De straat op om álle burgers bij onderzoek te betrekken

Interview | de redactie
31 januari 2023 | Hoe betrek je álle burgers bij de ontwikkeling van nieuwe technologie? En hoe leg je bloot waar hun morele standpunten ten aanzien van die technologie verschillen? Bart Wernaart van Fontys Hogeschool ontwikkelde een methodiek die dit mogelijk maakt. Met deze Moral Data City Hunt won hij de eerste Melanie Petersprijs van het Rathenau Instituut.
Lectort Bart Wernaart ontvangt de Melane Petersprijs uit handen van jury-voorzitter Daan Roovers.

Moral Data City Hunt is een methodiek die uit twee componenten bestaat, vertelt Bart Wernaart, lector Moral Design Strategy bij Fontys Hogeschool, over zijn onderzoek. De eerste component is ethisch-empirisch. Daarbij maken honderd tot honderdveertig studenten in een dag tijd een analyse van het ethische onderbuikgevoel van een stad. Dat doen ze door de straat op te gaan met een zogeheten moral lab. Vorig jaar was dat chatbot in een oude Arcade-kast, geeft Wernaart als voorbeeld.  

“Die chatbot geeft een glimp van een mogelijke toekomst. Degene die ermee interacteert kan vervolgens bepalen hoe die toekomst eruit moet zien, bijvoorbeeld een toekomst waarin pakketjes met drones worden bezorgd. Hoeveel drones wil je dan in de lucht? Moeten ze hoger of lager vliegen? Mogen ze in je achtertuin komen? Mogen ze filmen? En wat mag er dan wel of niet met die beelden gebeuren?” Door middel van die interactie wordt in kaart gebracht welke morele begrenzingen door welke burgers worden geprefereerd, legt Wernaart uit.  

Het gebruik van drones is overigens niet de enige ontwikkeling waarover Wernaart burgers heeft bevraagd. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld grote virtual reality-ontwikkelingen of het gebruik van quantumtechnologie in de financiële sector. 

Onderzoek naar het wat en het waarom 

“Als je de morele voorkeuren van mensen helder hebt, weet je echter nog niet waarom hun voorkeur zo is”, vervolgt de lector. Daarvoor dient de tweede component van de methodiek: een linguïstische analyse. “Met de bewoner die zojuist heeft geïnteracteerd met het moral lab voert een student vervolgens een open gesprek. De interviewer mag daarin alleen verdiepende vragen stellen, niet sturen. Die vraagt alleen: ‘goh, wat vond je ervan?’” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De voorwaarden vindt u hier.

Dat gesprek wordt opgenomen en geanalyseerd met behulp van een techniek die morele steekwoorden herkent en weet bij welk waardenprofiel ze horen. “Het gebruik van die linguïstische analyse betekent dat het taalniveau van een respondent niet uitmaakt. Hoe welbespraakt of taalvaardig iemand is, maakt dus niet uit.” 

Zo wordt achterhaald welke morele waarden ten grondslag liggen aan de empirisch-ethische voorkeur die de burger tijdens de interactie met het moral lab heeft bepaald. “Daarmee krijgen we antwoord op de vraag wát we moeten doen en waaróm we dat moeten doen”, aldus Wernaart.  

Onderzoek om technologie beter toe te passen 

Met de onderzoekuitkomsten proberen Wernaart en zijn team antwoord te geven op een vijftal dringende maatschappelijke vragen rond het werken met nieuwe technologie. Zo hebben beleidsmakers de neiging om nieuwe technologie top-down te reguleren, wat ervoor zorgt dat regulering altijd achterloopt op innovatie. De technologie wordt ondertussen ontwikkeld door een erg homogene groep, vertelt Wernaart. “Hoogopgeleide mannen die vaak erg enthousiast zijn over nieuwe technologie en een ethisch wereldbeeld hebben dat past bij hoogopgeleide mannen.” De samenleving is echter een stuk diverser, evenals de morele waardenkaders daarbinnen. 

Vaak zijn het ook alleen de mondige burgers die inspraak geven. ‘Draaideurburgerparticipanten’, noemt Wernaart ze.

Daarnaast is er een democratisch deficit ten aanzien van technologieontwikkeling: het is nooit een thema bij verkiezingen, dus burgers spreken zich er eigenlijk nooit over uit, aldus de Eindhovense lector. Als de inbreng van burgers wel wordt gezocht, verlangt men vaak unanimiteit. ‘De burger’ moet het liefst één ding vinden. In de praktijk bestaan er echter allerlei opvattingen, zegt Wernaart.  

Vaak zijn het ook alleen de mondige burgers die inspraak geven. ‘Draaideurburgerparticipanten’, noemt Wernaart ze met een glimlach. “Heel eerlijk: hier in Eindhoven ken ik sommigen inmiddels bij naam.” Wil een overheid of een ontwikkelaar echter weten wat er breed leeft in de samenleving, dan moet een veel breder publiek bereikt worden – precies wat Moral Data City Hunt doet.  

Ook het probleem dat burgers vaak weinig weten over de technologie waarover ze zich moeten uitspreken wordt met die methodiek verholpen. “Met een moral lab helpen we het morele voorstellingsvermogen van burgers. Daar kunnen ze zelf ervaren hoe een toekomst eruit kan zien. Dan krijg je zinnigere reacties dan wanneer je op straat alleen vraagt of iemand bang is voor haar privacy”, aldus Wernaart.  

De burger die je normaal niet hoort 

Al deze problemen rond de ontwikkeling van nieuwe technologie proberen Wernaart en zijn team op te lossen met deze methodiek. “Dit geeft de mogelijkheid om maatschappelijke frictie in een gepolariseerde samenleving meteen naar boven te halen”, vat de lector het samen. “Daaraan is veel behoefte.”  

Eén van de mooiste voorbeelden vindt hij een gesprek dat een van de studenten voerde met een plaatselijke vishandelaar. “Die had veel ideeën over een wereld met drones en was eigenlijk hartstikke blij dat hij zijn verhaal eens kon vertellen. Dat was typisch iemand die normaliter niet naar een avond voor burgerparticipatie zou komen.” 

Mooi dat hbo-onderzoek deze prijs wint 

En zo win je er een prijs mee: de eerste Melanie Petersprijs van het Rathenau Instituut. “Melanie Peters was een bijzonder persoon die met veel warmte en hart bezig was met het verbinden van technologie en maatschappij. Dat maakt de prijs extra bijzonder”, vindt Wernaart.  

Het doet hem ook veel goed dat de prijs naar hbo-onderzoek gaat. Meestal zijn het universiteiten die meedingen naar prijzen voor onderzoek. Wij staan echter met één been in de klei en één been in het academische. Daarmee hebben we een unieke positie om bruggenbouwers te zijn. Het doet me deugd dat de jury dat heeft gewaardeerd.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK