen rol”, schrijven de onderzoekers. 

Aan motivatie lijkt het dus niet te schorten. Ook dát is overigens terug te zien in de eerdergenoemde ‘monitor beleidsmaatregelen’. Studenten met een niet-westerse migratieachtergrond hebben dan wel meer moeite in het hoger onderwijs, ze zetten zich bovengemiddeld in voor hun studie.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK