Toekomstige student heeft liever selectie dan loting

Interview | de redactie
24 januari 2023 | In het debat over loting en selectie gaat het weinig over de voorkeur van toekomstige studenten. Die hebben liever selectie dan loting, blijkt uit onderzoek van Suzanne Fikrat-Wevers (Erasmus MC). Probeer de problemen met selectie niet alleen te verhelpen door opnieuw loting in te voeren, maar kijk evengoed naar verbetering van die selectie zelf, bepleit zij.
Beeld: 123rf.com

Recent verscheen een publicatie van Fikrat-Wevers over de perceptie van selectiemethoden bij scholieren die deelnamen aan de selectie voor een medische opleiding. Daaruit blijkt dat kandidaten niet enthousiast zijn over loting. Hun stem wordt echter weinig gehoord. 

“De publieke opinie over loting en selectie kan een grote rol spelen in de beslissingen die worden genomen. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar de perceptie van degenen die het meest geraakt worden door zulke beslissingen, namelijk de scholieren die deelnemen aan een selectieprocedure”, vertelt ze over de aanleiding van het onderzoek. “Wat vinden de kandidaten eigenlijk van bepaalde veelgebruikte selectiemethoden?” 

Liefst selectie waarbij student zich kan laten gelden 

Om die vraag te kunnen beantwoorden nam ze in 2020 vragenlijsten af bij de kandidaten voor de decentrale selectie van vijf medische bacheloropleidingen. Daarnaast verzamelde ze demografische gegevens van de respondenten. 

Uit de antwoorden bleek dat kandidaten graag een gevoel van controle over de uitslag van de selectieprocedure hebben. Kortom, ze lopen niet warm voor loting. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat kandidaten het liefst worden beoordeeld op niet-cognitieve vaardigheden.  

Zo is beoordeling op basis van de vwo-cijfers, waarbij het om de cijfers uit de vijfde klas gaat, onder kandidaten niet populair. “Die cijfers staan dus al vast voordat kandidaten zich aanmelden. Ze hebben echter voorkeur voor een instrument waarbij ze juist op het moment van aanmelding iets kunnen laten zien en een gevoel van controle over hun uitslag kunnen hebben”, licht Fikrat-Wevers toe. Een interview, een vaardighedentoets of een proefstudeertoets zijn instrumenten die kandidaten beter bekoren. “Die meten niet alleen cognitieve vaardigheden en geven de kandidaat invloed op de uitslag.” 

Combinatie van instrumenten kan selectie stressvol maken 

Vwo-cijfers zijn echter een heel goede voorspeller van prestaties tijdens de opleiding – beter dan bijvoorbeeld een interview. Dat kandidaten een voorkeur hebben voor het tweede instrument is iets om mee te nemen, maar moet niet zomaar de doorslag geven bij beslissingen over selectieprocedures. “Je moet zoeken naar een balans tussen de tevredenheid van de kandidaten en andere indicatoren van validiteit, zoals de voorspellende waarde”, vindt de Rotterdamse onderzoeker. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De voorwaarden vindt u hier.

Ook het welzijn van de kandidaat is iets om in de gaten te houden. Aangezien niet één selectie-instrument op zichzelf afdoende is, is er volgens kandidaten een combinatie van instrumenten nodig. Dat kan tegelijkertijd voor stress zorgen. “Kandidaten maken zich best wel zorgen over de stress die selectie kan opleveren, vooral als er methoden worden gebruikt die veel voorbereiding vergen – bijvoorbeeld een cv opbouwen, hoge cijfers halen of voorbereiding op een proefstudeertoets”, vertelt Fikrat-Wevers. “Daarnaast moeten ze immers ook nog hun middelbare school afmaken. Dat ervaren veel kandidaten als een moeilijkheid.” 

Geen verschil in perceptie van instrumenten 

In het kader van kansengelijkheid keek de onderzoeker ook naar verschillen in percepties tussen subgroepen. De kansen op toelating zijn namelijk niet voor alle groepen gelijk. Niettemin bleek de perceptie van selectie-instrumenten tussen subgroepen niet of nauwelijks te verschillen. Kandidaten met een lagere kans op toelating hadden dus geen negatievere percepties van selectie-instrumenten.  

Die uitkomst was verrassend, maar niet onbegrijpelijk, geeft Fikrat-Wevers aan. “We hebben alleen naar de formele kenmerken van selectie-instrumenten gevraagd, niet naar bijvoorbeeld de manier waarop kandidaten benaderd worden. Als we daar naar vragen, zouden de percepties wel kunnen verschillen.”  

Ongelijke kansen in voorbereiding op selectie 

Uit eerder onderzoek bleek namelijk dat scholieren uit ondergerepresenteerde groepen wel negatiever tegenover selectie stonden dan hun leeftijdsgenoten. De respondenten in dit onderzoek namen echter al deel aan de selectieprocedure. Het is daarom mogelijk dat er vooral in de periode voorafgaand aan selectie sprake is van ongelijke toegang tot informatie. Eveneens is het mogelijk dat scholieren met een negatievere perceptie van selectie zich niet hebben aangemeld.  

De kansenongelijkheid tussen subgroepen ligt inderdaad deels vóór de selectieprocedure zelf, bleek ook uit eerder onderzoek van het VUmc. Daarin werd middels interviews met scholieren die zich nog níet hadden aangemeld voor de selectie onderzocht hoe zij naar de selectie keken. Scholieren gaven daarbij aan zélf ongelijkheid te zien, bijvoorbeeld doordat de één rijkere ouders heeft dan de ander en daardoor makkelijker bijles kan krijgen. Ook scholieren met connecties in de gezondheidszorg ervaren voordelen; zij kunnen makkelijker een cv opbouwen door bijvoorbeeld een stage te lopen.  

Ook kandidaten voor selectie (scholieren die zich al wél hebben aangemeld) ervaren ongelijke kansen in de voorbereiding op selectie, blijkt uit het onderzoek van Fikrat-Wevers. 

Overigens is in ander onderzoek vanuit het VUmc al aangetoond dat achtergrondkenmerken van kandidaten van invloed zijn op hun kans om geselecteerd te worden. Zulke achtergrondkenmerken zijn bijvoorbeeld een migratieachtergrond, het al dan niet hebben van ouders die in de zorg werken, de sociaaleconomische status van het gezin waaruit een scholier komt, of het geslacht van de scholier. 

Verbeter de selectie zelf 

Tweede Kamerleden, die deze week debatteren over loting en selectie, doen er goed aan het perspectief van de kandidaten zelf ter harte te nemen. Die zijn in ieder geval niet enthousiast over loting, blijkt uit het onderzoek van Fikrat-Wevers. Daarnaast moet het debat niet alleen over óf loting óf selectie gaan. Probeer de problemen met selectie niet alleen te verhelpen door opnieuw loting in te voeren, maar kijk evengoed naar die selectie zelf, vindt de Rotterdamse onderzoeker. 

“Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de kwaliteit is gewaarborgd? Hoe zorgen we ervoor dat kandidaten dezelfde toegang hebben tot informatie? Hoe zorgen we voor het welzijn van kandidaten tijdens de selectie? De invulling van zulke vragen zou meer aandacht mogen krijgen.” 

Inspectie is kritisch 

Ook de Onderwijsinspectie is kritisch op het huidige selectiebeleid van instellingen, blijkt uit een rapport dan onlangs verscheen. Door de sterke autonomie van opleidingen en de daaruit voortvloeiende verscheidenheid aan selectieprocedures en van opvattingen over selectieprocedures bestaan er risico’s op kansenongelijkheid, schrijft de Inspectie op basis van eigen onderzoek  

Nieuw onderzoek van Fikrat-Wevers laat zien welke rol deze verscheidenheid aan procedures en de methoden die daarbinnen woorden toegepast spelen in het kader van kansenongelijkheid. Daarover verschijnt binnenkort een artikel op ScienceGuide.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK