‘Docent in geesteswetenschappen moet zich niet opstellen als expert’

Nieuws | door Janneke Adema
3 februari 2023 | Docenten in de geesteswetenschappen moeten zichzelf niet te veel als expert neerzetten maar vooral een begeleidende rol aannemen. Zo luidt de consensus onder beginnende docenten in de geesteswetenschappen bij de Universiteit Utrecht, schrijft onderzoeker Vincent Crone op basis van 47 BKO-portfolio's. Onderwijs in de geesteswetenschappen draait, anders dan in disciplines waarbinnen meer consensus bestaat, vooral om de voortdurende vraag naar kennis op zich, beschrijft hij hun redenering.
Beeld: Antenna (Unsplash)

Noot van de redactie: Dit artikel droeg eerst de titel ‘Docent in de geesteswetenschappen is geen expert’. Die deed geen recht aan de nuance in het besproken artikel. Daarom is de titel aangepast.

Binnen de geesteswetenschappen bestaat een wijd verbreide consensus over de rol van een docent. Uit onderzoek van Vincent Crone van de Universiteit Utrecht blijkt dat docenten in de geesteswetenschappen geacht worden geen autoritaire positie als expert in te nemen, maar juist vooral een begeleidende rol in te nemen. In sommige gevallen werden docenten gecorrigeerd als ze het in de ogen van hun collega’s niet goed deden. Hoewel deze visie op docentschap handvatten kan bieden voor nieuwe docenten, is er een risico dat afwijkende overtuigingen te weinig ruimte krijgen. 

Crone analyseerde 47 portfolio’s van aspirant-docenten die een kwalificatiecursus volgden aan een Nederlandse universiteit. In de portfolio’s reflecteerden de deelnemers op hun ervaringen als docent. De deelnemers schreven de portfolio’s als onderdeel van het kwalificatieproces.  

Een gedetailleerde uitleg van de stof 

Uit Crone’s analyse blijkt dat de deelnemers het op heel veel vlakken met elkaar eens waren over hoe een goede docent in de geesteswetenschappen eruit ziet. Alle kandidaten worden geacht bij het bestaande discours aan te sluiten. Aan de ene kant biedt dat handvatten, maar aan de andere kant begrensd het de mogelijkheden voor verschillende docentidentiteiten.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Een belangrijk aspect van een docent in de geesteswetenschappen is dat die zich niet kan profileren als een expert, maar zich moet positioneren als een begeleider die studenten helpt in hun eigen evaluatie van de bestaande kennis. Kennis in de geesteswetenschappen is immers niet gestoeld op hard empirisch bewijs zoals in de natuurwetenschappen, maar komt voort uit voortdurende discussie en interpretatie. “Leren is een gezamenlijk proces,” vertelde een deelnemer, “waarbij de docent de studenten assisteert en begeleidt. Waarbij studenten van elkaar leren en de docent zelfs van de studenten leert.” 

Een andere deelnemer vertelde dat hij was gecorrigeerd door een collega toen hij nog niet zo veel ervaring had met doceren. “Ik had de neiging om mezelf te veel als een expert neer te zetten en te weinig als een begeleider. Een collega gaf me de waardevolle suggestie dat je je niet te goed voor moet bereiden op een werkgroep. Dat kan de neiging om jezelf als een expert neer te zetten versterken.” Weer een andere kandidaat vertelde dat ze ooit de opmerking kreeg van studenten dat de discussie bemoeilijkt werd als ze de sessie begon met een gedetailleerde uitleg van de stof.  

Muziek tijdens de pauze 

Uit de portfolio’s bleek dat de kandidaten in deze begeleidende rol overtuigd zijn dat een persoonlijke connectie met de student noodzakelijk is. De kandidaten benadrukten hoe benaderbaar, open en behulpzaam ze waren. Geen van de 47 portfolio’s gebruikten slagingspercentages of cijfers wanneer ze hun relatie met de studenten beschreven.  

Een docent gaf zelfs aan dat het geven van cijfers de relatie met de studenten verstoort. Aan de ene kant is de docent geen autoriteit in de discussie en heeft diens interpretatie van de stof geen meerwaarde over de interpretatie van de docent, maar aan de andere kant moet de student wel een cijfer krijgen. Docenten gaven zichzelf vaak de schuld als een student een onvoldoende moest krijgen. Daarnaast vonden de kandidaten het vaak lastig als ze studenten moesten disciplineren wanneer ze zich niet goed hadden voorbereid, want dat zou hun open houding en benaderbaarheid schaden. Om dit toch te waarborgen deden veel kandidaten hun best om een prettige en veilige omgeving te creëren door bijvoorbeeld muziek op te zetten voor ze begonnen en tijdens de pauze.  

Het didactische ideaal 

Tot slot beschreven de kandidaten in hun beeld van de geesteswetenschappen een kwetsbare, maar ook een onmisbare discipline. De geesteswetenschappen trainen studenten om persoonlijk te groeien, kritisch na te denken en verantwoordelijke leden van de maatschappij te worden. Dit zetten zij tegenover het neoliberale ideeën van economisch rendement waarbij concurrentie en efficiëntie wordt benadrukt. 

“Ondanks alle legitieme discussies over normatieve concepten in een globaliserende en diverse wereld, ben ik overtuigd van het didactische ideaal van onderwijs als een manier om jezelf, anderen en de wereld beter te leren kennen,” schreef een kandidaat. “Het draait dan om kritisch en onafhankelijk denken en om respectvol en tolerant zijn naar andere manieren van denken en leven.” De aspirant-docenten gebruikten deze ideeën om de toegevoegde waarde van geesteswetenschappen te beargumenteren. 

Homogene docentenpopulatie 

Door aan te sluiten op het bestaande discours kunnen aspirant-docenten hun eigen ideeën en inzichten in een lijn brengen met de ongeschreven regels van de discipline waarin ze gaan werken, schrijft Crone. Daarnaast kunnen faculteiten de resultaten van het onderzoek gebruiken om nieuwe docenten te begeleiden en belangrijke onderwerpen bespreekbaar maken, zoals de balans tussen kennis overbrengen zonder de autoritaire positie van ‘de expert’ in te nemen. 

Echter, kandidaten nemen deze ideeën en overtuigingen over in hun poging om een formele docentenkwalificatie te krijgen. Ze legden zelfs uit hoe ze door collega’s werden gecorrigeerd wanneer ze van deze normen afweken. Zo bestaat er een risico dat docenten hun werkelijke overtuigingen aanpassen naar de bestaande normen, waardoor de docentenpopulatie homogener wordt en afwijkende overtuigingen minder ruimte krijgen, aldus Crone. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK